[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

31994 NR Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure

Nader rapport

Nummer: 2009D33260, datum: 2009-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z12656:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Datum

22 juni 2009

Onderwerp

Nader rapport inzake het voorstel van wet wijziging van de
Vreemdelingenwet 2000 in verband met het aanpassen van de asielprocedure



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 1 mei 2009,
nr. 09.001224, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan ons te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 20 mei 2009, nr. W03.09.0146/II, bieden
wij U hierbij aan.

1. In het advies van de Raad om in de toelichting in te gaan op de
maatregelen die nodig zijn om de voorziene vertraging in de
beroepsprocedure als gevolg van de verruiming van de ex nunc-toetsing
tegen te gaan hebben wij aanleiding gezien om de toelichting daarop aan
te passen teneinde duidelijker tot uitdrukking te brengen welke
maatregelen daaraan bijdragen. 

Binnen het kader van de voorgestelde verruiming van de ex nunc-toetsing
zijn waarborgen opgenomen teneinde (onnodige) vertraging in de
beroepsprocedure zoveel mogelijk te voorkomen. De beperkingen in het
voorgestelde artikel 83, derde, vierde en zevende lid, ontleend aan de
goede procesorde en aan het voorschrift dat de afdoening van de zaak
door het rekening houden met de nieuwe gegevens niet ontoelaatbaar mag
worden vertraagd, voorzien de rechter en het bestuur daartoe van het
nodige. In dit kader wordt verder gewezen op de maatregelen in de brief
van 24 juni 2008, in het bijzonder de rust- en voorbereidingstermijn en
de voorlichting en voorbereiding gedurende die termijn, het zo vroeg
mogelijk onderkennen van medische aspecten en de verlenging van de
procedure in het aanmeldcentrum, waardoor er meer tijd is voor zowel de
asielzoeker en zijn rechtsbijstandverlener als voor de IND. Deze
maatregelen bevorderen dat alle gegevens zoveel mogelijk in de
bestuurlijke fase van de procedure naar voren komen en dragen er zo aan
bij dat vertraging in de beroepsprocedure wordt voorkomen. Bovendien
laat de maatregel om nieuwe gegevens zoveel mogelijk te betrekken bij
het oordeel in beroep onverlet dat de omstandigheid dat de vreemdeling
nieuwe informatie eerder in de procedure naar voren had kunnen brengen,
afbreuk kan doen aan de geloofwaardigheid. Ook dit stimuleert de
vreemdeling om alle gegevens zoveel mogelijk in de bestuurlijke fase van
de procedure naar voren te brengen. 

De bepaling in het vijfde lid van het voorgestelde artikel 83 is anders
dan het huidige artikel 83, waarin is vastgelegd dat de rechtbank aan de
Minister verzoekt om zo spoedig mogelijk te laten weten wat de
consequenties zijn van de nieuwe gegevens voor de bestreden beschikking.
Deze andere werkwijze, die een proactieve houding van de IND verlangt,
komt de snelheid van de procedure ten goede. Ook de nieuwe bepaling in
het zevende lid dat van een schriftelijke reactie kan worden afgezien
als daaraan redelijkerwijs geen behoefte bestaat, bevordert een vlotte
procedure.      

Onverminderd het belang van genoemde maatregelen, is het inherent aan de
ex nunc-beoordeling dat de behandeling van zaken waarin nieuwe gegevens
een rol spelen, vanwege het nader onderzoek, langer kan duren dan van
zaken waarin dergelijke gegevens niet aan de orde zijn. Dat is ook niet
bezwaarlijk vanuit het gezichtspunt dat daarmee een herhaalde aanvraag,
die de asielprocedure aanzienlijk verlengt, kan worden voorkomen en de
rechterlijke toetsing wordt versterkt. Wij hebben, mede gezien de
ervaring die is opgedaan met de huidige beperkte ex nunc-toetsing, het
volste vertrouwen in een zorgvuldige toepassing door de IND en de
rechter van de verruimde ex nunc-toetsing in individuele gevallen en
zullen de gevolgen voor de duur van de procedure nauwlettend in de gaten
houden.    

De memorie van toelichting is naar aanleiding van het advies van de Raad
uitgebreid en aangepast overeenkomstig het voorgaande. 

Aan het advies van de Raad om in de toelichting in te gaan op de
financiële gevolgen van de verruiming van de ex nunc-toetsing is
tegemoet gekomen 

door in de toelichting op te nemen dat in de ex ante-uitvoeringstoets
alsmede de adviezen van de Raad voor de rechtspraak van 15 mei 2008 en
19 maart 2009 is ingegaan op de kosten en baten van de voorstellen om de
asielprocedure te verbeteren en de indiening van herhaalde aanvragen
zoveel mogelijk te beperken, waaronder de verruiming van de ex
nunc-toetsing. Per saldo brengt de verruiming van de ex nunc-toetsing
extra kosten met zich mee. Hierbij is van belang dat deze maatregel, die
leidt tot een verbetering van de toetsing in asielzaken, nauw samenhangt
met de andere voorstellen ter vergroting van de zorgvuldigheid en
verkorting van de asielprocedure. De invoering van het geheel aan
maatregelen in de brief van 24 juni 2008 en in het voorstel van wet en
de lagere regelgeving, waaronder de verruiming van de ex nunc-toetsing,
is naar verwachting meerjarig budgetneutraal.            

  

2a. Het advies van de Raad om in de toelichting nader in te gaan op de
vraag of  de toepassing van gewijzigd beleid, als bedoeld in artikel 83,
eerste lid, onderdeel b, door één der partijen dient te worden
ingeroepen, is overgenomen. In de toelichting is opgenomen dat in
aansluiting op artikel 83, eerste lid, onderdeel a, en het vierde lid
gewijzigd beleid, als bedoeld in artikel 83, eerste lid, onder b, door
de vreemdeling of de Minister moet worden ingeroepen. 

b. Het advies van de Raad om de artikelsgewijze toelichting, onderdeel G
(artikel 83), vierde alinea, af te stemmen op de tekst van artikel 83,
eerste lid, is overgenomen.    

c. Het advies van de Raad om de term “bewijsmiddelen” in artikel 83
te schrappen is overgenomen. Ook de toelichting is hierop waar nodig
aangepast. 

3. Voor wat de opmerking van de Raad over de overvloedige toelichting op
de op handen zijnde aanpassingen van de asielprocedure merken wij op dat
wij het van belang achten in de toelichting op het onderhavige voorstel
niet alleen in te gaan op de maatregelen tot aanpassing van de
asielprocedure die leiden tot een wijziging van de Vreemdelingenwet
2000, maar ook op de maatregelen tot aanpassing van de asielprocedure
die leiden tot een wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000. Deze
maatregelen leiden immers samen tot een betere asielprocedure. De
weergave van alle maatregelen komt ook het totaalbeeld van de
verbetermaatregelen ten goede.    

Naar aanleiding van het advies hebben wij de memorie van toelichting
aangepast. Wij hebben toegevoegd dat de maatregelen tot aanpassing van
de asielprocedure in grote lijnen worden geschetst omdat zij samen
leiden tot een zorgvuldigere en snellere asielprocedure waarmee tevens
de terugkeer van afgewezen asielzoekers wordt bevorderd. Voorts hebben
wij in het onderhavige voorstel de toelichting op de maatregelen die
leiden tot wijziging van de lagere regelgeving ingekort.  

4. De redactionele kanttekening van de Raad is verwerkt.

5. In de toelichting op de aanpassing van artikel 29, eerste lid, onder
b, van de Vw 2000 is ter actualisering verwezen naar de uitspraak van de
Afdeling bestuursrechtspraak van 25 mei 2009 (zaak nr. 200702174/2/V2;
www.raadvanstate.nl) in de procedure van de echtgenoten Elgafaji tegen
de Staatssecretaris van Justitie betreffende artikel 15, onderdeel c,
van richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende
minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde
landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins
internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende
bescherming (PbEU L 304). 

Voorts hebben wij in de toelichting nog overwegingen in de genoemde
uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak 9 april 2009 (zaak nr.
200806071/1, www.raadvanstate.nl) opgenomen. 

Wij mogen U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet
en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal  te zenden.

  IF   REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT     = " " "

" "

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT  Test  

"   

 

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

Sector Staats- en Bestuursrecht

Datum

22 juni 2009

Ons kenmerk

5605779/09/6

  REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT    	Pagina   PAGE \*
MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  



Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en
Vreemdelingenzaken

Directie Wetgeving

Sector Staats- en Bestuursrecht

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.justitie.nl

Contactpersoon

B.J.M. Niehoff

wetgevingsjurist

T	070 370 68 42

F	070 370 79 10

b.niehoff@minjus.nl

Ons kenmerk

5605779/09/6

 	  IF   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3 > 1"Pagina   PAGE \* MERGEFORMAT
 1  van   SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT  3  " " "  Pagina 1 van 3   



Aan de Koningin