Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z08198

Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Verkeer en
Waterstaat en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over uitspraken
van de minister-president van Nedersaksen over de snelle treinverbinding
via Groningen naar Duitsland. (Ingezonden 28 april 2009)

1

Wat is uw reactie op de uitspraken van de minister-president van de
Duitse deelstaat Nedersaksen over de uitbreiding van Nederlandse
infrastructuur, met name zijn uitspraak over de snelle treinverbinding
via Groningen naar Duitsland? 1)

2

Moet de uitspraak van de minister-president van Nedersaksen gezien
worden als een verandering van opvatting van de Duitse politiek rond het
doortrekken van een snelle Nederlandse verbinding van Groningen naar
Duitsland? In hoeverre spreekt de Nedersaksische minister-president
namens meerdere belanghebbenden in Duitsland? Bent u  bereid dit na te
gaan? 

3

Deelt u de opvatting dat indien Duitsland wel bereid zou zijn een snelle
treinverbinding via  Groningen door te trekken naar Duitsland en naar
grote Duitse steden het besluit om de Zuiderzeelijn niet aan te leggen
een nieuwe weging verdient?

4

Wat heeft u gedaan om het draagvlak voor transnationale snelle
treinverbindingen te blijven polsen, zoals toegezegd tijdens de
behandeling van de begroting eind 2008?  

1) De Telegraaf, 26 april 2009: “Duitse kritiek infrastructuur”