Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z08194

Vragen van de leden Van Velzen en De Wit (beiden SP) aan de
staatssecretaris van Justitie over de vergoeding van contra-expertise
bij taalanalyses. (Ingezonden 28 april 2009)

1

Is het waar dat er recentelijk nieuwe werkwijzen bij de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) en/of het Centraal Orgaan opvang asielzoekers
(COA) zijn ingevoerd met betrekking tot de vergoeding van
contra-expertises bij taalanalyses? 1)

2

Waar en bij wie moet nu de vergoeding van contra-expertise worden
aangevraagd?

3

Door wie wordt beoordeeld of een contra-expertise voor vergoeding in
aanmerking komt, en op welke gronden vindt die beoordeling plaats?

4

Hoe lang duurt het voordat een beslissing op de aanvraag voor vergoeding
van contra-expertise wordt genomen?

5

Is het waar dat de IND van een rechtshulpverlener/asielzoeker vraagt om
binnen twee of vier weken aan te geven of er contra-expertise zal plaats
vinden en daarbij tevens te melden binnen welke termijn de
contra-expertise zal zijn afgerond? Zo ja, wordt daarbij rekening
gehouden met wachttijden bij bureaus die de contra-expertises uitvoeren
en de beslistermijn van het COA inzake de aanvraag tot vergoeding van de
contra-expertise?

6

Is het waar dat de kosten voor contra-expertise als gevolg van de nieuwe
werkwijze nog slechts gedeeltelijk worden vergoed? Zo ja, welk
percentage van de kosten wordt nog vergoed?

7

Acht u de rechtsgang in beroep in zaken waar taalanalyses een rol spelen
voldoende gewaarborgd wanneer termijnen niet op elkaar aansluiten en er
geen volledige vergoeding plaats vindt van te maken kosten? Zo ja,
waarop baseert u uw mening? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen om de
rechtsgang te waarborgen?

1) Melding bij SP Tweede Kamerfractie