Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z12495

Vragen van het lid Snijder-Hazelhoff (VVD) aan de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over onvolkomenheid in de Natuurschoonwet
1928 (NSW). (Ingezonden 26       juni 2009)

1

Is het u bekend dat bij particuliere natuurontwikkeling in de praktijk
fricties kunnen ontstaan bij de toepassing van de Natuurschoonwet 1928
(NSW), artikel 3a, lid 1 1) én het verstrekken van subsidies in het
kader van de Provinciale subsidieregeling natuurbeheer? 2)

2

Deelt u de mening dat voornoemde fricties het belang van particuliere
natuurontwikkeling niet bevorderen? Zo nee, waarom niet?

3

Bent u bereid in het belang van de realisatie van de Ecologische
Hoofdstructuut (EHS) in 2018 deze fricties op te lossen door in het
Rangschikkingsbesluit NSW te bepalen dat onder ‘bijzondere
omstandigheden’, als genoemd in artikel 3a, lid 1, tweede volzin van
de NSW, voortaan worden inbegrepen alle situaties waarin - mits buiten
de schuld van de eigenaar - de beplantingstermijn in alle redelijkheid
niet in drie jaar kan worden gehaald? 3) Zo nee, waarom niet? 

1) Overheid.nl, 24 juni 2009

http://wetten.overheid.nl/BWBR0001939/geldigheidsdatum_24-06-2009#Artike
l3a

2) Toelichting: wanneer de gemeente en/of provincie binnen drie jaar, na
aankoop van landbouwgronden ten behoeve van natuurontwikkeling, geen
toestemming verleend om particuliere natuurontwikkeling toe te staan,
bestaat er immers geen recht op subsidies. In dat geval is de eigenaar
alsnog overdrachtsbelasting met invorderingsrente verschuldigd (art. 9c
NSW)

3) Toelichting: in de huidige situatie wordt door het Ministerie van LNV
de verlenging met maximaal twee jaar (te) stringent toegepast namelijk
alleen bij natuurrampen zoals bosbranden en overstromingen