[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De tijdelijke verhuur van vrije sector woningen in Amsterdam (short stay)

Schriftelijke vragen

Nummer: 2009D13124, datum: 2009-03-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z04941:

Preview document (🔗 origineel)


2009Z04941

Vragen van de leden Van der Burg (VVD) en Van Bochove (CDA) aan de
minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de tijdelijke verhuur van
vrije sector woningen in Amsterdam (short stay). (Ingezonden 18 maart
2009)

1

Is het waar dat de gemeente Amsterdam in het nieuwbouwcomplex van
Vesteda op de Zuid-As tijdelijke verhuur korter dan 6 maanden (short
stay) toestaat zonder nadere verplichtingen? Zo ja, hoe verhoudt deze
“schenking van een vergunning” zich tot de verplichting die aan
particulieren in de bestaande vrije sector wordt opgelegd om een
vergunning te kopen dan wel het aan hen ontnemen van de mogelijkheid om
tijdelijk te verhuren (short stay) vanwege het niet ingeloot zijn voor
zo’n vergunning? Is hier geen sprake van onrechtmatig en/of op zijn
minst discriminatoir handelen?

2

In hoeverre mogen gemeenten het tijdelijke verhuren van woningen zonder
vergunningen en zonder nadere voorwaarden in de nieuwbouw toestaan en in
de woning in de bestaande vrije sector reguleren door bij loting
vergunningen toe te wijzen en allerlei nadere voorwaarden te stellen,
zoals het verplicht betalen van toeristenbelasting door de huurders? 

3

Is het waar dat het Htel Wooncomplex in Buitenveldert, bestaande uit
distributiewoningen c.q. woningen die geen deel uitmaken van de vrije
sector, vanaf 2003 tijdelijk voor een duur korter dan zes maanden (short
stay) worden verhuurd? Zo ja, is hier dan eveneens een “vergunning
cadeau gedaan” en hoe verhoudt deze “schenking van een vergunning”
zich tot de verplichting die aan particulieren in de bestaande vrije
sector wordt opgelegd om een vergunning te kopen dan wel het aan hen
ontnemen van de mogelijkheid om tijdelijk te verhuren (short stay)
vanwege het niet ingeloot zijn voor zo’n vergunning? Is hier geen
sprake van onrechtmatig en/of op zijn minst discriminatoir handelen? 

4

Is het waar dat in het Htel complex en mogelijk ook het Vestedacomplex
distributiewoningen zonder nadere verplichtingen voor een huur ver boven
de toegestane huurprijs als short stay woningen worden verhuurd? Zo ja,
welke actie gaat u ondernemen richting gemeente Amsterdam?

5

Bij het systeem van het verstrekken van een vergunning voor 10 jaar die
overdraagbaar is aan de rechtsopvolger, blijft de vergunning bij het
pand en ontneemt anderen die niet ingeloot zijn de kans om weer met de
loting mee te doen als de woningeigenaar zijn pand verkoopt. Deelt u de
mening dat bij verkoop van de woning de vergunning opnieuw ter
beschikking moet komen om de verkoopwaarde van overheidswege niet
oneigenlijk te beĂŻnvloeden? Zo ja, gaat u de gemeente Amsterdam hierop
wijzen? Zo nee, waarom niet?

6

Is het in de nieuwe Huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam
gehanteerde begrip van huishouden in overeenstemming met moderne
samenlevingsvormen? Is hier geen sprake van discriminatoir handelen in
het kader van artikel 1 van de Grondwet?

7

Is het waar dat de Dienst Wonen van de gemeente Amsterdam vooruitlopend
op de nieuwe regelgeving van de gemeenteraad Amsterdam “invallen”
heeft gedaan in woningen met het oogmerk na te gaan of er sprake was van
een bepaald samenlevings-/huishoudensverband? Is dat correct handelen?
Op welke regelgeving was hun optreden gebaseerd? Vindt u het principieel
juist dat de Dienst Wonen controle uitoefent op de wijze waarop mensen
een samenlevings-/huishoudensverband vormen?

8

Heeft het Rijk de nieuwe Huisvestingsverordening van de gemeente
Amsterdam getoetst aan de Huisvestingswet of gaat zij deze toetsen? Kunt
u op basis van zijn verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de wet
zonder terughoudendheid verklaren dat de nieuwe Huisvestingsverordening
van de gemeente Amsterdam volstrekt in overeenstemming is met de
Huisvestingswet in letter en geest? Zo nee, welke actie gaat u
ondernemen?

9

Is het waar dat voormalig wethouder Herrema in de
gemeenteraadsvergadering van 4 februari 2009 heeft toegegeven dat
daadwerkelijk distributiewoningen door NV Stadsherstel en/of NV Zeedijk
als short stay woningen zijn verhuurd? Zo ja, kunt u dan toelichten hoe
dit zich verhoudt tot de beantwoording van uw voorganger van vraag 8 van
haar schriftelijke vragen over de verhuur van vrije sectorwoningen
ingezonden 29 september 2008? 1) Mocht u als verklaring voor deze
beantwoording willen verwijzen naar de jaarverslagen van (een van) deze
bovengenoemde woningcorporaties, kunt u dan uiteenzetten wat de
jaarverslagen van (een van) deze woningcorporaties nog waard zijn? Kunt
u tevens verklaren dat uw ministerie niet eerder op de hoogte was
gebracht van de hierboven genoemde situatie?

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 523