Nader rapport (nieuwe versie)
Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten
Nader rapport
Nummer: 2009D09775, datum: 2009-03-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z03582:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-03-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-03-10 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-03-19 10:00: Procedure en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-04-09 16:00: Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisiuele mediadiensten (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-05-14 10:00: Procedure en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-06-03 17:00: Wijz. Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten (31 876) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2009-06-09 15:15: Stemmingslijst week 24 (Stemmingen), TK
- 2009-06-16 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2009-06-23 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-06-23 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2009-06-30 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 26 november 2008, nr. 08.003359, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 januari 2009, nr. W05.08.0501/I, bied ik U hierbij aan. De Raad heeft enkele opmerkingen gemaakt, die ik hierna zal bespreken. 1. Naar aanleiding van het advies is het wetsvoorstel zo aangepast dat in artikel 3.29c een verwijzing is opgenomen naar het desbetreffende onderdeel van artikel 3.7. De opmerking van de Raad dat artikel 3 sexies, eerste lid, onderdeel e, van de richtlijn niet is geïmplementeerd voor de mediadiensten op aanvraag berust op een misverstand. Dat onderdeel van de richtlijn schrijft voor dat audiovisuele commerciële communicatie voor alcoholische dranken niet specifiek gericht is op minderjarigen en niet mag aanzetten tot overmatig gebruik van dergelijke dranken. Zoals de voorschriften voor televisiereclame en telewinkelen naar de voorlaatste wijziging van de zogenaamde Televisierichtlijn zijn verwerkt in de Nederlandse Reclame Code, zal dat nu ook het geval zijn voor mediadiensten op aanvraag. De transponeringstabel bij dit wetsvoorstel geeft daarover duidelijkheid. Voor zover in de Mediawet 2008 een verbod is opgenomen voor alcoholreclame op (radio en) televisie tussen 6.00 uur en 21.00 uur, gaat die wetgeving verder dan de richtlijn. Het onderhavige wetsvoorstel reguleert de mediadiensten op aanvraag alleen voor zover dat uit de richtlijn voortvloeit. 2. In overweging 39 van de richtlijn wordt aangegeven dat bij het verplicht ter beschikking stellen van korte fragmenten de exclusieve televisieomroeprechten in acht moeten worden genomen. Dit is ook de achtergrond van artikel 5.4, derde lid, onderdeel c, van het wetsvoorstel. De memorie van toelichting is op dit punt verduidelijkt. Daarin wordt nu onder meer aangegeven dat ook het bieden van de mogelijkheid om een compilatie van fragmenten in een algemeen nieuwsprogramma, een onaanvaardbaar grote inbreuk zou maken op de rechten van de houders van exclusieve televisieomroeprechten. Overigens ben ik het met de Raad eens dat onderdeel c nauw verband houdt met onderdeel a. Onderdeel c is daarom verletterd tot onderdeel b en onderdeel b is verletterd tot onderdeel c. Verder stelt de Raad zich de vraag of het oorspronkelijk voorgestelde artikel 5.4, derde lid, onderdeel c, niet op gespannen voet staat met de richtlijn, omdat het de mogelijkheid beperkt om vrijelijk fragmenten uit evenementen van groot belang voor het publiek te kiezen. De regering kan zich niet vinden in deze redenering. In overweging 39 van de richtlijn wordt aangegeven dat onder het begrip algemeen nieuwsprogramma niet valt de compilatie van fragmenten in amusementsprogramma’s. Weliswaar merkt de Raad terecht op dat de considerans van een gemeenschapshandeling geen bindende rechtskracht heeft, maar ter verduidelijking van de bedoeling van de wetgever heeft deze wel degelijk toegevoegde waarde. Deze overweging leidt in de praktijk tot inperking van het vrijelijk gebruik van fragmenten. Dit geldt eveneens voor de overweging dat het recht -- korte fragmenten te gebruiken voor algemene nieuwsprogramma’s -- geschiedt “met inachtneming van die exclusieve rechten.” Volgens de richtlijn is er dus geen absolute vrijheid om fragmenten te kiezen. De regering volgt deze lijn en houdt daarbij in het bijzonder rekening met de belangen van de houders van exclusieve televisieomroeprechten. Voorkomen moet worden dat het recht op korte fragmenten wordt gebruikt om een belangrijk deel van de beelden uit te zenden waarvoor door de houders van exclusieve televisieomroeprechten veel geld is betaald. 3. De meeste redactionele kanttekeningen zijn verwerkt in het wetsvoorstel en de toelichting. Voor zover het de inwerkingtreding van het wetsvoorstel betreft, wordt het wenselijk geacht de mogelijkheid te behouden voor onderdelen van het wetsvoorstel in een eerder moment van inwerkingtreding te kunnen voorzien dan het uiterlijke implementatiemoment. De transponeringstabel is voor de uitgebreidere artikelen van de richtlijn (artikel 3 sexies, septies en octies) overzichtelijker gemaakt. Met betrekking tot de verwerking van de geconsolideerde versies van de richtlijn in een transponeringstabel voor de Mediawet 2008, wijs ik op de bestaande transponeringstabel in de toelichting bij het wetsvoorstel tot vaststelling van een nieuwe Mediawet (Mediawet 20..). Voor zover de onderhavige richtlijn al is geϊmplementeerd bij de vaststelling van de nieuwe Mediawet, namelijk op het punt van de versoepeling van het wettelijke regime voor programmonderbrekende reclame bij films, verwijs ik naar de vermelding daarvan in de transponeringstabel bij het onderhavige wetsvoorstel. Verder is het wetsvoorstel met toelichting op ondergeschikte punten nog redactioneel verbeterd. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk Kamerstukken II 1998/99, 26 256, nr. 3, p.14 Kamerstukken II 2007/08, 31 356, nr. 3 Bij artikel 1, onderdeel 14 PAGE PAGE 2 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ / 101989 (8209) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten Den Haag, AAN DE KONINGIN OCW 10938