Klacht over optreden Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2009D11836, datum: 2009-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z04563:
- Indiener: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2009-03-17 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-03-18 16:15: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2009-11-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 maart 2009 Bij brief van 21 januari jl. heeft de Vaste Commissie voor Financiën mijn reactie gevraagd op een tweetal brieven van de heer M. te H. Bijgaand vindt u mijn reactie op de inhoud van deze brieven. In zijn brief van juli 2008 vraagt de heer M. de aandacht voor drie onderwerpen. - Het eerste onderwerp betreft het uitblijven van een reactie van de zijde van de Belastingdienst op een tweetal tijdig ingediende aangiften inkomstenbelasting 2007. Hierover is door de desbetreffende eenheid van de Belastingdienst in de loop van juli 2008 contact opgenomen met de heer M. Geconstateerd is dat de desbetreffende aangiften inderdaad nog niet per 1 juli 2008 hadden geleid tot een voorlopige aanslag. Hiervoor heeft men vanuit de eenheid de excuses aangeboden. Met het oog hierop is een voorziening getroffen in de vorm van een uit te betalen voorschot. Dit is door de eenheid via een brief van 22 juli 2008 richting de heer M. bevestigd. - Het tweede onderwerp betreft een voorgenomen controle van de Belastingdienst met de bijbehorende informatievragen. De Belastingdienst is hiertoe bevoegd, maar uiteraard tracht de Belastingdienst de proportionaliteit daarbij in het oog te houden. Hoewel ik van mening ben dat de Belastingdienst juist heeft gehandeld, kan ik mij voorstellen dat de heer M. het uitblijven van een reactie op zijn aangifte en een parallelle aankondiging van een controle als minder prettig heeft ervaren. - Het derde onderwerp betreft een in de ogen van de heer M. ongewenste wijziging van het rekeningnummer. Uit de informatie van de desbetreffende eenheid leid ik af dat men aldaar is afgegaan op de meest recente correspondentie van de belastingplichtige in juni 2008. Dat past in een werkwijze die erop gericht is om zoveel mogelijk in de actualiteit te werken. Uiteraard is het mogelijk om op verzoek van een belastingplichtige hierin weer een wijziging aan te brengen. In de tweede brief van de heer M. van 6 december 2008 gaat hij in op een tweetal meer algemene onderwerpen. - Het eerste onderwerp betreft het gebruik van open source software bij het doen van aangifte. De heer M. refereert aan het door hem ontwikkelde format Taxdata. Hij geeft aan dat de Belastingdienst tot nu toe alleen telefonisch heeft gereageerd, nadat men op de hoogte was gesteld van het bestaan van Taxdata. Ik heb de Belastingdienst inmiddels gevraagd om met de heer M. in overleg te treden om een en ander goed te bezien. Daarmee kan naar mijn verwachting tot wederzijds genoegen duidelijkheid worden geschapen over de status van het product Taxdata en de mogelijkheden van het gebruik van dit product bij aangifteverplichtingen. - Het tweede onderwerp dat de heer M. opbrengt, betreft de stelling dat het aangifteprogramma voor 2007 een fout zou bevatten op het punt van de toepassing van de algemene heffingskorting. Dit is echter geen fout maar een beperking in de toepassing van de algemene heffingskorting op basis van de Wet Inkomstenbelasting 2001 die mede samenhangt met de lage inkomens die voor de heer M. en zijn partner bepaald zijn. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De staatssecretaris van Financiën J.C. de Jager