Het hoge bedrag dat Surinaamse studenten moeten betalen voordat zij in Nederland mogen studeren
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D20232, datum: 2009-04-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z07774:
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. van Bommel, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-09-02 14:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z07774 Vragen van de leden Jasper van Dijk en Van Bommel (beiden SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het hoge bedrag dat Surinaamse studenten moeten betalen voordat zij in Nederland mogen studeren. (Ingezonden 22 april 2009) 1 Waarom moeten studenten uit Suriname circa 10.000 euro betalen voordat zij in Nederland mogen studeren? Hoe ziet deze regeling er precies uit en wat is de achtergrond hiervan? 1) 2 Is deze regeling bij alle instellingen voor hoger onderwijs hetzelfde? Zo neen, wat zijn de verschillen en waarom bestaan deze verschillen? 3 Is het waar dat Koreaanse of Japanse studenten geen studievisum hoeven te betalen? Zo ja, waarom bestaan er verschillen tussen studenten van verschillende niet EER-landen? 2) Kunt u aangeven voor welke nationaliteiten deze regeling wel geldt? 4 Deelt u de mening dat het voor veel studenten moeilijk is om in één keer een dergelijk hoog bedrag over te maken en dat het risico bestaat dat studeren in Nederland daarmee alleen voor rijke studenten is weggelegd? Zo ja, hoe gaat u de regeling aanpassen zodat de financiële drempel wordt verkleind, bijvoorbeeld door het bedrag in termijnen te kunnen betalen? Zo nee, waarom niet? 5 Deelt u de mening dat het voor studenten van buiten de EER lastig is om rond te komen, omdat zij maximaal 10 uur per week, of alleen drie maanden in de zomer, mogen werken wanneer hun werkgever een tewerkstellingsvergunning voor hen aanvraagt? Wat is de achtergrond van deze regeling? Waarom is er gekozen voor 10 uur? 3) 6 Wat zijn de gevolgen wanneer het aantal uren dat deze studenten mogen werken wordt verruimd, bijvoorbeeld tot 16 uur (twee volledige werkdagen)? 7 Erkent u dat de aanvraag van een tewerkstellingsvergunning voor potentiële werkgevers vaak een obstakel is, ondanks dat het een administratieve aangelegenheid is en dat het hierdoor voor deze groep studenten moeilijk wordt om naast hun studie in Nederland wat bij te verdienen? Zo nee, hoe komt het dat u van mening verschilt met de Nuffic? Zo ja, bent u bereid de regeling zo aan te passen dat de drempel voor werkgevers om buitenlandse studenten aan te nemen, geminimaliseerd wordt? 8 Hoe passen de genoemde belemmerende regelingen in de internationaliseringsdoelstellingen van het Kabinet, geformuleerd in “het grenzeloze goed”? 4) 9 Bent u bereid Surinaamse studenten bij bovengenoemde situaties te behandelen als studenten uit de EER, zoals dat nu ook al geldt voor de betaling van collegegeld? 1) HYPERLINK "http://www.vssa.nl/hoge_kosten_Surinaamse_studenten_in_Nederland" \n _blank http://www.vssa.nl/hoge_kosten_Surinaamse_studenten_in_Nederland 2) EER-landen: landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte 3) Werken tijdens de studie in het buitenland? Inventarisatie van de mogelijkheden voor niet-EU/EER-studenten om in een aantal landen te werken op basis van een studentenvisum. Nuffic 2008 4) Internationaliseringsagenda – “Het Grenzeloze Goed”, Kamerstuk 31 288, nr. 44