[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [๐Ÿ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Adviesaanvraag Actal

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming verhuiskostenvergoeding bij renovatie)

Brief Kamer

Nummer: 2009D31878, datum: 2009-05-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2007Z01104:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (๐Ÿ”— origineel)


Aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten

t.a.v. de voorzitter,

de heer dr. S.R.A. van Eijck

Postbus 16228

2500 BEย Den Haag

Den Haag, 12 mei 2009

Geachte heer Van Eijk,

Heden heeft de Kamer op grond van artikel 30 van het Reglement van Orde
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal besloten, het Adviescollege
toetsing administratieve lasten advies te vragen over de administratieve
lasten voor het bedrijfsleven i.c. verhuurders als gevolg van het
wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek (opneming
verhuiskostenvergoeding bij renovatie) (Kamerstuk 31 528).

In de bijlage vindt u de relevante stukken.

Met vriendelijke groet,

Gerdi  A. Verbeet

Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Bijlage

Onderzoeksvragen

Algemene visie op publieke belangen en marktwerking

1. Welke publieke belangen kunnen/moeten volgens de SER in algemene zin
worden onderscheiden bij de introductie van (verdere) marktwerking? Kan
hierbij ook ingegaan worden op de jurisprudentie in deze van het Hof van
Justitie (op basis van art. 86, 2 EG)? 

2. Op welke wijze kunnen publieke belangen bij de introductie van
(verdere) marktwerking volgens de SER in algemene zin het beste worden
verankerd/geborgd (in beleid, regelgeving en toezicht)? 

3. Welke ongewenste gevolgen van de introductie van (verdere)
marktwerking voor de borging van publieke belangen onderscheidt de SER
in algemene zin? En op welke wijze kunnen deze gevolgen volgens de SER
worden tegengegaan?

4. Heeft de SER, als het gaat om de borging van publieke belangen, in
algemene zin een visie op de positie en belangen van speciale
doelgroepen, bijvoorbeeld consumenten en werknemers? 

5. Welke rol en positie ziet de SER in algemene zin weggelegd voor
toezichthouders bij de introductie van (verdere) marktwerking, zowel in
de beoogde eindsituatie als in transitieperiodes?

Visie op (verdere) marktwering in specifieke sectoren

Kan de SER haar algemene visie op marktwerking en publieke belangen
verder uiteenzetten/illustreren aan de hand van enkele door de SER te
kiezen concrete sectoren, en kan de SER daarbij nader ingaan op:

6. Welke effecten de introductie van marktwerking in deze sectoren
volgens bestaande onderzoeken heeft gehad?

7. Wat er op basis van bestaand onderzoek gezegd kan worden over de
doelmatigheid, kwaliteit, toegankelijkheid en werkgelegenheid in deze
setoren na de introductie van (verdere) marktwerking? Wat is de mening
van de SER over de wijze deze indicatoren worden geoperationaliseerd in
het beleid en in het bestaande onderzoek?

8. Welke specifieke belemmeringen in deze sectoren er worden
onderscheiden en welke ongewenste gevolgen van de introductie van
(verdere) marktwerking en hoe de SER deze beoordeeld?

9. Op welke wijze de manier waarop de introductie van (verdere)
marktwerking is vormgegeven, en dus welke instrumentkeuze is gemaakt
(bijvoorbeeld concessieverlening, aanbesteding,
verantwoordelijkheidsverdeling), van invloed is geweest op de gewenste
en ongewenste gevolgen en de mogelijkheden tot bijsturing door de
overheid?

10. Of en hoe kan worden gezorgd dat consumenten over voldoende
informatie en middelen beschikken om beredeneerde keuzes te maken in de
nieuw ontstane (markt-) situatie?

11. Is het instrumentarium van de marktmeesters die in deze sectoren
optreden en de wijze waarop zij dat doen volgens de SER toereikend?

Visie op de toekomst

12. Voor welke sectoren ziet de SER mogelijkheden voor de introductie
van (verdere) marktwerking in de toekomst en onder welke voorwaarden?

13. Wat is in het licht van de bovenstaande vragen de visie van de SER
op de marktwerkingstoets die het kabinet dit jaar aan de Tweede Kamer
heeft aangeboden?

 

 PAGE