[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

Nader rapport

Nummer: 2009D15317, datum: 2009-03-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z05748:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


		‘s-Gravenhage, 24 maart 2009 

		Aan de Koningin

WJZ / 9053949

Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de
Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van
de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels
met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede
enkele andere wijzigingen van deze wetten

====================================================================

 Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 2 december
2008,  nr. 08.003467, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 

6 februari 2009, nr. W10.08.0514/III, bied ik U hierbij aan.

Het Europese perspectief

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is in de
toelichting een Europese paragraaf, 1.3, toegevoegd. In deze paragraaf
wordt ingegaan op het Europese beleid, de Noordwest Europese markt en de
rol die Nederland daarin speelt. Tevens wordt conform het advies
systematisch uiteengezet welke EG-richtlijnen en verordeningen het
Europeesrechtelijke kader vormen.

2. Verrekening investeringkosten in de tarieven

Naar aanleiding van het advies van de Raad is de toelichting op dit punt
aangepast. De twijfel die de Raad uit omtrent eventuele staatssteun meen
ik te hebben weggenomen. De toelichting is op dit punt in paragraaf
3.4.7 uitgebreid.

3. Werking van het nieuwe balanceringssysteem

Conform het advies van de Raad van State is op dit punt nadere
toelichting gegeven. In de toelichting heb ik een vooruitblik op de
gewenste uitwerking van het balanceringsregime opgenomen. De landelijk
netbeheerder rapporteert mij met regelmaat over de voortgang van de
uitwerking van het balanceringsregime. Ik heb zodoende goed zicht op de
uitwerking van het regime en duidelijke signalen dat het ontworpen wordt
volgens de lijn zoals ik die in de toelichting heb beschreven. 

Indien het balanceringsregime niet op de beschreven manier uitgewerkt
wordt, biedt de wet mij de mogelijkheid om in een ministeriële regeling
nadere regels te stellen. Ik zal van deze bevoegdheid gebruik maken
indien er op belangrijke onderdelen van het nieuwe balanceringsregime
geen gedragen voorstellen voor de gasvoorwaarden dreigen te komen.

4. Aansluitverplichting op het gasnet

De Raad vraagt naar een nadere motivering van de keuze om de aansluiting
van de kleinverbruikers tot een monopolie voor de netbeheerders te maken
en daarmee aan de vrije markt te onttrekken. Ik heb geconstateerd dat de
aansluiting voor kleinverbruikers in de praktijk uitsluitend door de
netbeheerder wordt uitgevoerd. Daarbij bleek bovendien dat de tarieven,
die netbeheerder voor de aansluiting in rekening brengen, te hoog zijn.
Ik deel de mening van de Raad dat beide aspecten niet voldoende reden
zijn om tot monopolisering over te gaan. Beide punten waren wel
aanleiding om de gasaansluitingen nader te bekijken. Veiligheid is een
zeer belangrijk aandachtspunt bij deze aansluitingen. Het is onwenselijk
dat iemand anders dan de netbeheerder het aansluitpunt (“de knip”)
op het gasnet verzorgt. Dit uitgangspunt onderschrijven zowel de
netbeheerders als de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen. Het
maken van dit aansluitpunt dient daarmee een wettelijke taak voor de
netbeheerder te zijn. Voor de kleine aansluitingen blijft er vervolgens
onvoldoende over om voor de aanleg van het resterende deel van de
aansluiting tot goede en zinvolle marktwerking te komen. De afstand van
het aansluitpunt naar de afnemer is daarvoor te klein. Dat is de reden
dat er in dit wetsvoorstel gekozen is om de aansluiting voor
kleinverbruikers te monopoliseren. De toelichting is op dit punt
uitgebreid.

5. Congestiemanagement

Naar aanleiding van het advies van de Raad om niet af te wijken van de
definitie van duurzame elektriciteit zoals deze in artikel 1, onderdeel
u, van de Elektriciteitswet 1998 is opgenomen, is er voor gekozen om
hybride installaties niet bij voorbaat uit te sluiten van voorrang bij
congestie. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen
voorrangsregels worden vastgesteld die bepalen wat de mate van voorrang
van verschillende soorten productie-installaties is. 

De opmerking van de Raad om de voornaamste regels voor
congestiemanagement in een algemene maatregel van bestuur op te nemen is
overgenomen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de
delegatiebepaling met betrekking tot congestiemanagement te verruimen.
Het nieuwe artikel 24a, vijfde lid, biedt de mogelijkheid om bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen over de
afweging of de gevolgen van het toepassen van congestiemanagement
redelijk en proportioneel zijn en over de wijze waarop de kosten voor
congestiemanagement of de opbrengsten uit congestiemanagement in het
transporttarief worden opgenomen.

6.  Tot slot

Het wetsvoorstel dat voor advisering aan de Raad van State is voorgelegd
bevatte een aantal wijzigingen om meerjarige tarieven voor gastransport
mogelijk te maken. Nadere analyse van het onderwerp, mede naar
aanleiding van de uitvoeringstoets van de NMa, heeft een aantal
knelpunten in de uitvoering aan het licht gebracht. Er is op dit moment
onvoldoende zekerheid dat meerjarige tarieven op de gewenste manier vorm
kunnen krijgen. Dit is aanleiding geweest voor mij om te besluiten meer
tijd te nemen voor onderzoek naar en uitwerking van dit onderwerp en het
bij eerstvolgende gelegenheid te regelen, onder de voorwaarde dat de
knelpunten zijn opgelost.

 

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal
ondergeschikte redactionele wijzigingen en actualiseringen aan te
brengen in het voorstel van wet en de memorie van toelichting.

Ik moge U verzoeken, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden. 

De Minister van Economische Zaken,

 PAGE   1 

  PAGE  2