De handhaving van regels door de Arbeidsinspectie bij een kippenboer uit Maasbommel in verband met werkzaamheden door illegalen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D13728, datum: 2009-03-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. Teeven, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z05217:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Gericht aan: J.P.H. Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: F. Teeven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z05217 Vragen van het lid Teeven (VVD) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie over de handhaving van regels door de Arbeidsinspectie bij een kippenboer uit Maasbommel in verband met werkzaamheden door illegalen. (Ingezonden 20 maart 2009) 1 Deelt u de mening dat het onderzoek in de onderhavige zaak een onderzoek van twee jaar niet rechtvaardigt? Deelt u ook de mening dat met het lange wachten van de Arbeidsinspectie de facto in strijd is gehandeld met het lik-op-stuk-beleid van het kabinet? 2 Vindt u dat het juist is dat de betalingsregeling in werkelijkheid niets voorstelt? Weet u dat standaard een betalingsregeling van drie maanden wordt aangeboden, waarbij het voor de betreffende ondernemer volstrekt onmogelijk is om, gelet op zijn jaarwinst van 39.000 euro, de boete in twee jaar te betalen? Acht u dat redelijk? 3 Bent u ervan op de hoogte dat de ondernemer niet wist dat er sprake was van illegale vreemdelingen? Bent u ervan op de hoogte dat, omdat er sprake is van een keten, direct (volledige) verwijtbaarheid wordt aangenomen, terwijl er door de Arbeidsinspectie geen onderzoek is gedaan naar wellicht geen of beperkte verwijtbaarheid. Bent u bereid om dit onderzoek alsnog te laten plaatsvinden en de betaling van de boete op te schorten? 4 Waarom bent u van mening dat er in deze zaak geen sprake is van individuele omstandigheden met een zeer uitzonderlijk karakter? Heeft er in de onderhavige zaak wel individuele besluitvorming plaatsgevonden op basis van evenredigheid? 5 Vindt u het redelijk dat aan een kleine ondernemer een boete wordt opgelegd voor het niet controleren van een onbekend persoon ten bedrage van 218.500 euro, waarbij de afschrikkende werking haar doel volstrekt voorbij streeft? 6 Bent u van mening dat met de wijze waarop het beleid wordt geïnterpreteerd en toegepast, een juiste invulling wordt gegeven aan het evenredigheidsbeginsel en hoe zich dit verhoudt tot artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht? In welke gevallen is er sprake naar uw oordeel van evidente bijzondere omstandigheden met een zeer uitzonderlijk karakter? Zijn die wel eens aangenomen door de Arbeidsinspectie? 1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 1703