De vermeende bijstandsfraude van een Marokkans parlementslid
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D31045, datum: 2009-06-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.L. Spekman, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z11811:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Gericht aan: J. Klijnsma, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: J.L. Spekman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z11811 Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Justitie over de vermeende bijstandsfraude van een Marokkaans parlementslid. (Ingezonden 19 juni 2009) 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht “Vrijspraak geëist voor Marokkaans parlementslid”? 1) 2 Wat zijn in deze rechtszaak de beweegredenen van het Openbaar Ministerie geweest om vrijspraak te eisen? 3 Waar zit, gelet op het genoemde ANP-bericht waarin staat dat de aanklager in deze zaak de feiten niet duidelijk genoeg vond, de onduidelijkheid in? Welke informatie was voor het OM onvolledig of onduidelijk? 4 Hoe kan het dat deze parlementariër voor dezelfde feiten, grootschalige bijstandsfraude, wel bestuursrechtelijk is aangepakt, maar dat het OM nu, na jaren van onderzoek later, tot de conclusie komt dat er geen bewijs van valsheid in geschrifte is? 5 Is het waar dat het totale fraudebedrag van deze Marokkaanse parlementariër ruim 130.000 euro is? Zo nee, wat is dat bedrag dan wel? 6 Is dit bedrag door de gemeente in zijn geheel teruggevorderd en is het bedrag terugbetaald? Welke andere bestuursrechtelijke sancties zijn er ten aanzien van betrokkene genomen en reeds ten uitvoer gelegd? 7 Heeft de Marokkaanse consul zijn Nederlandse counterpart op enig moment om uitleg over de zaak gevraagd? 8 Hoe vaak heeft er diplomatiek overleg plaatsgevonden over deze zaak? 9 Is er vanuit de Nederlandse ambassade direct of indirect contact geweest met het betrokken Marokkaanse parlementslid? Zo ja, waaruit bestond dit contact? 10 Is er over deze zaak overleg geweest tussen de directeur internationale zaken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een delegatie van Buitenlandse Zaken? Zo ja, wat was de uitkomst van dit overleg? Zo nee, waarom niet? 11 Is het OM of de Nederlandse staat door de Marokkaanse overheid gevraagd om in deze zaak vrijspraak te eisen, en zo ja, in hoeverre heeft dit verzoek de strafeis beïnvloed? 12 Was de dagvaarding van het OM in deze zaak van 23 mei 2005 onder meer gebaseerd op het onderzoek van het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF) uit 2004 naar deze zaak? 13 Welke onjuistheden staan er in dat onderzoek, en welke andere, nieuwe, feiten hebben het IBF-onderzoek ondergraven? 14 Kunt u aangeven hoe vaak sinds 2005 zittingen waren gepland in deze strafzaak, en wat steeds de reden voor uitstel was? 15 Is het gebruikelijk dat er in gevallen van bijstandsfraude meer dan vier jaar zit tussen het bestuursrechtelijk en het strafrechtelijk traject? 1) ANP, 16 juni 2009