Onderzoeksvoorstel Warmtekrachtkoppeling (WKK)
Brief Kamer
Nummer: 2009D25743, datum: 2009-05-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H. Zijlstra, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z09257:
- Indiener: H. Zijlstra, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.C.M. Vendrik, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2009-05-26 16:00: Procedurevergadering Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- 2012-04-25 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
BOR NOTITIE Aan Leden en plv leden commissie Economische Zaken Onderwerp Onderzoeksvoorstel extern onderzoek naar subsidiĆ«ring van WKK Te betrekken bij Procedurevergadering 26 mei 2009 Dienst Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven Gesteld door Laura Middelhoven en Ineke Boers Nummer 09-BOR-N-049 Datum 11 mei 2009 Toestel 070 - 318 23 26/23 25 E-mail HYPERLINK "mailto:l.middelhoven@tweedekamer.nl" l.middelhoven@tweedekamer.nl en HYPERLINK "mailto:i.boers@tweedekamer.nl" i.boers@tweedekamer.nl Bijlagen Samenvatting/advies In lijn met de aangenomen motie van 5 maart 2009 (31 239 nr. 44, zie bijlage 1) wordt, na overleg met de indieners van deze motie, de Leden Vendrik en Zijlstra, voorgesteld om de Kamer voor te stellen een extern onderzoek te laten uitvoeren naar de subsidiĆ«ring van warmtekrachtkoppeling (WKK) op basis van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE). Wij adviseren de commissie EZ het volgende te besluiten: De Kamer voor te stellen het gevraagde onderzoek naar de rentabiliteit van WKK extern uit te besteden conform de in dit onderzoeksvoorstel geschetste kaders; Een klankbordgroep uit de commissie samen te stellen van drie Leden die het onderzoek namens de commissie zal begeleiden; 1. Achtergrond en aanleiding voor het externe onderzoek Op 5 maart 2009 heeft de Kamer een motie aangenomen waarin het Presidium wordt verzocht om de Algemene Rekenkamer te verzoeken onderzoek te doen naar de subsidiĆ«ring van warmtekrachtkoppeling (WKK) op basis van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) (TK 31 239 nr. 44, zie bijlage 1). De Algemene Rekenkamer blijkt echter niet te beschikken over de benodigde kennis, expertise en capaciteit om op korte termijn te kunnen voldoen aan een dergelijk verzoek. In overleg met de indieners van de motie is het voorstel daarom om via externe uitbesteding van het onderzoek invulling te geven aan het gewenste onderzoek. De achtergrond van de aangenomen motie is gelegen in het feit dat er verschil van inzicht bestaat tussen de sector en het kabinet over de vraag in hoeverre warmtekrachtkoppeling rendabel geĆ«xploiteerd kan worden en in hoeverre de minister van EZ WKK met de SDE zou moeten blijven ondersteunen. Op basis van onderzoek door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) komt de minister van EZ tot de conclusie dat bij vier van de zes onderscheiden varianten van warmtekrachtkoppeling in 2009 sprake is van rendabele exploitatie. Alleen bij grote en kleine STEG (stoom- en gascentrales) is volgens ECN in 2009 sprake van een onrendabele top. De minister van EZ heeft aangegeven dat het kabinet op basis van deze uitkomsten in 2009 geen subsidie zal verlenen voor de exploitatie van nieuwe WKK op basis van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie 2009 (SDE). In het algemeen overleg van 3 maart 2009 tussen de commissie EZ en de minister van EZ is door verschillende woordvoerders gewezen op afwijkingen tussen de berekeningen vanuit het veld en de berekeningen door het ECN. Verder uitten verschillende woordvoerder kritiek op het feit dat ECN, in opdracht van de minister van EZ, de warmtekorting in de berekeningen buiten beschouwing heeft gelaten. 2. Doel- en probleemstelling van het onderzoek Doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de rentabiliteit van warmtekrachtkoppeling in het licht van de subsidieverlening voor duurzame energieproductie op basis van de SDE. Hierbij speelt de berekening van de onrendabele top van de verschillende WKK-opties een belangrijke rol. Onderdeel van het onderzoek is dan ook om een oordeel te geven over de juistheid van de onrendabele top berekeningen voor WKK-vermogen die zijn opgesteld en de conclusies die de minister van EZ daar aan verbindt. Belangrijke aspecten daarbij zijn, dat in de berekeningen van de onrendabele top op een specifieke manier wordt omgegaan met het fenomeen warmtekorting en, dat weliswaar een review op het berekeningsmodel heeft plaatsgevonden in 2008, maar niet voor de berekeningen voor 2009. Dit resulteert in de volgende probleemstelling voor het onderzoek: In hoeverre is sprake van rendabele exploitatie van WKK en wat betekent dit voor de legitimiteit van subsidie aan exploitanten van WKK op basis van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE)? Hiervoor zijn in ieder geval de volgende onderzoeksvragen relevant: Over welke WKK-varianten gaat de discussie en wat zijn de huidige marktcondities waaronder deze varianten moeten opereren? Wat zijn de veronderstellingen en uitgangspunten van het op dit moment door het kabinet gehanteerde berekeningsmodel voor de onrendabele top van de WKK-varianten? Welke rol speelt de zogenaamde warmtekorting in het berekeningsmodel voor de onrendabele top van de WKK? Hoe wordt de opzet van het nu gehanteerde berekeningsmodel beoordeeld, in ieder geval in termen van validiteit en betrouwbaarheid? Hoe wordt de uiteindelijke toepassing van dit model voor het bepalen van de onrendabele top van WKK-varianten in het algemeen en voor 2009 in het bijzonder beoordeeld? Hoe wordt de rol die de zogenaamde warmtekorting heeft gespeeld bij de berekening van de onrendabele top van de WKK-varianten beoordeeld? In hoeverre sluiten de conclusies die het kabinet trekt over de onrendabele top van de verschillende WKK-varianten aan bij uitkomsten van het gebruikte berekeningsmodel? 3. Werkwijze, planning en kosten Externe uitbesteding Aangezien de benodigde kennis en expertise om de onderzoeksvragen te beantwoorden niet aanwezig is binnen de Kamerorganisatie zelf, wordt voorgesteld dit onderzoek extern aan te besteden in de marktsector. Verschillende marktpartijen zijn in principe in staat om de gestelde onderzoeksvragen binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Dat wil zeggen voor de behandeling van de begroting voor het Ministerie van EZ voor 2010, in het najaar van 2009. De Kamer is bij extern onderzoek opdrachtgever, maar niet verantwoordelijk voor de uitvoering en uitkomsten van het onderzoek. Voor het onderzoek zal, zoals gebruikelijk, een klankbordgroep worden gevormd uit de betrokken vaste commissie. Deze klankbordgroep heeft als taak zorg te dragen dat alle onderzoeksvragen worden beantwoord door het beoordelen van conceptrapportages en het eindproduct. Ook speelt zij een rol in de selectie van het onderzoeksbureau. De dagelijkse begeleiding van extern uitbesteed onderzoek is in handen van het BOR. Het BOR bewaakt de voortgang van het onderzoek, toetst de inhoudelijke kwaliteit van de werkzaamheden en is aanspreekpunt voor het onderzoek. Planning Uitgaande van aanbesteding via een openbare offerteprocedure in maand juni/juli, uitvoering van het onderzoek gedurende het zomerreces, beoordeling van de onderzoeksresultaten begin september door de klankbordgroep, zullen ruim voor de begrotingsbehandeling voor EZ de onderzoeksresultaten voor de Kamer beschikbaar zijn. # Activiteit Periode 1. Voorstel ter goedkeuring voorleggen aan Presidium en Kamer 3 juni 2009 Presidium 2. Aanbesteding/offerteprocedure juni/juli 2009 3. Uitvoering onderzoek juli/augustus 2009 4. Bespreken resultaten onderzoek met klankbordgroep begin september 2009 5. Publicatie van onderzoeksresultaten eind september 2009 6. Behandeling begroting Ministerie van Economische Zaken oktober 2009 Kosten Gezien de beperkte omvang van het onderzoek (second opinion op bestaand model en de uitkomsten daarvan) worden de externe kosten van het uitbesteden van het onderzoek geraamd op maximaal ā¬ 20.000 exclusief BTW (gebaseerd op ā¬1000 p/d * 20 dagen). Dit bedrag is afgestemd met de stafdienst FEZ, die aan heeft gegeven dat hiervoor budget beschikbaar is binnen het reguliere onderzoeksbudget van de Kamer. De aanbesteding van het onderzoek zal in nauw overleg met FEZ plaatsvinden. Er is overigens met deze financiĆ«le omvang geen verplichting tot Europese aanbesteding. Bijlage 1 Motie 31 239 nr. 44 MOTIE VAN DE LEDEN VENDRIK EN ZIJLSTRA Voorgesteld 5 maart 2009 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat vanuit de sector veel kritiek is op het ECN-rapport en de brief van het kabinet over de (on)rendabele toppen bij WKK; van mening, dat het wenselijk is om helder te krijgen in hoeverre deze kritiek terecht is; verzoekt het Presidium de Algemene Rekenkamer te vragen, een onderzoek te verrichten in de vorm van een second opinion over de conclusie van het kabinet dat (vrijwel) alle categorieĆ«n WKK rendabel geĆ«xploiteerd kunnen worden, en gaat over tot de orde van de dag. Vendrik Zijlstra ECN, Onrendabele top berekeningen voor nieuw WKK-vermogen 2009, ECN-E-08-082. Februari 2009. Brief van de minister van EZ aan de Tweede Kamer over berekeningen onrendabele top nieuw WKK-vermogen van ECN. 23 februari 2009, Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 28 665, nr. 100. Datum TIME \@ "d MMMM yyyy" 27 mei 2009 Referentie 09-BOR-N-049 Onderwerp Onderzoeksvoorstel extern onderzoek naar subsidiĆ«ring van WKK Vervolg notitie Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden. Bladzijde PAGE 5 Deze notitie is uitsluitend bestemd voor intern gebruik door de leden.