[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31948 NR Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden van de controle op rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen

Wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden van de controle op rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen

Nader rapport

Nummer: 2009D22685, datum: 2009-05-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z08692:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

4 mei 2009

Onderwerp

Nader rapport inzake wetsvoorstel tot wijziging van onder meer Boek 2
van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen in
verband met het vervallen van de verklaring van geen bezwaar en het
verbeteren en uitbreiden van de controle op rechtspersonen met het oog
op de voorkoming en bestrijding van misbruik van rechtspersonen



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 december
2008, nr. 08.003696, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 februari 2009, nr.
W03.08.0559/II, bied ik U hierbij aan.

De Raad onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar geeft in
overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, nadat rekening is gehouden met zijn opmerkingen.
Hieronder ga ik in op de opmerkingen van de Raad. 

1. Effectiviteit

De Raad constateert dat in de toelichting bij het wetsvoorstel niet
wordt ingegaan op de vraag of en in welke mate in de huidige praktijk
gebruik gemaakt wordt door handhavende instanties van de gegevens die in
de registratie verzameld worden. Een aanpassing van het toezicht zonder
dat duidelijk is in hoeverre er met de risicomeldingen iets gedaan gaat
worden, roept volgens de Raad de vraag op in hoeverre dit toezicht
effectief zal zijn. 

Op grond van de huidige Wet documentatie vennootschappen kan gebruik
worden gemaakt van de gegevens in de registratie om misbruik van
rechtspersonen te voorkomen en te bestrijden, maar deze mogelijkheid kan
momenteel niet effectief worden benut, onder andere omdat alleen
gegevens uit openbare bronnen mogen worden doorverstrekt aan handhavers.
Op dit moment kunnen op basis van de Wet documentatie vennootschappen
aan vaste gebruikers (en zeer incidenteel aan andere publiekrechtelijke
organen) gegevens uit het automatiseringssysteem Vennoot worden
verstrekt door het Vennoot Inlichtingen Bureau. In 2008 zijn in het
kader van vergunningaanvragen 442 verzoeken om inlichtingen ontvangen
van handhavende instanties zoals de Autoriteit Financiële Markten. Het
aantal verzoeken om informatie is de afgelopen jaren steeds op hetzelfde
niveau gebleven. 

Ten opzichte van de huidige situatie biedt de nieuwe wijze van controle
van rechtspersonen een aantal mogelijkheden voor een effectiever gebruik
van de gegevens in de registratie. Ten eerste wordt efficiënter gebruik
gemaakt van de aanwezige gegevens door middel van automatische
risicogestuurde analyse. Dit maakt het mogelijk om in een vroeg stadium
een verhoogd risico op misbruik te signaleren. Ook maakt de nieuwe wijze
van controle het mogelijk om een signalering neer te leggen in een
risicomelding, deze te onderbouwen met gegevens uit zowel openbare als
gesloten bronnen en deze door te verstrekken aan handhavers. De
gepresenteerde samenhang van de gegevens in de risicomelding maakt dat
deze vorm van controle een meerwaarde heeft voor handhavers bij de
uitoefening van hun taak. Dit wordt bevestigd door de ervaringen in een
proefomgeving. Via handhavingsconvenanten en een handhavingsgremium -
een samenwerkingsverband tussen toezichthoudende en handhavende
organisaties met een overheidstaak op het gebied van misbruikbestrijding
bij rechtspersonen - zal voorzien worden in kwaliteitsbewaking en
terugkoppeling over eventuele vervolgacties.  

De memorie van toelichting is dienovereenkomstig aangevuld. 

2. Verwerking van persoonsgegevens

a. Kring van geregistreerde personen

De Raad adviseert de noodzaak van de uitbreiding van de
gegevensverwerking tot ouders, kinderen en kleinkinderen van personen
die betrokken zijn bij een rechtspersoon nader te bezien gelet op de
inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die hiermee wordt gemaakt.  

Naar aanleiding van het advies van de Raad heb ik de kring van
geregistreerde personen nader bezien. Ik meen dat het noodzakelijk is
voor het doel van de screening - het voorkomen en bestrijden van
misbruik van en door rechtspersonen - om gegevens van ouders en kinderen
en kleinkinderen van personen die betrokken zijn bij een rechtspersoon
in de risicoanalyse te betrekken. Uit ervaringsgegevens van het Bureau
BIBOB blijkt dat dit type relatie vaak betrokken is bij een
rechtspersoon en dat daar ook misbruik van wordt gemaakt. Het gaat dan
meestal om constructies die vergelijkbaar zijn met het inzetten van een
stroman, waarbij bijvoorbeeld de vader de zoon naar voren schuift als
bestuurder, maar de vader feitelijk de bestuurder blijft. Het verschil
met de echte stromanconstructie is dat het familielid in kwestie wel
“enigszins” betrokken is bij het bedrijf. 

De risicoanalyse die wordt uitgevoerd is gebaseerd op risicoprofielen
die periodiek door het ministerie van Justitie worden vastgesteld en
gemonitord. In die risicoprofielen is de betrokkenheid van familieleden
een risico-indicator. Periodiek (jaarlijks) zal in samenspraak met de
gebruikersraad worden vastgesteld of die set van indicatoren in de
risicoprofielen richtinggevend zijn voor een mogelijk misbruik van
rechtspersonen. Mocht blijken dat het – ondanks de huidige
ervaringsgegevens – het niet zinvol is om de voorgestelde kring van
familieleden te betrekking bij de screening, dan zullen de
risicoprofielen worden aangepast. 

b en c. Voorwaarden registratie en gebruik van persoonsgegevens en
bewaarneming gegevens

De Raad stelt vast dat de toelichting en het wetsvoorstel niet geheel
overeenkomen wat betreft de clausuleringen die gemaakt worden ten
aanzien van de gegevensverwerking van natuurlijke personen die niet
direct bij de rechtspersoon betrokken zijn. De Raad stelt voor om in het
wetsvoorstel op te nemen dat enkel gegevens van deze natuurlijke
personen worden opgenomen in de risicomelding en de registratie indien
zij van belang zijn voor de onderbouwing van de risicomelding (artikel
4, vijfde lid, Wet controle op rechtspersonen). 

Het advies van de Raad geeft aanleiding om de gegevensverwerking met
betrekking tot de echtgenoot, geregistreerd partner of levensgezel,
ouders, kinderen en kleinkinderen van bij rechtspersonen betrokken
natuurlijke personen te verduidelijken in artikel 4 van de Wet controle
op rechtspersonen. Hiertoe is een nieuw derde lid ingevoegd, waarin
wordt geregeld dat in de registratie gegevens kunnen worden opgenomen
van familieleden als dit nodig is met het oog op de analyse van het
bestuursnetwerk binnen een rechtspersoon. Hierdoor wordt meer dan in het
huidige artikel 4, vijfde lid, waarin de beperking is gesteld dat
gegevens mogen worden opgenomen indien dat nodig is in verband met
andere natuurlijke personen die zijn opgenomen in de registratie, tot
uitdrukking gebracht dat er alleen gegevens worden verwerkt op het
moment dat hiervoor aanleiding is. Dit zal doorgaans het geval zijn als
er sprake is van een levensloopmoment waar de aan de rechtspersoon
gelieerde natuurlijke persoon bij betrokken is. Concreet gaat het om
situaties als de oprichting van een rechtspersoon, waarbij bestuurders
in het handelsregister worden ingeschreven of een bestuurderswisseling. 

De toelichting is dienovereenkomstig aangepast. 

Naar aanleiding van het advies van de Raad om een jaarlijks onderzoek
naar de noodzaak van de opname van de overige in de registratie
opgenomen gegevens op te nemen in de Wet controle op rechtspersonen en
daarmee het wetsvoorstel aan te passen aan de toelichting is het
voorgestelde artikel 9, tweede lid, van deze wet aangepast. Daarmee
wordt tevens het advies van de Raad opgevolgd om beter in het
wetsvoorstel tot uitdrukking te brengen dat de gegevensverwerking van
familieleden beperkt wordt door het feit dat deze gegevens, indien deze
niet leiden tot de constatering van een verhoogd misbruik, weer
verwijderd worden uit de registratie. Deze noodzaak zal jaarlijks worden
heroverwogen. 

 

d. Bewaartermijn doorverstrekte gegevens en aantekeningen

De Raad constateert dat in het wetsvoorstel de bewaartermijn van de
aantekening van risicomeldingen in de registratie is geregeld, maar dat
de bewaartermijn van de risicomelding door de ontvanger van die melding
niet is vastgelegd. De Raad is van mening dat het voorstel er in zou
moeten voorzien dat de risicomelding na de gebruikstermijn uit alle
dossiers van de ontvangers wordt verwijderd, indien binnen die termijn
geen gebruik van de risicomelding is gemaakt. 

Naar aanleiding van het advies van de Raad is in het voorgestelde
artikel 5 van de Wet controle op rechtspersonen geregeld dat de
ontvanger die binnen de gebruikstermijn geen gebruik maakt van een
risicomelding, deze verwijdert uit zijn administratie. 

3. Redactionele kanttekening

De redactionele kanttekening van de Raad is overgenomen. 

4. Andere wijzigingen

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de samenloop tussen het
wetsvoorstel en de thans aanhangige wetsvoorstellen tot vaststelling van
titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (28 746) en tot
wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de
aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte
aansprakelijkheid (Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht
(Kamerstukken II 2006/07, 31 058, nr. 1-2)) te regelen.

 

De Staatssecretaris van Justitie,

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Datum

4 mei 2009

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  4  



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

sector Staats- en bestuursrecht

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Contactpersoon

Mw. mr. M. Langius

wetgevingsjurist

T	070 370 7309

F	070 370 7910

Ons kenmerk

5597962/09/6

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  4 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  4  " " "  Pagina 1 van 4   



Aan de Koningin