31981 NR Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart
Nader rapport
Nummer: 2009D31316, datum: 2009-06-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z11963:
- Indiener: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-06-24 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-06-25 10:00: Procedure en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-06-30 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-09-09 12:00: Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-10-08 14:15: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-10-29 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-11-04 20:45: Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart (31 981) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2009-11-05 14:05: Aanvang middagvergadering: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 april 2009, nr. 09.001115, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 mei 2009, nr. W05.09.0142/I, bied ik U hierbij aan. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat met zijn opmerkingen rekening zal zijn gehouden. 1. Naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State is in het wetsvoorstel de definitie van “vervoerbedrijf” aangepast en is een aparte begripsbepaling opgenomen van bedoelde rechtspersoon, te weten RSR (Regisseur StudentenReisrecht). RSR wordt thans expliciet genoemd in het nieuw voorgestelde artikel 3.23 van de Wet studiefinanciering 2000 over het gebruik van het BSN. 2. De opmerkingen van de Raad van State over studenten die geen gebruik kunnen maken van een burgerservicenummer hebben geleid tot opneming van een nieuwe paragraaf 2.5 in de memorie van toelichting waarin op deze opmerkingen wordt ingegaan. In die paragraaf staan de twee categorieën studerenden vermeld die niet over een BSN beschikken. In de eerste plaats diegenen die vlak voor hun studie naar Nederland komen en niet direct een reisrecht hebben omdat ze nog niet zijn ingeschreven bij een gemeente. Dit is echter van korte duur, en deze studerenden ontvangen voor die korte periode een vergoeding die in bijna alle gevallen kostendekkend is. De tweede categorie studerenden die mogelijk geen BSN hebben, betreft studerenden die in het buitenland blijven wonen en toch studiefinanciering hebben. Het gaat hier om Nederlanders die al lang in het buitenland verblijven, en onderdanen van andere landen. Die laatste groep betreft bijvoorbeeld Belgen die in België wonen én studeren, en toch aanspraak hebben op Nederlandse studiefinanciering, bijvoorbeeld als de ouders van die studerende in Nederland belasting betalen. Omdat zij in een ander land studeren hebben zij over het algemeen geen behoefte aan een studentenreisrecht om in Nederland te kunnen reizen. Derhalve krijgen zij een reiskostenvergoeding in geld die kan worden besteed aan een reisvoorziening in het buitenland. De redactionele kanttekeningen van de Raad van State zijn in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting verwerkt. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om het algemeen deel van de memorie van toelichting te actualiseren door invoeging van een nieuwe paragraaf 3. Deze nieuwe paragraaf beschrijft hoe wordt omgegaan met de tijdelijke situatie waarin nog niet overal in Nederland de benodigde apparatuur aanwezig is voor het kunnen gebruiken van de OV-chipkaart. Tot slot zijn in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting enkele redactionele aanpassingen doorgevoerd. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk PAGE MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/127559 (1750) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de OV-chipkaart Den Haag, 15 juni 2009 AAN DE KONINGIN OCW 10938