Nader rapport
Regels omtrent de aanwijzing van een nationale accreditatie-instantie in verband met de implementatie van EG-verordening nr. 765/ 2008 (Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie)
Nader rapport
Nummer: 2009D20057, datum: 2009-04-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2009Z07716:
- Indiener: M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- 2009-04-23 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-05-12 16:00: Procedurevergadering Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- 2009-06-03 14:00: Regels omtrent de aanwijzing van een nationale accreditatie-instantie in verband met de implementatie van EG-verordening nr. 765/ 2008 (Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie) - 31931 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- 2009-09-29 16:00: Procedurevergadering (van 16.00 tot 16.15 uur besloten) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- 2009-10-01 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-10-08 10:15: Hamerstukken (31931 en 31928) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
‘s-Gravenhage, 15 april 2009 Aan de Koningin WJZ / 9054860 Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende regels omtrent de aanwijzing van een nationale accreditatie-instantie in verband met de implementatie van EG-verordening nr. 765/2008 (Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie) ==================================================================== Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 december 2008, nr. 08.003719, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 januari 2009, nr. W10.08.0579/III, bied ik U hierbij aan. 1. De Raad van State adviseert tot aanpassing van het wetsvoorstel omdat hij van mening is dat de aanwijzing van een nationale accreditatie-instantie, die immers door toekenning van publiekrechtelijke bevoegdheden moet worden aangemerkt als een zelfstandig bestuursorgaan, in de wet zelf dient te geschieden. Aan deze aanbeveling van de Raad van State is gevolg gegeven door in artikel 2 de Stichting Raad voor Accreditatie uitdrukkelijk aan te wijzen als nationale accreditatie-instantie en het bestuur van die stichting aan te wijzen als bestuursorgaan dat de taken van de nationale accreditatie-instantie uitvoert. 2. Naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State dat niet duidelijk is of de vaststelling dat een klein deel van de omzet van de RvA voortvloeit uit niet wettelijke werkzaamheden betrekking heeft op de huidige of de toekomstige situatie, is de laatste zin van paragraaf 3.4 van de memorie van toelichting aangepast in die zin dat duidelijk is aangegeven dat het de toekomstige situatie betreft. De opmerkingen van de Raad van State inzake de overgang naar de nieuwe rechtssituatie hebben er toe geleid dat een nieuw artikel 10 in het wetsvoorstel is opgenomen waarin is bepaald dat op voor 1 januari 2010 ingediende verzoeken om accreditatie die op die datum nog niet zijn afgehandeld, het nieuwe wettelijke regime van toepassing is. Voorts is in het algemeen deel van de memorie van toelichting een nieuwe paragraaf 5.4 opgenomen waarin ten aanzien van andere aspecten wordt ingegaan op de overgang naar een nieuwe rechtssituatie. Tenslotte is in verband met de overgang naar een publiekrechtelijke rechtsbetrekking een nieuw artikel 6 opgenomen waarin is bepaald dat aan een besluit inzake accreditatie voorwaarden kunnen worden verbonden. 3. In paragraaf 4.1 van de memorie van toelichting wordt thans ingegaan op de wijze van implementatie van het door artikel 42 van EG-verordening nr. 765/2008 gewijzigde artikel 8, derde lid, van richtlijn 2001/95 EG. 4. Aan de redactionele opmerking van de Raad van State is gevolg gegeven. Ik moge U verzoeken, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Economische Zaken, PAGE 1 PAGE 2