Onderzoek naar oorlogsmisdaden door Nederlandse huurlingen in dienst van Kroatië in de jaren '90 in de oorlog tegen Servië
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D17966, datum: 2009-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. van Bommel, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z06895:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: H. van Bommel, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z06895 Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Justitie over onderzoek naar oorlogsmisdaden door Nederlandse huurlingen in dienst van Kroatië in de jaren ‘90 in de oorlog tegen Servië (ingezonden 10 april 2009) 1 Hebt u kennisgenomen van het artikel waarin wordt gesteld dat het justitieel onderzoek naar de eventuele oorlogsmisdaden door Nederlandse huurlingen voor Kroatië in de jaren negentig een “doofpotonderzoek” is? 1) 2 Is het waar dat in februari 2009 het Team Internationale Misdrijven van de Nationale Recherche een justitieel (voor)onderzoek is begonnen naar de eventuele oorlogsmisdaden van Nederlandse huurlingen in de jaren negentig in de oorlog tussen Kroatië en Servië? Op grond van welke aanleiding werd tot dit onderzoek besloten? Is het waar dat het onderzoek inmiddels is afgesloten en dat besloten is niet tot vervolging over te gaan? Zo ja, waarom is dat besloten? 3 Is het waar dat inmiddels vier maal een justitieel onderzoek is uitgevoerd? Kunt u een overzicht van de onderzoeken geven? Naar aanleiding van welke gebeurtenissen zijn deze onderzoeken gestart? Golden al deze onderzoeken dezelfde personen en gebeurtenissen? Kunt u toelichten wat de eventuele verschillen in de onderzoeken betroffen? 4 Welke feiten zijn in het meest recente onderzoek onderzocht? Ging het daarbij om gebeurtenissen in de Medak of ook in de regio Gospic en eventueel andere plaatsen? Kunt u dat toelichten? 2) 5 Is bij dat onderzoek ook het eventueel afsnijden van oren van Servische slachtoffers betrokken? Zo nee, waarom niet? 6 Is het waar dat een Kroatische kolonel die bij dezelfde feiten als de Nederlandse huurlingen aanwezig is geweest, veroordeeld is tot een gevangenisstraf van twaalf jaar? Heeft deze kennis ook een rol gespeeld bij het afsluiten van het laatste justitieel onderzoek zonder dat het voorgeleiding is gekomen? 7 Had het verhoorteam aan één van de verhoorde personen, Van D., toestemming gegeven om het verhoor op te nemen? Is het normaal dat verhoorde personen hun telefoon of andere opnameapparatuur bij zich mogen houden tijdens het verhoor? Zo nee, waarom heeft er geen controle plaatsgehad? 8 Is het waar dat het verhoorteam vond dat het onderzoek niet gelukkig was met de zaak getuige de woorden “dit onderzoek komt niet van ons uit, maar ’t zou goed zijn als het uit de wereld was”? Is het tevens waar dat het onderzoeksteam heeft gesteld dat de officier van justitie er geen zaak van zou maken? Wat waren de argumenten van de officier van justitie om dat niet doen? 9 Is het gezien deze uitlatingen een logische verklaring om van een “doofpotonderzoek” te spreken, zoals de rechtspsycholoog doet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid het onderzoek opnieuw uit te voeren door een geheel nieuw team, inclusief een nieuwe officier van justitie? 1) Nieuwe Revu, 7 april 2009: “Hollandse huurlingen & de doofpot” 2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 1994-1995, nr. 804 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 1996-1997, nr. 798; het gaat alleen over gebeurtenissen in Medak of Medacki Dzep en niet over Gospic-regio.