31893, bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 20 mei 2009)
Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2009D25458, datum: 2009-05-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2009Z04821:
- Indiener: J.P.H. Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-03-18 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-03-24 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-03-31 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-04-23 14:00: Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-05-26 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2009-05-28 13:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-06-03 10:15: Hamerstuk: Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (31 893) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (nota van wijziging d.d. 20 mei 2009) 31 893 Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen inzake de invoering van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en voorts enkele wijzigingen aan te brengen in de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen; Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE WERKLOZEN De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen wordt als volgt gewijzigd: aA Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. De definitie van âCWIâ vervalt. 2. In de definitie van âminimumloonâ vervalt:, vermeerderd met de daarover berekende vakantiebijslag, bedoeld in artikel 15 van die wet. 3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de definitie van âwerknemerâ door een puntkomma, wordt een definitie toegevoegd, luidende: WGA-uitkering: de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten, bedoeld in hoofdstuk 7, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. bA Artikel 3 komt te luiden: Artikel 3 Recht op uitkering 1. Recht op uitkering op grond van deze wet heeft de persoon: a. wiens eerste dag van werkloosheid tussen 30 september 2006 en 1 juli 2011 ligt; b. die op die dag 60 jaar of ouder is; c. die op die dag voldeed aan de voorwaarden voor duurverlenging, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de Werkloosheidswet, en d. op wie geen uitsluitingsgrond van toepassing is als bedoeld in artikel 6. 2. Tevens heeft recht op uitkering op grond van deze wet de persoon: a. die terzake van een eerder recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, voldoet; b. voor wie nadien een nieuw recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet is ontstaan terzake waarvan artikel 42b van de Werkloosheidswet toepassing heeft gevonden of terzake waarvan voldaan is aan de voorwaarden voor duurverlenging, bedoeld in artikel 42, tweede lid, van de Werkloosheidswet, en c. op wie geen uitsluitingsgrond van toepassing is als bedoeld in artikel 6. 3. Het tweede lid is niet van toepassing indien het eerdere recht, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, geheel niet geldend is gemaakt als gevolg van een maatregel van blijvend gehele weigering als bedoeld in artikel 27, eerste en tweede lid, van de Werkloosheidswet. 4. Het recht op uitkering ontstaat op de dag na de dag waarop de geldende uitkeringsduur op grond van de Werkloosheidswet is verstreken, tenzij op de dag voorafgaand aan het verstrijken van de uitkeringsduur een maatregel van blijvend gehele weigering van de uitkering op grond van artikel 27, eerste of tweede lid, van de Werkloosheidswet van toepassing is. cA Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 3a Recht op uitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikte ouderen 1. Recht op een uitkering op grond van deze wet heeft tevens de persoon: a. voor wie tussen 31 december 2007 en 1 juli 2011 recht is ontstaan op de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering; b. die op de dag dat het recht op de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering ontstond 60 jaar of ouder is, en c. op wie geen uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 6 van toepassing is. 2. Het recht op een uitkering op grond van dit artikel ontstaat op de dag na de dag waarop de geldende uitkeringsduur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is verstreken en kan niet eerder ontstaan dan na inwerkingtreding van deze wet. 3. Het eerste lid is niet van toepassing indien artikel 59, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen toepassing heeft gevonden, tenzij de eerste dag van de werkloosheid op grond waarvan een uitkering op grond van de Werkloosheidswet werd ontvangen als bedoeld in dat artikel, lag op of na 1 oktober 2006 en de persoon op die dag 60 jaar of ouder was. dA In artikel 5 wordt na âbedoeld in artikel 3, eerste lid,â ingevoegd: en artikel 3a, eerste lid,. A Artikel 6, eerste lid, onderdeel d, vervalt, onder verlettering van onderdelen e en f tot onderdelen d en e. Aa Artikel 7 komt te luiden: Artikel 7 Eindigen van het recht op uitkering Het recht op een uitkering eindigt: a. met ingang van de dag waarop er ten aanzien van de uitkeringsgerechtigde een uitsluitingsgrond van toepassing is; b. de dag volgend op de dag waarop de uitkeringsgerechtigde overlijdt. Ab In artikel 8 wordt na âbedoeld in artikel 3, eerste lid,â ingevoegd: en artikel 3a, eerste lid,. B In artikel 9, eerste lid, onderdeel a, wordt âde artikelen 12, artikel 13, artikel 14 of 15â vervangen door: artikel 12, 13, 14 of 15. C Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt âA staat voor het minimumloonâ vervangen door âA niet hoger is dan het minimumloon en staat voor de som van: a. 10/7 vermenigvuldigd met het totale bedrag aan uitkeringen exclusief vakantiebijslag dat de uitkeringsgerechtigde ontving op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in de kalendermaand voorafgaande aan de dag waarop de geldende uitkeringsduur van de uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van de WGA-uitkering is verstreken, en b. het loon uit dienstbetrekking dat de uitkeringsgerechtigde in die maand verdiende, waarbij A wordt herzien op de wijze als bedoeld in artikel 14 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslagâ en wordt âB staat voor het in de desbetreffende kalendermaand verworven inkomenâ vervangen door âB staat voor het inkomen per kalendermaandâ. 2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde tot en met zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder uitkering op grond van de Werkloosheidswet tevens verstaan inkomen dat op grond van artikel 34 van de Werkloosheidswet geheel in mindering is gebracht op de uitkering op grond van de Werkloosheidswet. 3. Voor de toepassing van het eerste lid worden de uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet en de Ziektewet, bedoeld in eerste lid, onderdeel a, vermenigvuldigd met 21,75 en vervolgens gedeeld door het aantal werkdagen in die betreffende kalendermaand. 3. In het vierde lid (nieuw) wordt âhet inkomen uit arbeid in het bedrijfs- en beroepslevenâ vervangen door: inkomen uit arbeid. 4. In het vijfde lid (nieuw) wordt âwordt inkomen in verband met arbeidâ vervangen door: wordt overig inkomen. 5. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden: 6. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat wordt verstaan onder inkomen uit arbeid als bedoeld in het vierde lid en overig inkomen als bedoeld in het vijfde lid. 6. Het vijfde lid (oud) en zevende lid vervallen. 7. Het zesde lid (oud) wordt vernummerd tot zevende lid en komt te luiden: 7. Voor zover het recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet gedeeltelijk is geĂ«indigd door het verrichten van werkzaamheden als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van een vertegenwoordigend orgaan van een publiekrechtelijk lichaam dat bij rechtstreekse verkiezing wordt samengesteld, of een algemeen bestuur van een waterschap, staat bij de toepassing van het eerste lid A, in afwijking in zoverre van het eerste lid, voor het minimumloon. D Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt voor personen die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep behoren van de Wet sociale werkvoorziening, onder een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling mede verstaan een voorziening gericht op het verkrijgen van arbeid in een dienstbetrekking als bedoeld in de artikelen 2 en 7 van die wet. E Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 11a Algemeen geaccepteerde arbeid Behoudens voor de toepassing van artikel 13, tweede en derde lid, wordt niet als algemeen geaccepteerde arbeid beschouwd arbeid op grond van een dienstbetrekking als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening. Ea Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden: c. werken mee aan een voor hen gewenst onderzoek naar hun arbeidsgeschiktheid door een arts, een psycholoog of een beroepskeuze-adviseur;. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. De verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van: a. het re-integratiebedrijf dat in opdracht van het UWV werkzaamheden verricht; of b. personen die met toestemming van het UWV zijn aangewezen door een re-integratiebedrijf als bedoeld in onderdeel b, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van de bij overeenkomst aan deze personen en rechtspersonen opgedragen taken. Eb Artikel 15, onderdeel a, komt te luiden: a. staan als werkzoekende geregistreerd en verlengen die registratie tijdig;. F Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt na âop grond van de artikelenâ ingevoegd: 12, tweede lid, onderdeel c,. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. De artikelen 14, eerste lid, en 15 zijn niet van toepassing op de werknemer die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening behoort. G Aan artikel 19 wordt een artikellid toegevoegd, luidende: 8. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot het derde en vierde lid. H In artikel 21, eerste en tweede lid, wordt âwerknemerâ telkens vervangen door: aanvrager of de uitkeringsgerechtigde. Ha Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na âde Wet arbeid en zorgâ ingevoegd:, de Werkloosheidswet. 2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien het UWV gebruik maakt van deze bevoegdheid, geschiedt de bekendmaking van het dwangbevel, in afwijking van artikel 4.4.4.2.10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van toezending per post aan degene aan wie de boete is opgelegd. 3. In het vierde lid, aanhef, wordt âartikel 21, vijfde lidâ vervangen door: artikel 21, vierde lid. 4. In het vierde lid, onderdeel a, wordt âartikel 4.4.1.9, derde lidâ vervangen door: artikel 4.4.1.9, vierde lid. Hb Artikel 26 komt te luiden: Artikel 26 Betaling van de uitkering Het UWV betaalt de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat per maand achteraf. Hc Artikel 27 komt te luiden: Artikel 27 Recht op vakantie-uitkering De uitkeringsgerechtigde die over een maand recht heeft op een uitkering op grond van deze wet, heeft over die maand recht op vakantie-uitkering. Hd Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende Artikel 27a Hoogte van de vakantie-uitkering 1. De vakantie-uitkering bedraagt 8 procent van het bedrag aan uitkering op grond van deze wet, waarop recht bestond in het tijdvak van twaalf maanden, voorafgaande aan de maand mei. 2. Indien het percentage van de vakantiebijslag, bedoeld in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0002638/geldigheidsdatum_18-02-2009" \l "HoofdstukIII_Artikel15" artikel 15, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag , wordt gewijzigd, treedt dit gewijzigde percentage in de plaats van het in het eerste lid genoemde percentage. Het gewijzigde percentage wordt in aanmerking genomen over de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat vanaf de dag waarop de wijziging ingaat. 3. Het UWV betaalt de vakantie-uitkering jaarlijks in de maand mei over de aan die maand voorafgaande 12 maanden, of, indien het recht op uitkering eerder dan in de maand mei geheel eindigt, in de desbetreffende maand. 4. De vakantie-uitkering wordt betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld. I Artikel 28 komt te luiden: Artikel 28 Inhouding vereveningsbijdrage Het UWV houdt op de uitkering, op de vakantie-uitkering en op de toeslag op grond van de Toeslagenwet een bedrag in, dat gelijk is aan het bedrag van de premie die een werkgever, op grond van HYPERLINK "http://kluwer-adw.rijksweb.nl/kluwer/scripts/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0& Ut=2&Frm=b&Dbname=*eO&Ses=5238023&Dbname=*eO&Tref=010A06088A9B4D7A12" \l "start" afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, op het overeenkomstige loon van een werknemer, die verzekerd is op grond van de HYPERLINK "http://kluwer-adw.rijksweb.nl/kluwer/scripts/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=0& Ut=2&Frm=b&Dbname=*eO&Ses=5238023&Dbname=*eO&Tref=01BD385109E0FA46D7" \l "start" Werkloosheidswet , inhoudt. J Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid, wordt âover een periode van vier wekenâ vervangen door âover een periode van Ă©Ă©n kalendermaandâ en wordt na âbedoeld in artikel 3, eerste lidâ toegevoegd â, en artikel 3a, eerste lidâ. 2. In het vierde lid wordt âartikel 6, eerste lid, onderdeel fâ vervangen door: artikel 6, eerste lid, onderdeel e. K Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede en vierde lid vervallen onder vernummering van het derde lid tot tweede lid en het vijfde lid tot derde lid. 2. In het tweede lid (nieuw) wordt âbelanghebbendeâ vervangen door: aanvrager of de uitkeringsgerechtigde. Ka Artikel 38 vervalt. Kb In artikel 40, eerste lid, wordt na âDe op grond van deze wet te betalen uitkeringenâ ingevoegd: , de door het UWV te verstrekken vergoeding als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet. L Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt âartikel 21, zevende lidâ vervangen door: artikel 21, vijfde lid. 2. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden: d. het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten: artikel 19, achtste lid. 3. In het eerste lid, vervalt, onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel e, onderdeel e (oud). 4. In het tweede lid, onderdeel a, wordt âhet Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigd betaalde uitkeringâ vervangen door: de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering van onverschuldigde betalingen op grond van een aantal socialezekerheidswetten. 5. Onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c en onderdeel f tot onderdeel d, vervallen in het tweede lid de onderdelen c (oud) en e. ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onderdeel l, onder 2Âș, wordt na âde Werkloosheidswet,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. B In artikel 30, eerste lid, onderdeel a, wordt na âde Toeslagenwet,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. C Artikel 82a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Na âde Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,â wordt ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, wordt na onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende: j. artikel 13 en de artikelen 19 tot en met 21 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen. ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE TOESLAGENWET De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, eerste lid, onderdeel d, wordt âen de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairenâ vervangen door: , de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen. Aa Aan artikel 8a wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt tevens onder grondslag verstaan de factor A, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, gedeeld door 21,75. B In artikel 14g, eerste lid, wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen. ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET In artikel 27g, eerste lid, van de Werkloosheidswet wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN In artikel 96, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING In artikel 29g, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL VII WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN In artikel 46, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL VIII WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING ZELFSTANDIGEN In artikel 54, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL IX WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt âovereenkomstig het derde, vierde en vijfde lidâ vervangen door: overeenkomstig het derde tot en met zesde lid en het negende lid. 2. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot tiende en elfde lid, worden vier leden ingevoegd, luidende: 6. Indien dat lager is dan de grondslag, vastgesteld op grond van het derde tot en met vijfde lid, bedraagt de grondslag, bedoeld in het eerste lid, 10/7 x A + B, waarbij: A staat voor de uitkeringen ontvangen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in de kalendermaand voorafgaande aan de dag waarop de geldende uitkeringsduur op grond van de Werkloosheidswet is verstreken; B staat voor het loon uit dienstbetrekking dat de uitkeringsgerechtigde in die kalendermaand verdiende, waarbij A wordt herzien op de wijze als bedoeld in artikel 14 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. 7. Voor de toepassing van het zesde lid wordt onder uitkering op grond van de Werkloosheidswet tevens verstaan inkomen dat op grond van artikel 34 van de Werkloosheidswet geheel in mindering is gebracht op de uitkering op grond van de Werkloosheidswet. 8. Voor de toepassing van het zesde lid worden de uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet en de Ziektewet vermenigvuldigd met 21,75 en vervolgens gedeeld door het aantal werkdagen in die betreffende kalendermaand. 9. Het zesde lid is niet van toepassing, voor zover de uitkomst van de berekening op grond van dat lid minder bedroeg dan de van toepassing zijnde grondslag op grond van het derde tot en met vijfde lid, als gevolg van een gedeeltelijke eindiging van een recht op uitkering op grond van de HYPERLINK "http://kluwer-adw.rijksweb.nl/kluwer/scripts/cgi1frnt.exe?CmdL=&Drel=1& Ut=2&Frm=b&Dbname=*eO&Ses=5330949&Dbname=*eO&Tref=01BD385109E0FA46D7" \l "start" Werkloosheidswet door het verrichten van werkzaamheden als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, van een vertegenwoordigend orgaan van een publiekrechtelijk lichaam dat bij rechtstreekse verkiezing wordt samengesteld, of van een algemeen bestuur van een waterschap. B Artikel 9, vierde en vijfde lid, vervallen. C In artikel 20f, derde lid, wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. D Na artikel 63b wordt een artikel ingevoegd, luidende Artikel 63c Artikel 9, vierde en vijfde lid, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van de Wet tot invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (Stb. PM), blijft van toepassing met betrekking tot: a. een recht op uitkering dat voor 1 december 2009 is ontstaan; b. een recht op uitkering dat voor 1 december 2009 is ontstaan, daarna is geĂ«indigd en na 1 december 2009 op grond van artikel 7 van die wet is herleefd, of; c. personen die voor 1 december 2009 voldoen aan artikel 2 maar die voor die datum geen recht hebben op een uitkering. ARTIKEL X WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN In artikel 20f, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairenâ ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL XI WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 45g, eerste lid, wordt na âde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. B Artikel 46, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. De punt aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door een puntkomma. 2. De punt aan het slot van onderdeel b wordt vervangen door een puntkomma en er wordt aan het onderdeel toegevoegd: en. 3. Er wordt een onderdeel toegevoegd luidende: c. degene die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen of op een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. ARTIKEL XII WIJZIGING VAN DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET In artikel 17g, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet wordt na âde Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL XIII WIJZIGING VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET In artikel 45, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet wordt na âde Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL XIV WIJZIGING VAN DE ALGEMENE OUDERDOMSWET In artikel 17i, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet wordt na âde Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL XV WIJZIGING VAN DE WET WERK EN BIJSTAND In artikel 6, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, wordt na âde Werkloosheidswet,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL XVI WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN In artikel 47, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen, wordt na âde Wet werk en bijstand,â ingevoegd: de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,. ARTIKEL XVII INWERKINGTREDING Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PAGE PAGE 13