Overzicht van relevante wetsartikelen waarnaar wordt verwezen in de Kieswet
Wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland
Bijlage
Nummer: 2009D25633, datum: 2009-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2009Z09771:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-05-27 13:00: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-06-11 15:00: Extra procedurevergadering cie NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-09-03 14:00: Wijziging van de Kieswet in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-11-04 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-01-15 11:00: Diverse Wetten openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-01-18 11:00: (Voortzetting wetgevingsoverleg) diverse Wetten openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-02 16:00: Extra procedurevergadering commissie NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-04 10:15: Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 954) + Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 958) + Wijziging van de Kieswet i.v.m. de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (31 956) + Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 957) + Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 959) + Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (32 047) + Wet bescherming persoonsgegevens BES) (32 161) (plenaire afronding) maart) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-03-09 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2010-03-10 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage: Overzicht van relevante wetsartikelen waarnaar wordt verwezen in de Kieswet Bepaling Kieswet Nederlandse wetgeving Wetgeving voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba Artikel B 3, tweede lid, sub a en b Vreemdelingenwet 2000 artikel 8, onder a, b, c, d, e of l Wet toelating en uitzetting BES artikel 3 en 6 Artikel 8 De vreemdeling heeft in Nederland uitsluitend rechtmatig verblijf: a. op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14; b. op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20; c. op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28; d. op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33; e. als gemeenschapsonderdaan zolang deze onderdaan verblijf houdt op grond van een regeling krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap dan wel de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; l. indien de vreemdeling verblijfsrecht ontleent aan het Associatiebesluit 1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije. Artikel 14 (Verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd) 1. Onze Minister is bevoegd: a. de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; b. de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; c. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te wijzigen, hetzij op aanvraag van de houder van de vergunning hetzij ambtshalve wegens veranderde omstandigheden; d. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te trekken; e. ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verlenen. 2. Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend onder beperkingen, verband houdende met het doel waarvoor het verblijf is toegestaan. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de beperkingen en voorschriften. 3. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend voor ten hoogste vijf achtereenvolgende jaren. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning en de verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning. Artikel 20 (Verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd) 1. Onze Minister is bevoegd: a. de aanvraag tot het verlenen of tot het wijzigen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; b. een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in te trekken dan wel te wijzigen. 2. Een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd wordt niet onder beperkingen verleend. Aan de vergunning worden geen voorschriften verbonden. Artikel 28 (Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd) 1. Onze Minister is bevoegd: a. de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; b. de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur ervan in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; c. een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te trekken. 2. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt verleend voor ten hoogste vijf achtereenvolgende jaren. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de gevallen worden aangewezen waarin de verblijfsvergunning voor minder dan vijf achtereenvolgende jaren wordt verleend. Daarbij kunnen regels worden gesteld over de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning en over de verlenging ervan. Artikel 33 (Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd na asiel voor bepaalde tijd) Onze Minister is bevoegd: a. de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in te willigen, af te wijzen dan wel niet in behandeling te nemen; b. een verleende verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in te trekken. Artikel 2 Toelating tot verblijf wordt van rechtswege toegekend of bij vergunning verleend. Artikel 3 1. Van rechtswege hebben toelating tot verblijf in een openbaar lichaam: a. vreemdelingen van overheidswege uitgezonden, zolang zij in overheidsdienst zijn; b. vreemdelingen, die in dienst zijn geweest van een openbaar lichaam en uit dien hoofde pensioen of uitkering bij wijze van pensioen genieten, alsmede de niet hertrouwde weduwen van zodanige vreemdelingen; c. in een openbaar lichaam als zodanig toegelaten beroepsconsuls, beroepsconsulaire ambtenaren en ander consulair personeel; d. militairen, gedurende de tijd dat zij in een openbaar lichaam zijn gestationeerd; e. opvarenden van tot de zee- of luchtmacht van enige mogendheid behorende schepen of luchtvaartuigen, gedurende de tijd, dat een openbaar lichaam met toestemming van de bevoegde autoriteit wordt aangedaan; f. de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en minderjarige kinderen van de onder a, b, c en d genoemde vreemdelingen; g. vreemdelingen, in een openbaar lichaam geboren, mits zij de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt, en sedert hun geboorte onafgebroken in een openbaar lichaam zijn toegelaten geweest. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan de categorie van rechtswege toegelatenen tot een openbaar lichaam, bedoeld in het eerste lid, worden uitgebreid. 3. Op een daartoe strekkend verzoek wordt aan de vreemdelingen, bedoeld in het eerste lid, door Onze Minister een verklaring verstrekt waaruit blijkt dat zij van rechtswege toelating tot verblijf in een openbaar lichaam hebben. 4. Aan de toelating tot verblijf van rechtswege kunnen ten aanzien van de echtgenoot van een toegelatene door Onze Minister voorwaarden worden verbonden met betrekking tot het uitoefenen van een bepaald beroep of bedrijf. Artikel 6 1. Vreemdelingen die in de openbare lichamen verblijven en die niet bij of krachtens de artikelen 3 of 5a zijn toegelaten tot verblijf behoeven een vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf. 2. Een vergunning tot tijdelijk verblijf wordt verleend voor ten hoogste vijf achtereenvolgende jaren. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de geldigheidsduur van de vergunning tot tijdelijk verblijf en de verlenging van de geldigheidsduur van de vergunning tot tijdelijk verblijf. 3. Een vergunning tot verblijf wordt voor onbepaalde tijd afgegeven. Artikel G 1, derde lid, sub b, G 2, derde lid, sub b, en G 3, derde lid, sub b Handelsregisterwet artikel 2 Handelsregisterwet BES artikel 1a Artikel 2 Er is een handelsregister van ondernemingen en rechtspersonen: a. ter bevordering van de rechtszekerheid in het economisch verkeer; b. voor de verstrekking van gegevens van algemene, feitelijke aard omtrent de samenstelling van ondernemingen en rechtspersonen ter bevordering van de economische belangen van handel, industrie, ambacht en dienstverlening; c. voor het registreren van alle ondernemingen en rechtspersonen als onderdeel van de gegevenshuishouding die bijdraagt aan het efficiënt functioneren van de overheid. Artikel 1a 1. Er wordt een handelsregister ingesteld, waarin alle op Bonaire, Sint Eustatius en Saba gevestigde zaken in den zin dezer wet worden ingeschreven. 2. Het handelsregister wordt gehouden ten kantore van de Kamer van Koophandel en Nijverheid. 3. Iedere zaak wordt ingeschreven in het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Nijverheid, onderscheidenlijk het betreffende Bestuurscollege in het gebied waarin zij gevestigd is. 4. Indien in enige wettelijke bepaling een verrichting ten kantore van het handelsregister voorgeschreven is, wordt onder het kantoor van het handelsregister verstaan de plaats waar in het gebied waar de betrokken zaak gevestigd is het handelsregister gehouden wordt. Artikel N 12, derde lid, en artikel Z 5 Wetboek van Strafrecht artikel 28 en 125 tot en met 129 Wetboek van Strafrecht BES artikel 32 en 131 tot en met 135 Artikel 28 1. De rechten waarvan de schuldige, in de bij de wet bepaalde gevallen, bij rechterlijke uitspraak kan worden ontzet, zijn: 1°. het bekleden van ambten of van bepaalde ambten; 2°. het dienen bij de gewapende macht; 3°. het recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen en tot lid van deze organen te worden verkozen; 4°. het zijn van raadsman of gerechtelijk bewindvoerder; 5°. de uitoefening van bepaalde beroepen. 2. Ontzetting van leden van de rechterlijke macht die, hetzij voor hun leven, hetzij voor een bepaalde tijd, zijn aangesteld, of van andere voor hun leven aangestelde ambtenaren, geschiedt, ten opzichte van het ambt waartoe zij aldus zijn aangesteld, alleen in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald. 3. Ontzetting van het recht bedoeld in het eerste lid, onder 3°, kan alleen worden uitgesproken bij veroordeling tot gevangenisstraf van ten minste een jaar. Artikel 125 Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing door geweld of bedreiging met geweld opzettelijk iemand verhindert zijn of eens anders kiesrecht vrij en onbelemmerd uit te oefenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Artikel 126 1. Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing door gift of belofte iemand omkoopt om zijn of eens anders kiesrecht hetzij niet, hetzij op bepaalde wijze uit te oefenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. 2. Dezelfde straf wordt toegepast op de kiezer of de gemachtigde van een kiezer die zich door gift of belofte tot een of ander laat omkopen. Artikel 127 Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, enige bedrieglijke handeling pleegt waardoor een stem van onwaarde wordt of een ander dan de bij het uitbrengen van de stem bedoelde persoon wordt aangewezen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie. Artikel 128 Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. Artikel 129 Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, opzettelijk een plaats gehad hebbende stemming verijdelt of enige bedrieglijke handeling pleegt waardoor aan de stemming een andere uitslag wordt gegeven dan door de wettig uitgebrachte stemmen zou zijn verkregen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde categorie. Artikel 32 De rechten waarvan de schuldige, in de bij dit Wetboek of bij eene andere wet bepaalde gevallen, bij rechterlijke uitspraak kan worden ontzet, zijn: 1°. het bekleeden van ambten of van bepaalde ambten; 2°. het dienen bij de gewapende macht; 3°. het kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen; 4°. het zijn van raadsman of gerechtelijk bewindvoerder; 5°. de uitoefening van bepaalde beroepen. Ontzetting van voor hun leven aangestelde leden der rechtelijke macht of andere ambtenaren geschiedt, ten opzichte van het ambt waartoe zij aldus zijn aangesteld, alleen in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald. Artikel 131 Hij die bij gelegenheid eener krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, door geweld of bedreiging met geweld opzettelijk iemand verhindert zijn kiesrecht vrij en onbelemmerd uit te oefenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar. Artikel 132 Hij die bij gelegenheid eener krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, door gift of belofte iemand omkoopt om zijn kiesrecht hetzij niet, hetzij op bepaalde wijze uit te oefenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de eerste categorie. Dezelfde straf wordt toegepast op de kiezer of de gemachtigde van een kiezer die zich door gift of belofte tot een of ander laat omkoopen. Artikel 133 Hij die bij gelegenheid eener krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, eenige bedriegelijke handeling pleegt waardoor de stem van een kiezer van onwaarde wordt of een ander dan de door dien kiezer bedoelde persoon wordt aangewezen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. Artikel 134 Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar. Artikel 135 Hij die, bij gelegenheid eener krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing, opzettelijk eene plaats gehad hebbende stemming verijdelt of eenige bedriegelijke handeling pleegt waardoor aan de stemming een andere uitslag wordt gegeven dan door de wettig ingeleverde stembiljetten zou zijn verkregen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden. Artikel Ya 20 en 21 Gemeentewet artikel 11 en 15, eerste lid Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba artikel 12 en 16, eerste lid Artikel 11 Ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is niet benoembaar tot lid van de raad hij die na de laatstgehouden periodieke verkiezing van de leden van de raad wegens handelen in strijd met artikel 15 van het lidmaatschap van de raad is vervallen verklaard. Artikel 15, eerste lid Een lid van de raad mag niet: a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van: 1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2e. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan de gemeente; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1e. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente; 2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente; 3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente; 4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente; 5e. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente; 6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7e. het onderhands huren of pachten van de gemeente. Artikel 12 Ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is niet benoembaar tot lid van de eilandsraad hij die na de laatstgehouden periodieke van de leden van de eilandsraad wegens handelen in strijd met artikel 16 van het lidmaatschap van de eilandsraad is vervallen verklaard. Artikel 16, eerste lid Een lid van de eilandsraad mag niet: a. als advocaat, procureur of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van het openbaar lichaam of het eilandsbestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van het openbaar lichaam of het eilandsbestuur; b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van het openbaar lichaam of het eilandsbestuur; c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met het openbaar lichaam aangaan van: 1º. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d; 2º. overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan het openbaar lichaam; d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende: 1º. het aannemen van werk ten behoeve van het openbaar lichaam; 2º. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het openbaar lichaam; 3º. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan het openbaar lichaam; 4º. het verhuren van roerende zaken aan het openbaar lichaam; 5º. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van het openbaar lichaam; 6º. het van het openbaar lichaam onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen; 7º. het onderhands huren of pachten van het openbaar lichaam. Artikel D 9 en Ya 42 Algemene wet bestuursrecht artikel 7:1 en 8:41, tweede lid, afdeling 8.2.3 en 8.2.4 en titel 8.3 Wet administratieve rechtspraak BES hoofdstuk 3, artikel 17, vijfde lid, 54 en 55, hoofdstuk 6, § 1, 2 en 3 Artikel 7:1 1. Degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep op een administratieve rechter in te stellen, dient alvorens beroep in te stellen tegen dat besluit bezwaar te maken, tenzij het besluit: a. op bezwaar of in administratief beroep is genomen, b. aan goedkeuring is onderworpen, c. de goedkeuring van een ander besluit of de weigering van die goedkeuring inhoudt, of d. is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4. 2. Tegen de beslissing op het bezwaar kan beroep worden ingesteld met toepassing van de voorschriften die gelden voor het instellen van beroep tegen het besluit waartegen bezwaar is gemaakt. Artikel 8:41, tweede lid De griffier wijst de indiener van het beroepschrift op de verschuldigdheid van het griffierecht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van zijn mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank dan wel ter griffie dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Afdeling 8.2.3 Versnelde behandeling Afdeling 8.2.4 Vereenvoudigde behandeling Titel 8.3 Voorlopige voorziening en onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak Hoofdstuk 3 De behandeling in eerste aanleg Artikel 17, vijfde lid Het beroepschrift wordt niet in behandeling genomen voordat het verschuldigde griffierecht ter griffie is ontvangen. Indien het verschuldigde recht niet is gestort binnen vier weken na de dag van verzending van een mededeling waarin de griffier de indiener van het beroepschrift op de verschuldigdheid van het bedrag heeft gewezen, wordt de indiener door het Gerecht niet-ontvankelijk verklaard. Artikel 54 1. Het Gerecht kan, indien nog geen gebruik is gemaakt van artikel 55, in elke fase voorafgaand aan de openbare behandeling van het beroepschrift het beroepschrift toezenden aan het bestuursorgaan dat de bestreden beschikking heeft gegeven, met het gemotiveerde verzoek om binnen een door het Gerecht te stellen termijn te verklaren of het bereid is de beschikking in heroverweging te nemen. 2. Luidt het antwoord op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, ontkennend of blijft dit binnen de gestelde termijn achterwege, dan wordt het beroepschrift door het Gerecht in behandeling genomen. 3. Luidt het antwoord op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, bevestigend, dan wordt het beroepschrift niet door het Gerecht in behandeling genomen. De artikelen 59, eerste lid, en 61 tot en met 74 zijn alsdan van toepassing. 4. Indien het Gerecht een beroepschrift niet in behandeling neemt om de reden, genoemd in het derde lid, dan geeft het daarvan onverwijld kennis aan de indiener van het beroepschrift. Artikel 55 De personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, zijn bevoegd een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat de beschikking heeft genomen, en het beroep bedoeld in artikel 7, eerste lid, pas in te stellen nadat het bestuursorgaan op het bezwaarschrift heeft beslist. Hoofdstuk 6 Bijzondere procedures Hoofdstuk 6 § 1 Vereenvoudigde behandeling Hoofdstuk 6 § 2 Behandeling van spoedeisende aangelegenheden Hoofdstuk 6 § 3 Schorsing en voorlopige voorziening