[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport

Regels omtrent de aanwijzing van een nationale accreditatie-instantie in verband met de implementatie van EG-verordening nr. 765/ 2008 (Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie)

Nader rapport

Nummer: 2009D20057, datum: 2009-04-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z07716:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


		‘s-Gravenhage, 15 april 2009

		Aan de Koningin

WJZ / 9054860

Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende regels omtrent de
aanwijzing van een nationale accreditatie-instantie in verband met de
implementatie van EG-verordening 

nr. 765/2008 (Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie)

====================================================================

	Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 december
2008, nr. 08.003719, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 januari 2009,
nr. W10.08.0579/III, bied ik U hierbij aan.

	1. De Raad van State adviseert tot aanpassing van het wetsvoorstel
omdat hij van mening is dat de aanwijzing van een nationale
accreditatie-instantie, die immers door toekenning van
publiekrechtelijke bevoegdheden moet worden aangemerkt als een
zelfstandig bestuursorgaan, in de wet zelf dient te geschieden. Aan deze
aanbeveling van de Raad van State is gevolg gegeven door in artikel 2 de
Stichting Raad voor Accreditatie uitdrukkelijk aan te wijzen als
nationale accreditatie-instantie en het bestuur van die stichting aan te
wijzen als bestuursorgaan dat de taken van de nationale
accreditatie-instantie uitvoert.

	2. Naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State dat niet
duidelijk is of de vaststelling dat een klein deel van de omzet van de
RvA voortvloeit uit niet wettelijke werkzaamheden betrekking heeft op de
huidige of de toekomstige situatie, is de laatste zin van paragraaf 3.4
van de memorie van toelichting aangepast in die zin dat duidelijk is
aangegeven dat het de toekomstige situatie betreft.

	De opmerkingen van de Raad van State inzake de overgang naar de nieuwe
rechtssituatie hebben er toe geleid dat een nieuw artikel 10 in het
wetsvoorstel is opgenomen waarin is bepaald dat op voor 1 januari 2010
ingediende verzoeken om accreditatie die op die datum nog niet zijn
afgehandeld, het nieuwe wettelijke regime van toepassing is. Voorts is
in het algemeen deel van de memorie van toelichting een nieuwe paragraaf
5.4 opgenomen waarin ten aanzien van andere aspecten wordt ingegaan op
de overgang naar een nieuwe rechtssituatie. Tenslotte is in verband met
de overgang naar een publiekrechtelijke rechtsbetrekking een nieuw
artikel 6 opgenomen waarin is bepaald dat aan een besluit inzake
accreditatie voorwaarden kunnen worden verbonden. 	

	3. In paragraaf 4.1 van de memorie van toelichting wordt thans ingegaan
op de wijze van implementatie van het door artikel 42 van EG-verordening
nr. 765/2008 gewijzigde artikel 8, derde lid, van richtlijn 2001/95 EG.

	4. Aan de redactionele opmerking van de Raad van State is gevolg
gegeven. 

	Ik moge U verzoeken, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden. 

De Minister van Economische Zaken,

 PAGE   1 

  PAGE  2