[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Adviesaanvraag aan de Onderwijsraad

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009

Brief Kamer

Nummer: 2009D31876, datum: 2009-06-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z11540:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Onderwijsraad

t.a.v. de voorzitter,

prof. dr. A. M. L. van Wieringen

Nassaulaan 6

2514 JS Den Haag

Den Haag, 24 juni 2009 

Geachte heer Van Wieringen,

In haar vergadering van 23 juni jl. heeft de Kamer op grond van artikel
30 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
besloten, de Onderwijsraad advies te vragen over Checks and balances in
het Nederlandse onderwijsbestel en over Waardevastheid van diploma’s. 


In de bijlage vindt u een uitgewerkte vraagstelling.

Namens de Kamer vraag ik u aan het verzoek te voldoen.

Met vriendelijke groet,

Gerdi A. Verbeet

Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Bijlage

Op basis van de Kaderwet Adviescolleges vormt de Onderwijsraad een
adviescollege voor zowel de regering als de Kamer. 

De Onderwijsraad  heeft de Kamer, voorafgaand aan de vaststelling van
zijn Werkprogramma 2010, in de gelegenheid gesteld een adviesaanvrage te
formuleren. 

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt aan de
Kamer voor om de Onderwijsraad over de volgende twee onderwerpen advies
te vragen, onder vermelding van de hieronder genoemde aandachtspunten.

Checks and balances in het Nederlandse onderwijsbestel:

In 2002 bracht de Onderwijsraad het advies uit getiteld ‘Wat scholen
vermogen.

Autonomie, beleidsvoerend vermogen en bestuurlijke inrichting in het
primair en

voortgezet onderwijs’. Dit advies gaat onder meer in op het idee te
variëren in de autonomie en schaalbeheersing. Eén van de mogelijkheden
die is genoemd is dat een groep leraren een eigen onderwijsconcept
ontwikkelt, eventueel buiten het bestaande bestuur (het zogenoemde
‘opting out’). In vervolg hierop wordt verzocht om een advies
gericht op de vragen:

Hoe kunnen scholen en leraren adequaat worden gepositioneerd ten
opzichte van schoolbesturen en de rijksoverheid? 

Wat zijn mogelijkheden naast ‘opting-out’? 

Welke mogelijkheden biedt het opknippen van de lumpsum? 

Waardevastheid van diploma’s:

Op basis van eerdere Onderwijsraadadviezen, zoals ‘Examinering in
ontwikkeling’ (2002) en ‘Examinering: draagvlak en
toegankelijkheid’ (2006) is vastgesteld dat leerlingen, studenten,
vervolgopleidingen en potentiële werkgevers vertrouwen moeten kunnen
stellen in de examinering in het Nederlands onderwijs. De waarde van de
behaalde diploma’s staat of valt daarmee. Het waarborgen van dit
zogenoemde civiele effect van examinering beschermt de afnemers. Het
geeft de samenleving zekerheid over wat er is geleerd. Naast
examenprogramma’s vormen ook de examenprocedures een essentieel
onderdeel van het systeem. Ook die moeten betrouwbaar en transparant
zijn. In vervolg daarop verzoekt de Kamer om advisering over de
vraagstelling:

Kan de samenleving rekenen op de betrouwbaarheid van het diploma? 

Is het voldoende herkenbaar? 

Houdt het diploma ook zijn waarde door de jaren heen?

 PAGE