Preview document (🔗 origineel)

---

Den Haag, 9 juni 2009 

Aan de voorzitter van de 

Vaste Kamercommissie voor LNV

Geachte heer Atsma, beste Joop,

Via de commissie zou ik graag de minister een  brief willen vragen
waarin ze antwoord geeft op de volgende vragen. Graag antwoord voor het
AO van 1 juli waar de toekomst van de glastuinbouw op de agenda staat.

(n.a.v. artikel Nieuwssite Agrarisch Dagblad 9 juni 2009)

1

Kent u het voornemen van uw collega van VROM om de komende tien jaar een
percentage tussen de 8 en 10 van het totale areaal aan glas in de
glastuinbouw ter verplaatsen? Heeft ze hierover met u overleg gevoerd?

2

Is het zo dat het hier gaat om het zogenaamde ‘verspreid liggend
glas’ waarbij ondernemers in staat worden gesteld om te verkassen naar
zogenaamde ‘erkende glastuinbouwgebieden’? Wat wordt hierbij precies
verstaan onder ‘verspreid liggend glas?

3

Is er overleg gevoerd, of staat dit wellicht nog te gebeuren, met de
provincies en betrokken gemeenten om de mogelijkheden van
co-financiering te bezien, zodat het rendement van de plannen van de
minister van VROM én voor het milieu (landschap en energie) én voor de
betrokken ondernemers (bedrijfsresultaat) zo hoog mogelijk is?

4

Is er overleg gevoerd, of staat dit wellicht nog te gebeuren, met LTO
Glaskracht over de mogelijke consequenties voor de bedrijfsvoering van
de betrokken ondernemers? In het desbetreffende artikel staat weliswaar
dat geen sprake zal zijn van gedwongen verkassen, maar gelet op de
huidige economische situatie – waarbij ondernemers weinig of geen
investeringsruimte hebben - maken de plannen van de minister van VROM
weinig kans tenzij de bijdrage vanuit de overheidskas (rijk, provincie
en gemeente) zodanig is dat de ondernemer, bijvoorbeeld door
energiebesparing, het bedrijfsresultaat kan verbeteren. 

5

Ziet u in de plannen van de minister van VROM mogelijkheden om tuinders
te interesseren voor locaties die om verschillende redenen minder goed
lopen, zoals het Rundedal in Emmen?

CDA-fractie

Jan Mastwijk