[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Lijst van vragen

Nummer: 2009D29317, datum: 2009-06-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z10005:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


31 965 XV	Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2009 (wijziging
samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3		VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 23 juni 2009

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1), belast met
het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag
uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven
antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de
openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

De Wit

De griffier van de commissie,

Post



1	Waarom worden de WIA en de WAO nergens genoemd in de wijziging van de
begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken voor het jaar 2009
(wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)?

Antwoord:

In de wijziging van de begrotingstaten worden alleen de wijzigingen in
de begrotingsgefinancierde regelingen opgenomen. De WIA en WAO worden
daarin niet genoemd. Deze regelingen worden namelijk niet via de
begrotingsgelden gefinancierd, maar via de premiegelden. 

2	Binnen het SZA-kader is er een uitvoeringstegenvaller van 0,2 miljard,
hoofdzakelijk veroorzaakt door dalende uitstroomkansen bij de WAO.
Waarom zijn er minder uitstroomkansen bij de WAO? Hangt dit samen met
het feit dat de leeftijd voor de WAO-herkeuring nu op 45 jaar ligt?

Antwoord:

De daling van de WAO-uitkeringslasten loopt minder snel af dan voorheen
geraamd. Dit komt doordat de raming van de uitstroom neerwaarts is
bijgesteld, aangezien de uitstroom van de resterende personen uit de
leeftijdscategorieën die onder de herbeoordelingsoperatie volgens het
aangepaste Schattingsbesluit vielen is afgenomen. Dit valt te verklaren
doordat de personen met het meeste potentieel tot het verrichten van
arbeid uit de WAO zijn gestroomd tijdens de herbeoordelingsoperatie. Dit
hangt niet samen met het feit dat de leeftijd voor de WAO-herkeuring nu
op 45 jaar ligt.

3	De tabel in de brief van de minister van Financien over de
Voorjaarsnota laat op pagina 8 een onderschrijding op  SZA zien van 0,4
miljard. Waardoor wordt de onderschrijding veroorzaakt? 

Antwoord:

Bij het in indienen van de begroting (september 2008) werd een
onderschrijding van het SZA-kader in 2009 van € 190 miljoen gemeld.

Kadertoetsing SZA (+ = tegenvaller in € mld)

2009

Kadertoetsing MN 2009

-0,2

Uitvoeringsmutaties (o.a. WAO)

0,2

Inzet reserveringen en EJM

-0,4

Kadertoetsing SZA Voorjaarsnota 2009

-0,4

Binnen het SZA-kader is er een meerjarige uitvoeringstegenvaller,
hoofdzakelijk veroorzaakt door dalende uitstroomkansen bij de WAO. Deze
dient conform begrotingsregels opgevangen te worden. Voor 2009 wordt dit
gedaan door onder meer het gedeeltelijk laten vrijvallen van de
eindejaarsmarge en de risicovoorziening voor ESF3. Ook wordt de
loonprijsbijstelling niet volledig uitgekeerd over de begrotingsposten.
Hiermee wordt in 2009 meer gecompenseerd dan strikt noodzakelijk,
waardoor in 2009 een kaderonderschrijding van € 0,4 miljard ontstaat.
Deze wordt ingezet om ook het budgettaire beeld 2010 intertemporeel
sluitend te maken. 

4	De exacte invulling van het stimuleringspakket arbeidsmarkt is nog
niet bekend. Over welke onderdelen moet de regering nog besluiten?
Wanneer kan de Kamer de uitkomsten verwachten?

Antwoord:

De regering heeft inmiddels besloten over de exacte invulling van het
stimuleringspakket arbeidsmarkt 2009-2011. In onderstaande tabel is de
verdeling van het bedrag van €700 opgenomen. Daaronder volgt waar
nodig een toelichting.

Hierbij geldt het voorbehoud dat de minister van BZK mogelijk met een
voorstel komt om het voor overheidswerkgevers aantrekkelijker te maken
werklozen vanuit de marktsector aan te nemen. De eventuele kosten
hiervan zullen worden gedekt door herprioritering binnen deze €700
mln.  

Besteding Enveloppe Arbeidsmarktbrief SZW, in miljoenen euro’s

Totaal

1

-Overuitputting WTV 2009 

18

-Nog te dekken uitvoeringskosten WTV

4,9

2

-Deeltijd-WW

300

-Uitvoeringskosten Deeltijd WW

25,3

3

Mobiliteitscentra

21,7

4

Leerwerkloketten

16

5

Scholing:  -EVC

57

                -voorlichting WVA-startkwalificatie

2

                -omscholingssubsidie

72

6

Extra re-integratie WW

175

7

Versterken regionale samenwerking UWV-zorg

4,8

8

Nieuwe doelgroepen bij Locaties Werk en Inkomen

2

9

Compensatieregeling bij ziekte oudere werklozen

1,3

Totaal middelen Arbeidsmarktbrief

700

Ad 1. WTV

Betreft een verschuiving van €18 mln van 2008 (onderuitputting) naar
2009 (overuitputting) binnen het totaalbedrag van €200 voor de
regeling.  Daarnaast bedroegen de nog te dekken uitvoeringskosten voor
het UWV € 4,9 miljoen. 

Ad 2. Deeltijd WW

De regeling is budgettair gemaximeerd op € 375 miljoen. De
inverdieneffecten (besparing op de reguliere WW) bedragen € 75
miljoen. De nettokosten bedragen daarmee € 300 miljoen. 

De uitvoeringskosten bedragen in totaal ruim € 25 miljoen. 

Ad 3. Mobiliteitscentra

Sinds 1 maart zijn 30 mobiliteitscentra actief om gedurende de
economische crisis met ontslag bedreigde werknemers zo snel mogelijk
naar ander werk te begeleiden. De uitvoeringskosten van het UWV voor
mobiliteitscentra bedragen € 21,7 miljoen 

Ad 4. Leerwerkloketten

De 40 leerwerkloketten zorgen op de locaties voor werk en inkomen
(plusvestigingen) voor een verbetering van de aansluiting tussen
onderwijs en arbeidsmarkt. De uitvoeringskosten van het UWV ten behoeve
van de leerwerkloketten 2009 en 2010 bedragen € 16 miljoen. Kosten van
voortzetting na 2010 worden gedekt binnen de reguliere SZW-begroting. 

Ad 5. Scholingsmaatregelen

- EVC

Er is € 57 miljoen beschikbaar voor ervaringscertificaten (evc’s) en
ervaringsprofielen (evp’s) die de bestaande competenties van
werknemers vastleggen die niet beschikken over een startkwalificatie
voor de arbeidsmarkt. Met die evc’s en eventueel aanvullende scholing
maken werknemers meer kans op de arbeidsmarkt.

- Omscholingssubsidie

Werkgevers die een elders met ontslag bedreigde werknemer aannemen
kunnen hiervoor een scholingsbonus krijgen van maximaal € 2500 op
voorwaarde dat het bedrijf of de instelling er zelf minimaal hetzelfde
bedrag bijlegt. De hoogte van de bonus is afhankelijk van de bijdrage
van een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O+O) indien aanwezig, in de
betreffende sector. De kosten zijn door middel van een subsidieplafond
gemaximeerd op € 720 miljoen. 

Ad 6. Re-integratie WW

De toename van de werkloosheid zorgt voor een verhoogde instroom in de
WW en dit vraagt dus een toename van de re-integratie-inspanningen van
het UWV. Op basis van de rekenregel die het re-integratiebudget koppelt
aan de instroom in de WW bedragen de extra kosten van re-integratie €
20 miljoen in 2009,  € 57 miljoen in 2010 en € 98 miljoen in 2011.

Ad 7. Versterken regionale samenwerking UWV-zorg

Om de samenwerking met de zorg te verbeteren wordt op dertig Werkpleinen
van het UWV werkbedrijf (waar ook de mobiliteitscentra gevestigd zijn)
een expertisepunt zorg ingericht. Nu worden slechts 20.000 van de
120.000 jaarlijkse vacatures in de zorg bij het UWV gemeld. 

Ad 8. Nieuwe doelgroepen bij Locaties Werk en Inkomen

Voor de informatievoorziening aan en de begeleiding van nieuwe
doelgroepen, zoals Wajongers, bij de Locaties Werk en Inkomen wordt €
2 miljoen per uitgetrokken. Kosten van voortzetting na 2010 worden
gedekt binnen de reguliere SZW-begroting. 

Ad 9. Compensatieregeling bij ziekte voor oudere werklozen

Het kabinet treft ook een regeling om oudere werklozen meer kansen op de
arbeidsmarkt te geven en werkgevers te stimuleren hen in dienst te
nemen. De regeling is tijdelijk en vergoedt werkgevers de loonkosten als
een oudere werkloze die zij in dienst hebben genomen, ziek wordt. De
regeling geldt alleen voor werknemers die op de invoeringsdatum 55 jaar
of ouder zijn en meer dan een jaar werkloos zijn. 

5	Kan de regering toelichten hoe de ogenschijnlijke mutatie van 1,9
miljard bij beleidsartikel 47 onder verplichtingen wordt veroorzaakt en
gedekt?

Antwoord:

Naast de € 1,5 miljard participatiebudget (niet meer in 2008
aangegaan) wordt in 2009 ook de verplichting 2010 aangegaan voor
inburgering WWI van € 378 miljoen en educatie OCW van € 195
miljoen. Die 3 tezamen leiden tot een hogere verplichtingenraming van
€ 2 miljard. Het resterende verschil van € 88 miljoen wordt
veroorzaakt door de mutaties uit de 1e suppletoire begroting.

6	De uitgavenmutaties laten zien dat de uitgaven voor het ministerie van
SZW 1,3 miljard hoger uitvallen dan in de begroting was geraamd. Welk
deel van dit bedrag wordt binnen de begroting van SZW gedekt, en welke
gedeelte daarbuiten? Kan de regering ook teolichten op welke posten de
dekking gevonden wordt?

Antwoord:

De hogere uitgaven worden hoofdzakelijk veroorzaakt door een naar boven
bijgestelde rijksbijdrage aan het ouderdomsfonds. De rijksbijdrage voor
het ouderdomsfonds wordt bepaald door het geraamde exploitatietekort
(exclusief rijksbijdrage) en het vermogensoverschot op 1 januari van het
jaar. De hogere rijksbijdrage 2009 wordt veroorzaakt door de lagere
premieraming. Het CPB heeft de premie-inkomsten AOW in het CEP 2009 ten
opzichte van de MEV 2009 fors verlaagd. Dit leidt tot een hoger
exploitatietekort en een hogere benodigde rijksbijdrage. Na het
verschijnen van de CEP staat de rijksbijdrage voor het lopende jaar
vast. Een definitieve afrekening vindt plaats in het volgende jaar. De
uitgavenstijging heeft geen effect op de overheidsfinanciën (het is
EMU-saldo neutraal). Tegenover de hogere SZW-uitgaven staan hogere
inkomsten in het ouderdomsfonds. Hiervoor hoeft dus geen dekking te
worden gevonden.   

7	Wat is de aard van de subsidies waaraan volgens de mutaties €4
miljoen extra is uitgegeven dan begroot? Is hiermee het budget voor
subsidiering verruimd en is sprake van budgetfinanciering, of een
open-einde regeling?

Antwoord:

De in 2008 ontstane onderuitputting op arbocatalogi is als
eindejaarsmarge ingezet t.b.v. 2009. Achtergrond hiervan is
dat werkgevers en werknemers later dan voorzien zijn begonnen met het
opstellen van arbocatalogi. De totstandkoming en marginale
toetsing van de catalogi vindt daardoor voor een groot deel in 2009
plaats. Om de opstellers van arbocatalogi ook in 2009 in aanmerking te
laten komen voor subsidie in het kader van de subsidieregeling
Stimulering Totstandkoming Arbocatalogi (STA), is de eindejaarsmarge
2008 hiervoor ingezet. Het betreft geen open-einderegeling.

8	De uitkeringslasten van de WWB vallen sterk hoger uit dan geraamd,
vooral vanwege conjuncturele effecten. Kan de regering uiteenzetten
hoeveel uitkeringsgerechtigden er voor de WWB zijn bijgekomen als gevolg
van de economische crisis?

Antwoord:

Het is lastig te duiden wat het exacte gevolg is van de economische
crisis aangezien we het startpunt van de crisis niet precies kunnen
vaststellen. Wel kunnen we aangeven wat de conjuncturele gevolgen zijn
ten opzichte van de Begroting vorig jaar september. In de ramingen voor
2009 en 2010 zijn er respectievelijk ca. 10.000 en 57.000 huishoudens in
bijstand bijgekomen als gevolg van de gewijzigde conjunctuur. Hierbij
dient opgemerkt te worden dat de werkloosheidscijfers met een vertraging
in de WWB-raming terecht komen, aangezien personen eerst de WW doorlopen
hebben voordat ze in de bijstand komen.



1) Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

van der Vlies (SGP)	van der Staaij (SGP)

de Wit (SP), Voorzitter	Gerkens (SP)

van Gent (GL)	Sap (GL)

Blok (VVD)	de Krom (VVD)

Nicolaï (VVD)	Weekers (VVD)

van Dijk (CDA)	Smilde (CDA)

Smeets (PvdA)	Depla (PvdA)

Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD)	Aptroot (VVD)

Omtzigt (CDA)	Pieper (CDA)

Van Hijum (CDA)	Willemse-van der Ploeg (CDA)

Timmer (PvdA)	Linhard (PvdA)

Koşer Kaya (D66)	Pechtold (D66)

Jonker (CDA), Ondervoorzitter	Spies (CDA)

Luijben (SP)	Irrgang (SP)

Ulenbelt (SP)	Lempens (SP)

Ortega-Martijn (CU)	Cramer (CU)

Blanksma-van den Heuvel (CDA)	Biskop (CDA)

van der Burg (VVD)	Elias (VVD)

Koppejan (CDA)	Joldersma (CDA)

van Dijck (PVV)	Fritsma (PVV)

Spekman (PvdA)	Tang (PvdA)

Vermeij (PvdA)	Heerts (PvdA)

Thieme (PvdD)	Ouwehand (PvdD)

Karabulut (SP)	Gesthuizen (SP)

Vos (PvdA)	Heijnen (PvdA)