Het niet kwijtschelden van gemeentebelastingen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D11554, datum: 2009-03-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z04398:
- Gericht aan: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiën
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z04398 Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatsecretaris van Financiën over het niet kwijtschelden van gemeentebelastingen. (Ingezonden 11 maart 2009) 1 Als de studiefinanciering voldoende zou moeten zijn voor het levensonderhoud, hoe komt u dan bij een verschil tussen thuis- en uitwonende studenten van 163,83 euro? In welke studentenstad zijn voldoende studentenwoningen van 163,83 euro? 1) 2 Kunt u in een begroting aangeven hoe een student (zowel uitwonend als thuiswonend) kan rondkomen van de basisbeurs en eventuele aanvullende beurs c.q. ouderlijke bijdrage (het forfaitaire normbudget)? 3 Wanneer is sprake van "niet anders dan met buitengewoon bezwaar" kunnen betalen van belastingen? Is daar sprake van wanneer iemand een private lening moet afsluiten om deze belasting te kunnen betalen? Zo ja, waarin verschilt deze situatie van het afsluiten van een studentenlening of collegegeldkrediet? Zo neen, vindt u het rechtvaardig dat minder draagkrachtige studenten op deze wijze worden gedwongen meer te lenen om de gemeentebelastingen te kunnen betalen? 4 Vindt u het rechtvaardig dat een rentedragende lening door gemeenten wordt behandeld als inkomen wanneer deze lening niet als inkomen kan worden gebruikt, zoals het geval is bij collegegeldkrediet? 2) 5 Erkent u dat kwijtschelding van gemeentebelastingen nog lastiger wordt voor samenwonende studenten, aangezien zij meer inkomsten hebben? Is dit voor u aanleiding om de lening niet als inkomen te beschouwen? 3) 6 Gelden voor alle gemeentes dezelfde regels of zijn gemeentes vrij om te bepalen hoe met deze problematiek om te gaan? Indien het laatste het geval is, hoe oordeelt u over deze ongelijkheid? Kunt u in dat geval een overzicht verschaffen van de manier waarop de verschillende (studenten)gemeentes hiermee omgaan? 7 Hoe kan het dat studenten studiefinanciering niet hoeven op te geven als inkomen voor de belastingdienst, terwijl op gemeentelijk niveau de studiefinanciering en eventuele leningen wel tot het inkomen worden gerekend? Bent u bereid een eind te maken aan deze ongelijkheid? 1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 3223 2) Email d.d. 5 februari 2009, onderhands verstrekt aan bewindspersoon 3) Email d.d. 4 maart 2009, onderhands verstrekt aan bewindspersoon