[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Knelpunten in de praktijk van de handhaving van de natuurwetgeving

Schriftelijke vragen

Nummer: 2009D23375, datum: 2009-05-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z09009:

Preview document (🔗 origineel)


2009Z09009

Vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, van Justitie en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over knelpunten in de praktijk van de handhaving van
de natuurwetgeving. (Ingezonden 14 mei 2009)

1

Kunt u uiteenzetten op welke wijze u in jaar- en werkplannen uitvoering
geeft aan de in het ‘Convenant Nalevingstrategie Natuurwetgeving’
afgesproken nalevingstrategie? 1)

2

Kunt u uiteenzetten op welke wijze u concreet uitvoering geeft aan de
naleving van de zes in het convenant genoemde primaire wettelijke
normen, die u als meest belangrijk heeft aangemerkt vanwege de
beleidsdoelen van de natuurwetgeving (zie bijlage bij convenant, onder
3, punt 1 t/m 6)? Kunt u uiteenzetten hoeveel controles hierop in het
afgelopen jaar zijn uitgevoerd en wat hiervan tot nu toe het resultaat
was? Kunt u per doel aangeven hoeveel controles hierop in totaal zijn
uitgevoerd sinds de inwerkingtreding van het convenant? Zo nee, waarom
niet?

3

Kunt u uiteenzetten welke knelpunten er momenteel zijn op het gebied van
de handhaving van de natuurwetgeving, zowel op landelijk als provinciaal
en regionaal niveau? 

4

Kunt u aangeven op welke wijze de prioritering bij de politie op het
gebied van de handhaving van de groene wetgeving tot stand is gekomen en
kunt u inzicht in die prioritering geven? Zo nee, waarom niet?

5

Kunt u aangeven op welke wijze u een goede en adequate handhaving van de
natuurwetgeving door opsporingsambtenaren kunt garanderen, omdat in de
praktijk blijkt dat veel geplande controles voor handhaving van de
natuurwetgeving niet doorgaan vanwege andere prioriteiten? 

6

Is het waar dat alleen economische delicten meetellen voor de
resultaatbepaling van de politie aangaande processen-verbaal van
milieuwetgeving, en andere delicten hierin niet meetellen? Zo ja, wat is
hiervan de achtergrond? Zo nee, op welke wijze tellen processen-verbaal
aangaande milieuwetgeving en andere groene wetten dan mee voor de
resultaatbepaling?

7

Kunt u uiteenzetten of er aanvullende functie-eisen of
applicatiecursussen voor de medewerkers van het Functioneel Parket en
rechters zijn, die de processen-verbaal op het gebied
natuurovertredingen in behandeling nemen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom
niet en op welke wijze wilt u hierin verandering brengen?

8

In het geval er op ‘groene wetten’ toegesneden functie-eisen zijn,
vindt er toetsing plaats van deze eisen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?

9

Kunt u aangeven op welke wijze de kennis van medewerkers van het
Functioneel Parket en rechters in het algemeen, en ten aanzien van
groene wetten in het bijzonder, op peil wordt gehouden en op welke wijze
dit wordt gecontroleerd?

10

Kunt u aangeven of er in de praktijk gebruik gemaakt wordt van de
'Aanwijzing besluit minister artikel 112 van de Flora- en faunawet 1998'
(bestuursdwang)? Zo ja, hoe vaak is dat in het afgelopen jaar gebeurd en
in welke gevallen? Zo nee, waarom niet?

11

Kunt u aangeven hoeveel processen-verbaal er in 2008 zijn opgemaakt op
het gebied van de handhaving van de groene wetgeving, en hoeveel van
deze processen-verbaal zijn geseponeerd?

12

Is het waar dat het Openbaar Ministerie het beleid hanteert om alleen
'zwaardere' overtredingen van de natuurwetgeving te vervolgen en de
'kleinere' zaken te seponeren? Zo ja, wat is de reden hiervoor? Zo nee,
op welke wijze heeft u dit getoetst?

13

Deelt u de mening dat ook 'kleinere' overtredingen van de
natuurwetgeving vervolgd moeten worden om een meer gerichte aanpak voor
betere naleving van natuurwetten te kunnen realiseren? Zo ja, wanneer en
op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

14

Deelt u de mening dat de aanpak van 'kleinere' zaken in de praktijk
juist eveneens leidt tot de aanpak van 'zwaardere' overtredingen? Zo
nee, op basis waarvan trekt u deze conclusie?

15

Kunt u aangeven op welke wijze u de toezicht- en opsporingsambtenaren op
de natuurwetgeving tegemoet kunt komen, zodat zij op een behoorlijke
wijze hun werk kunnen uitvoeren en niet belemmerd worden in de
uitvoering van hun werkzaamheden vanwege het niet-vervolgingsbeleid van
het Openbaar Ministerie, wanneer zij proces-verbaal hebben opgemaakt? Zo
nee, waarom niet?

16

Herkent u het probleem dat in de door de minister van LNV en de
provincies uitgevaardigde regelingen met betrekking tot de
natuurwetgeving vaak veel wijzigingen optreden in kort tijdsbestek en
dat dit voor handhavers uitvoeringsproblemen met zich brengt en daarmee
de handhaving hierin tekortschiet? Zo ja, op welke wijze denkt u dit
probleem te kunnen oplossen? 

17

Kunt u aangeven op welke wijze opsporingsambtenaren op de hoogte worden
gehouden van de benodigde kennis? Bent u van mening dat dit toereikend
is? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, wat gaat u hieraan doen en op welke
termijn?

1) Kamerstuk 31 379, nr. 3