Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2009

De Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mijn
reactie gevraagd op de brief van de heer E. van 22 mei 2009 over
aanvullende toelatingseisen voor het havo.

Op 11 juni 2009 heeft een van mijn medewerkers telefonisch contact
opgenomen met de heer E. over zijn zoon en diens mogelijkheden om na de
theoretische leerweg door te stromen naar het havo. In het gesprek is
aangegeven dat het ministerie van OCW geen invloed heeft op de
toelatingseisen van een havo-opleiding. Het vmbo-diploma theoretische
leerweg is een minimumeis om toegelaten te worden tot het havo, maar
scholen zijn vrij om aanvullende eisen te stellen. Dit gebeurt
bijvoorbeeld in de vorm van het verplicht stellen van specifieke
examenvakken of minimale examenresultaten. De heer E. is aangeraden
nogmaals het gesprek aan te gaan met de school van zijn zoon. Een
alternatief is een klacht indienen bij de klachtencommissie van de
school. 

Mijn medewerker heeft de heer E. ook gewezen op twee relevante rapporten
over de doorstroom van het vmbo naar het havo. Deze beide onderzoeken
zouden hem wellicht van dienst kunnen zijn bij zijn gesprek met de
betreffende havoschool. Het ging om de rapporten Stroomlijnen. Onderzoek
naar de doorstroom van vmbo naar havo (Cinop, ’s Hertogenbosch oktober
2007) en Doorstroom en stapelen in het onderwijs (Regioplan oktober
2008). 

 

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart