[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Notawisseling houdende wijziging van het op 30 juni 2000 te ’s-Gravenhage totstandgekomen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Nieuw-Zeeland; ’s-Gravenhage, 18 juli 2007

Nader rapport

Nummer: 2009D08607, datum: 2009-02-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z00543:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Afdeling Verdragen

DJZ/VE-418/08

AAN DE KONINGIN

Voorstel van wet, houdende goedkeuring van de op 18 juli 2007 te
’s-Gravenhage totstandgekomen Notawisseling houdende wijziging van het
op 30 juni 2000 te ’s-Gravenhage totstandgekomen Verdrag inzake
sociale zekerheid tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de Regering van Nieuw-Zeeland (Trb. 2008, 3 en 42) 

				

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 april
2008, no. 07.004031, machtigde Uwe Majesteit mij het wijzigingsverdrag
waarop het bovenvermelde voorstel van wet betrekking heeft, met het oog
op stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de beide Kamers der
Staten-Generaal.

Bij brieven van 23 april 2008 heb ik vervolgens het wijzigingsverdrag
overgelegd (Kamerstukken II, 2007-2008, 31 448, nr. 1).

Op 3 en 5 juni 2008 hebben vijftien leden van respectievelijk de Eerste
Kamer en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, overeenkomstig artikel 5,
eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de
wens te kennen gegeven dat het wijzigingsverdrag aan de uitdrukkelijke
goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen.

In verband hiermee bied ik U, mede namens de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, het hierbovenvermelde voorstel van wet aan. 

In bijgaande memorie van toelichting wordt, overeenkomstig de wens van
de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, nader ingegaan op de inhoud van de 23 april
j.l. ingediende toelichtende nota. 

Op grond van artikel 15b, onder b, van de Wet op de Raad van State kan
het horen van de Raad van State achterwege blijven aangezien de Raad al
gehoord is in het kader van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure.

Ik moge U derhalve verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de
memorie van toelichting rechtstreeks aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Buitenlandse Zaken