Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z04276

Vragen van het lid Poppe (SP) aan de ministers van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit over ruilverkaveling van boer Pros Veldman. (Ingezonden
10 maart 2009)

1

Is het waar dat boer Pros Veldman zijn vruchtbare grond in een
ruilverkaveling heeft geruild voor asbesthoudende grond? 1)

2

Van wie was die asbesthoudende grond oorspronkelijk? Om welke
concentraties asbest in de grond gaat het? Hoe is de asbest in die grond
terecht gekomen? 

3

Is de sanering van de asbest op de vorige eigenaar van de grond te
verhalen? 

4

Is het waar dat de Dienst Landelijk Gebied al voor de ruilverkaveling op
de hoogte was van de aanwezigheid van het asbest? Zo ja, waarom hebben
zij dit niet gemeld aan de nieuwe eigenaar? 

5

Wat is de officiële werkwijze indien de Dienst Landelijk Gebied op de
hoogte is van asbestverontreiniging? Aan wie wordt dit gemeld? Hoe wordt
zorg gedragen voor sanering?

6

Heeft de Dienst Landelijk Gebied hiermee op een juiste wijze gehandeld?
Zo nee, heeft dit consequenties voor de verantwoordelijken? Welke
juridische middelen heeft u, en welke heeft de gedupeerde eigenaar tegen
dit handelen van  de Dienst Landelijk Gebied? 

7

Op welke wijze gaat u de gedupeerde eigenaar Veldman tegemoetkomen en
ondersteunen bij het saneren van zijn grond?

1) Netwerk, 3 maart 2008

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de
leden Cramer en Slob (beiden ChristenUnie), ingezonden 5 maart 2009
(vraagnummer 2009Z03947) en van de leden Waalkens en Boelhouwer (beiden
PvdA), ingezonden 10 maart 2009 (vraagnummer 2009Z04272)