Antwoord op vragen van de leden Van der Ham en Vendrik inzake afspraken over bonussen aan aandeelhouders bij de verkoop van Essent aan RWE
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2009D10053, datum: 2009-03-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z01442:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Indiener: B. van der Ham, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Onderdeel van zaak 2009Z01468:
- Gericht aan: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Indiener: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Van der Ham (D66) over afspraken over bonussen aan aandeelhouders bij de verkoop van Essent aan RWE. Deze vragen werden ingezonden op 29 januari 2009 onder nummer 208911040. Tevens betrek ik hierbij de antwoorden op de aanvullende vragen van het lid Vendrik (GroenLinks), ingezonden op 29 januari 2009 onder nummer 2080911160. Antwoorden op vragen onder nummer 208911040: 1 Is het waar dat Essent namens RWE een extra bonus belooft aan deĀ aandeelhouders als deze toestemming krijgt en/of medewerking ondervindt inzake het bouwen van een tweede kerncentrale inĀ Borssele? Kunt u de constructie toelichten? Wat is de hoogte van betreffende bonus? Hoe beoordeelt u deze gang van zaken? 2 Op welke wijze zijn lokale en provinciale overheden betrokken bij de verschillende vergunningsprocedures en/of ontheffingsprocedures in het geval van een tweede kerncentrale? Antwoord Zowel van Essent als uit de media heb ik begrepen dat in het overnamebod van RWE een clausule is opgenomen dat de aandeelhouders van Essent een premie zullen ontvangen zodra vergunningen voor een tweede kerncentrale zijn afgegeven. Van Essent heb ik begrepen dat RWE het overnamebod daarmee voor een deel af laat afhangen van toekomstige onzekere ontwikkelingen, die effect kunnen hebben op de waarde van de locatie Borssele. Deze waarde wordt pas gerealiseerd als door de betreffende overheden de daartoe benodigde vergunningen zijn afgegeven. Geen van de aandeelhouders van Essent treedt op als bevoegd gezag bij de nationale, provinciale en lokale besluitvorming omtrent een eventuele nieuwe kerncentrale in Borssele. De bouw van een nieuwe kerncentrale in Borssele is pas aan de orde als daartoe de noodzakelijke vergunningen zijn verstrekt. Essentieel daarbij is de vergunningverlening op grond van de Kernenergiewet. Op grond van de Kernenergiewet zijn de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het bevoegde gezag voor het verlenen van een vergunning voor een nucleaire inrichting. Tevens zullen op grond van andere wetgeving vergunningen moeten worden verleend (bijvoorbeeld op grond van de Woningwet, Waterwet, Natuurbeschermingswet, etc.). In beginsel zijn in dit kader de bestuursorganen van provincie en gemeente(n) het bevoegde gezag. Nu noch de provincie Zeeland, noch de gemeenten in die provincie aandeelhouder zijn van Essent is er ook geen sprake van een combinatie van aandeelhouderschap en het optreden als bevoegd gezag in het kader van een eventuele verlening van een vergunning voor een kerncentrale in Borssele. In dit verband is verder van belang dat per 1 maart 2009 de wet tot Wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Mijnbouwwet en de Gaswet in verband met toepassing van de rijkscoƶrdinatieregeling op energie-infrastructuurprojecten (Stb. 2008, 416) van kracht is. Door deze wetswijziging wordt in artikel 9b, eerste lid, onderdeel c, van de Elektriciteitswet 1998 geregeld dat de rijkscoƶrdinatieregeling wordt toegepast op een productie-installatie, anders dan door duurzame elektriciteit, vanaf 500 MW. De rijkscoƶrdinatieregeling bestaat uit twee modules, een planologische module en een uitvoeringsmodule. In de planologische module wordt de minister van EZ samen met de minister van VROM verantwoordelijk voor het nemen van het ruimtelijk besluit middels het rijksinpassingsplan. Het Rijk moet de betrokken andere overheden hierbij raadplegen. Het rijksinpassingsplan komt in de plaats van het bestemmingsplan. De ruimtelijke besluitvorming komt hiermee dus op rijksniveau te liggen. Daarnaast kan ik middels de uitvoeringsmodule de voor het project benodigde vergunningen en ontheffingen coƶrdineren. De betrokken overheden, zoals de provincie of de gemeente, blijven hierbij in eerste instantie zĆ©lf verantwoordelijk voor het nemen van de besluiten. De rijksoverheid heeft de regie, dit betekent dat ik de verantwoordelijkheid heb om te bepalen binnen welke termijnen alle vergunningen verstrekt moeten worden en dat alle besluiten goed op elkaar afgestemd zijn. Indien echter bijvoorbeeld een gemeente een besluit neemt dat naar mijn mening aanpassing behoeft of indien het besluit niet of niet tijdig wordt genomen dan kan ik de bevoegdheid overnemen en samen met de minister van VROM zelf een besluit nemen. Bovendien kan vooraf worden bepaald dat de minister van EZ en de minster van VROM voor bepaalde besluiten, met uitsluiting van het in eerste aanleg bevoegde bestuursorgaan, het besluit nemen. 3 Is het waar dat indien meer dan 5% van de aandeelhouders niet akkoord gaat met de verkoop van Essent, alle aandeelhouders 125 miljoen euro minder uitgekeerd krijgen? Hoe beoordeelt u dit aspect van het (concept) contract tussen de aandeelhouders, Essent en RWE? Antwoord Essent heeft mij medegedeeld dat indien meer dan 5% van de aandeelhouders niet akkoord gaat met de verkoop, dit betekent dat er geen fiscale eenheid kan worden gevormd tussen RWE en Essent. Hierdoor kan een minder efficiĆ«nte financiering worden bereikt, waardoor de aandelen wat minder waard worden. Afgesproken is dat in dat geval de totale prijs met 125 miljoen euro wordt verlaagd. Overigens geldt dat de afspraken tussen Essent en RWE, die mogelijk in een overeenkomst zijn vastgelegd, zijn gemaakt door twee private partijen. 4 Is het waar dat, als de gewenste 80% van de stemmen van aandeelhouders nodig voor de verkoop niet gehaald wordt, er door Essent een forse boetebeding aan RWE betaald moet worden? Hoe beoordeelt u dit aspect van het (concept) contract tussen de aandeelhouders, Essent en RWE? Antwoord Essent heeft mij geĆÆnformeerd over het bestaan van een beĆ«indigingvergoeding. Volgens Essent is Essent verplicht om een beĆ«indigingvergoeding aan RWE te betalen in het geval de transactie om bepaalde redenen niet zou doorgaan Ć©n de aandeelhouders van Essent vervolgens wel binnen 12 maanden zouden overgaan tot verkoop van meer dan 50% van het kapitaal in Essent aan een derde partij. Indien minder dan 80% van de aandeelhouders instemt met de verkoop ontstaat er daardoor alleen dus nog geen recht op deze beĆ«indigingvergoeding. Dit is alleen het geval als er daarnaast binnen een jaar toch tot verkoop wordt overgegaan aan een andere partij. Zie tevens het antwoord op vraag 3. 5 Kunt u aangeven op welke wijze het rijk en de Kamer betrokken worden in de discussie over de aanvraag en behandeling van vergunningen voor een mogelijke tweede kerncentrale? Antwoord Op grond van de Kernenergiewet zijn de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het bevoegde gezag voor de verlening van vergunningen voor nucleaire inrichtingen. Gelet op artikel 9b, eerste lid, onderdeel c, van de Elektriciteitswet 1998 komt de ruimtelijke planvorming (rijksinpassingsplan) op rijksniveau te liggen. Ook wordt de besluitvorming door middel van de rijkscoƶrdinatieregeling op rijksniveau gecoƶrdineerd (EZ en VROM). Het kabinet is verantwoording aan het parlement verschuldigd. De Tweede Kamer is betrokken bij wetgeving op basis waarvan vergunningen verleend worden. Het wetsvoorstel tot Wijziging van de Kernenergiewet ligt voor behandeling bij de Tweede Kamer. Ten aanzien van de toepassing van wettelijke taken, waaronder de vergunningsverlening, geldt dat de Tweede Kamer haar controle op het functioneren van het kabinet kan uitoefenen. 6 In hoeverre heeft de gang van zaken ten aanzien van de verkoop van Essent invloed op de wijziging van de Kernenergiewet in dit traject? Antwoord De geschetste ontwikkelingen hebben geen invloed op het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet. Antwoorden op vragen onder nummer 2080911160: 1 Bent u bekend met het afgesloten principecontract tussen Essent en RWE? 2 Wat is uw oordeel over het feit dat de vergunning voor de bouw van een nieuwe kerncentrale onderdeel is van het principecontract? 3 Wat is de ratio achter het financieel belonen van lokale en provinciale overheden voor de vergunningverlening van de bouw van een nieuwe kerncentrale? Hoeveel invloed hebben de huidige aandeelhouders direct of indirect op deze vergunningverlening? Antwoord Zie beantwoording op vragen 1 en 2 onder nummer 208911040. 4 Welk aandeel heeft Gazprom in RWE? Ziet u hierin enig strategisch gevaar met betrekking tot bijvoorbeeld leveringszekerheid? Antwoord Mij is niet bekend dat Gazprom direct of indirect enig belang heeft in RWE. Uit navraag bij RWE in Duitsland blijkt er geen sprake te zijn van aandeelhouderschap van Gazprom in RWE. Wel bestaan er voor een aantal grootschalige projecten in gasproductie en pijplijnen samenwerkingsverbanden tussen RWE en Gazprom. 5 In het geval dat inderdaad minder dan 80% van de aandeelhouders tot verkoop aan RWE wil overgaan en Essent een fors boetebeding aan RWE moet betalen, om welk bedrag gaat het dan? Antwoord Zoals gemeld is Essent geen boete verschuldigd aan RWE op het moment dat de verkoop niet doorgaat. Wel zijn de twee partijen een beĆ«indigingvergoeding overeengekomen, die Essent verschuldigd wordt indien de verkoop niet doorgaat en er vervolgens binnen een jaar wel aan een andere partij wordt verkocht. De omvang van de vergoeding betreft aldus Essent bedrijfsvertrouwelijke informatie. Essent en RWE hebben daarom afgesproken geen nadere uitspraken te doen over de hoogte van de beĆ«indigingvergoeding. 6 Is het correct dat het huidige statuut van Elektriciteitsproducent Zeeland (EPZ) (o.m. Borssele) de eis bevat dat EPZās aandelen door publiekrechtelijke lichamen worden gehouden en dat Delta degene is die bepaalt of het statuut op dit onderdeel wordt aangepast naar de wensen van RWE/Essent? 7 Wat vindt u van het onderdeel van de koopovereenkomst waarin staat dat RWE het recht heeft om met Delta te praten over aanpassing van de statuten op dit punt? 8 Vindt u aanpassing op dit onderdeel wenselijk? Heeft u mogelijkheden om een aanpassing op dit onderdeel tegen te gaan? Antwoord De statuten van EPZ bepalen dat de aandelen van EPZ ārechtstreeks of middellijkā in handen moeten zijn van publiekrechtelijke lichamen. Essent en Delta zijn beiden voor 50% aandeelhouder in EPZ. Daardoor is deze passage alleen te wijzigen indien beide aandeelhouders daarmee instemmen. Naast dat Delta bij mij heeft aangegeven het voornemen niet te hebben om het privatiseringspad te bewandelen, heeft de provincie Zeeland (als 50% aandeelhouder van Delta) aangegeven er niet over te peinzen om betreffende passage van de statuten te wijzigen. Wijziging van statuten en gesprekken hierover tussen betrokken bedrijven zijn kwesties tussen privaatrechtelijke partijen. Ik beschik niet over formele bevoegdheden om wijziging van de statuten van EPZ tegen te gaan. Natuurlijk ben ik wel in gesprek met Delta, Essent en RWE over de toekomst van EPZ gezien het grote belang dat ik hieraan hecht. (w.g.) Maria J.A. van der Hoeven Minister van Economische Zaken RTV Drenthe, 27 januari 2009: āOvername Essent dubieusā www.tegenstroom.nl Directoraat-Generaal Energie & Telecom Directie Energie en Duurzaamheid Ons DOCPROPERTY Kenmerk_kop \* MERGEFORMAT Kenmerk ET/ED/9032918 DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 5 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 5 Directoraat-Generaal Energie & Telecom Directie Energie en Duurzaamheid Bezuidenhoutseweg 30 Postbus 20101 2500 EC Den Haag T 070-3798911 (algemeen) www.ez.nl Behandeld door Aart Dekkers T 070 379 75 91 F 070 379 74 23 a.dekkers@minez.nl Ons kenmerk ET/ED/9032918 DOCPROPERTY Retouradres_kop \* MERGEFORMAT > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-GRAVENHAGE DOCPROPERTY Datum_kop \* MERGEFORMAT Datum 4 maart 2009 DOCPROPERTY Onderwerp_kop \* MERGEFORMAT Betreft Beantwoording kamervragen Van der Ham en Vendrik inzake afspraken over bonussen aan aandeelhouders bij de verkoop van Essent aan RWE DOCPROPERTY Rubricering \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 5