Het verkoopproces van voormalige militaire terreinen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D16496, datum: 2009-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M.G. Schreijer-Pierik, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.J. Ormel, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H. Jager, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z06317:
- Gericht aan: J.G. de Vries, staatssecretaris van Defensie
- Gericht aan: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: J.M.G. Schreijer-Pierik, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Jager, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.J. Ormel, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z06317 Vragen van de leden Schreijer-Pierik, Jager en Ormel (allen CDA) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de staatssecretaris van Defensie over het verkoopproces van voormalige militaire terreinen (ingezonden 3 april 2009) 1 Kunt u uiteenzetten hoeveel PrOMT-terreinen aan overige particulieren zijn verkocht? 1) 2 Hoe verhoudt uw kwalitatieve oordeel over het verkoopproces zich tot het feit, dat de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) nog steeds géén compleet antwoord heeft gekregen op haar verzoek op grond van de Wet openbaarheid bestuur (WOB), dat zij een jaar geleden heeft ingediend, teneinde inzage te verkrijgen in de “harde bestuurlijke afspraken” waarnaar u verwijst? 3 Kunt u een toelichting geven op het in uw antwoord op de vragen 2,3 en 4 genoemde begrip “eenheid van eigendom/eenheid van beheer”? Wordt deze aanpak zonder enig onderscheid op dezelfde wijze gehanteerd voor TBO’s en andere particulieren? 4 Kunt u de beschikking en het daarbij behorende registratienummer waarbij goedkeuring werd verleend, vermelden? 5 Waarom werd de RTBO niet getoetst in het kader van staatssteun? Werd dit niet nodig ofwel wenselijk geacht? Graag uw inhoudelijke toelichting. 6 Kunt u toelichten wat de relevantie van uw verwijzing is in relatie tot de RTBO, en waarom er over deze beschikking overleg wordt gevoerd met de Europese Commissie? 7 Is het waar dat u van dit overleg wenst af te zien, vanwege het feit dat een klacht bij de Europese Commissie is ingediend tegen de in vraag 4 genoemde subsidieregeling? Zo ja, waarom? 1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2039 In uw antwoord op de vragen 2,3 en 4 met relatie tot de zorgvuldigheid en transparantie van het proces verkoop van voormalige militaire terreinen (Project Overdracht Militaire Terreinen, PrOMT) wordt niet vermeld hoeveel terreinen aan andere particulieren dan Terrein Beherende Organisaties (TBO’s) zijn verkocht. 2) In uw antwoord op de vragen 2,3 en 4 benadrukt u dat het verkoopproces rond PrOMT volstrekt systematisch, zorgvuldig en transparant geschiedt. 3) In uw antwoord op vraag 5 stelt u dat de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende organisaties (RTBO) door de Europese Commissie is goedgekeurd in het kader van POP 2000-2006. 4) De Regeling subsidies particuliere terreinbeherende organisaties (RTBO) is blijkens uw antwoord op vraag 5 niet afzonderlijk ter goedkeuring aan de Europese Commissie voorgelegd, in het kader van de staatssteuntoets, maar zonder meer goedgekeurd in het kader van POP 2000-2006. De Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) is echter wél aan deze staatssteuntoets onderworpen. 5) In uw antwoord op vraag 5 verwijst u naar de beschikking van de Europese Commissie van 26 november jl. inzake de goedkeuring aan steunmaatregel NN 47/2004 ex N/344/A/99 (Subsidieregeling natuurbeheer SN). Deze beschikking heeft géén betrekking op subsidies voor de aankoop van natuurgrond, maar op een subsidieregeling (SN) gericht op additionele maatregelen die verder gaan dan de verplichtingen opgenomen in de bestaande wet- en regelgeving. Daarnaast is de regeling gericht op een tijdelijke subsidie voor de organisatiekosten van samenwerkingsverbanden tussen de verschillende landeigenaren. 6) In uw antwoord op vraag 6 spreekt u over het overleg dat u met de Federatie Particulier Grondbezit (FPG) en de Stichting Behoud Natuur en Landschap (SBNL) voert over het ook door u belangrijk geachte beleid dat gericht is op het verlenen van een grotere rol aan particulieren bij het natuurbeheer, het zogenaamde “Linschoten beraad”.