Reactie m.b.t. het sinds januari 2009 niet uitkeren van aanvullende studiefinanciering door de IB-Groep
Brief regering
Nummer: 2009D27717, datum: 2009-06-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z10536:
- Indiener: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-06-25 10:00: Procedure en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-09-01 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-09-08 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 4 juni 2009 Bij dezen reageer ik op een door u doorgestuurde brief van de heer W. V. uit O. d.d. 19 maart 2009 inzake het sinds januari 2009 niet uitkeren van aanvullende studiefinanciering door de IB-Groep. De heer V. geeft aan dat hij per januari 2009 minder studiefinanciering ontvangt omdat de aanvullende beurs niet aan hem wordt uitgekeerd. Hij geeft aan dit bedrag hard nodig te hebben, omdat hij uitwonend is en dus kosten heeft die hij moet betalen. De IB-Groep heeft aangegeven dat de aanvullende beurs niet wordt uitgekeerd, omdat het inkomen van de vader over 2007 nog niet bekend is. De aanvullende beurs wordt jaarlijks vastgesteld op basis van het inkomen van twee jaar terug van de natuurlijke ouders. Voor 2009 geldt dus inderdaad het inkomen over 2007. De inkomensgegevens worden via een uitwisseling met de Belastingdienst bij de IB-Groep aangeleverd. De IB-Groep is afhankelijk van deze toelevering van gegevens voor het vaststellen van de hoogte van de aanvullende beurs. Daarom wordt, zolang er geen aanvullende beurs kan worden vastgesteld, omdat de inkomensgegevens niet bekend zijn, de student aangeboden het bedrag alvast te lenen. Dit bedrag wordt dan na het vaststellen van de aanvullende beurs verrekend met de rentedragende lening. Hierdoor wordt voorkomen dat de student in financiële problemen komt. De IB-Groep heeft mij gemeld dat het inkomen van de ouders over 2007 pas op 31 maart 2009 bij haar bekend was. Dit vastgestelde inkomen was de basis voor de vaststelling van de ouderlijke bijdrage en de aanvullende beurs vanaf 1 januari 2009. De heer V. heeft inmiddels een ‘Bericht Studiefinanciering’ ontvangen. De achterstallige bedragen voor de afgelopen maanden zijn met spoed aan hem uitbetaald. Daarnaast geeft de heer V. aan dat hij niet tevreden is met de informatie die hij heeft ontvangen van de IB-Groep over het eindigen van zijn aanvullende beurs. Ik vind het erg vervelend voor hem dat de aanvraag voor de aanvullende beurs problematisch is verlopen. Ik wijs u er, wellicht ten overvloede, op dat wanneer de heer V. niet tevreden is over de dienstverlening van de IB-Groep hij een klacht kan indienen bij deze instelling, ik verwijs u in dat geval door naar de website van de IB-Groep HYPERLINK "http://www.ib-groep.nl" www.ib-groep.nl . Een onafhankelijke klachtenfunctionaris bekijkt vervolgens of de klacht gegrond is. Een hoorzitting is een onderdeel van deze klachtenprocedure. Dit kan ook telefonisch. Mocht de heer V. niet tevreden zijn over de klachtafhandeling kan hij de Nationale ombudsman verzoeken de klacht te onderzoeken. Ik ga ervan uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben over de situatie van de heer V. en ik hoop dat hij zijn studie met succes zal afronden. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart