Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z08913

Vragen van het lid Van Hijum (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over het aanvragen van de deeltijd-WW. (Ingezonden 14
mei 2009)

1

Heeft u kennisgenomen van het artikel “Deeltijd-WW riskant voor
kleiner bedrijf”? 1)

2

Bent u van mening dat het een reële inschatting is dat het aanvragen
van deeltijd-WW voor kleine ondernemers een riskante zaak is, zoals
geschetst door accountantsorganisatie HLB Van Daal & Partners? Zo ja,
hoe kan dit risico worden voorkomen? Zo nee, in hoeverre is de
boeteclausule dan een dode letter?

3

Wat gebeurt er bijvoorbeeld als één van de grote klanten van een
bedrijf met deeltijd-WW failliet gaat of een van de toeleveranciers?
Kunt u uiteenzetten of en in welke gevallen het UWV de ondernemer
persoonlijk aansprakelijk stelt en de schade op hem verhaalt?

4

In hoeverre is er bij bedrijven waaraan deeltijd-WW wordt versterkt ook
perspectief op blijvende werkgelegenheid? Hoe wordt hier op getoetst?

5

Kunt u toelichten hoe, in welke mate en in welk tempo een aanspraak op
deeltijd-WW ten koste gaat van opgebouwde WW-rechten? Kunt u toelichten
welk perspectief er is voor een werknemer die zijn WW rechten heeft
opgebruikt maar voor wie wel nog deeltijd-WW geldt? 

6

Kunt u aangeven welke concrete eisen het UWV aan scholing stelt bij het
beoordelen van de verlengingsvraag tot deeltijd-WW? 

1) Trouw, 11 mei 2009