[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” zoekmachine] [wat is dit?]

31998 NR Wijziging van de Wet geluidhinder (verduidelijking 12 dagenregeling met betrekking tot internationale racecircuits)

Wijziging van de Wet geluidhinder (verduidelijking 12 dagenregeling met betrekking tot internationale racecircuits)

Nader rapport

Nummer: 2009D34799, datum: 2009-07-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z13039:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


							ā€™s-Gravenhage, 25 juni 2009

BJZ2009042389

Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken

Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
geluidhinder (verduidelijking 12-dagenregeling met betrekking tot
internationale racecircuits).

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van  17 april
2009, nr. 09.001076, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 7 mei 2009, nr. W08.09.0129/IV,
bied ik U hierbij aan.

De Raad heeft in zijn advies gesteld dat de toelichting bij het
wetsvoorstel een onjuiste voorstelling van zaken geeft waar het de
toepasselijkheid van de Handreiking Industrielawaai en
Vergunningverlening voor de racecircuits betreft. De Handreiking zou
niet zien op inrichtingen die binnen een gezoneerd industrieterrein
liggen.

De Raad merkt terecht op dat het normstellend kader voor inrichtingen op
een gezoneerd industrieterrein niet is gebaseerd op de Handreiking
Industrielawaai en vergunningverlening (hierna: Handreiking I&V). Het
normstellend kader is immers vastgelegd in de Wet geluidhinder en de
uitvoeringsbesluiten. Met name zijn hierbij relevant de bepalingen in
het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 omtrent de
representatieve bedrijfssituatie.

Artikel 2.2, eerste lid, onder a, van deze ministeriƫle regeling
schrijft voor dat bij de bepaling van de geluidsbelasting moet worden
uitgegaan van de representatieve bedrijfssituatie. Onder
ā€œrepresentatieve bedrijfssituatieā€ wordt  verstaan de toestand
waarbij de voor de geluidsproductie relevante omstandigheden kenmerkend
zijn voor de bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de relevante
etmaalperiode.

Het begrip ā€œrepresentatieve bedrijfssituatieā€ en de toepassing
daarvan in de praktijk zijn inhoudelijk dezelfde als die in de
Handreiking I&V worden gehanteerd. De Handreiking I&V is opgesteld als
hulpmiddel bij het voorkomen en beperken van hinder door industrielawaai
en beoogt niet bindende adviezen te geven hoe in de praktijk van de
vergunningverlening kan worden omgegaan met de soms grote diversiteit
van bedrijfsomstandigheden. Deze problematiek is niet afhankelijk van de
vraag of de inrichting al dan niet is gelegen op een gezoneerd
industrieterrein. 

De teksten uit de Handreiking met betrekking tot het begrip
representatieve bedrijfssituatie (waaronder de passage over het
12-dagencriterium of de niet-representatieve bedrijfssituatie) hebben
zowel betrekking op ā€œgezoneerdeā€ als ā€œniet-gezoneerdeā€
inrichtingen. De Handreiking maakt op dit punt geen onderscheid tussen
beide soorten inrichtingen.

Vervolgens kan dan ook geconcludeerd worden dat de 12-dagenregeling wel
van toepassing zou dienen te zijn op de circuits van Assen en Zandvoort.
Hoewel het organiseren van motor- en autosportevenementen als zodanig
logischerwijs tot de bedrijfsvoering van circuits behoort, is bij de
internationale circuits van Assen en Zandvoort onduidelijkheid ontstaan
over wat bij die circuits tot de uitzonderlijke bedrijfsactiviteiten
moet worden gerekend. Als gevolg hiervan wordt de toepassing van de
12-dagenregeling voor grootschalige internationale motor- en autosport
evenementen bemoeilijkt, omdat bij dergelijke grootschalige evenementen
geen sprake zou zijn van activiteiten die niet de representatieve
bedrijfssituatie weergeven.

Deze evenementen zijn echter dusdanig uitzonderlijk van karakter dat, in
lijn met de 12-dagenregeling, hier de uitzondering op het gebied van
geluid van toepassing dient te zijn.

Ter verduidelijking van het voorgaande is thans in het wetsvoorstel
geregeld dat van de activiteiten in de Wet milieubeheervergunning
maximaal 12 dagen buiten beschouwing kunnen worden gelaten bij de
bepaling van de geluidsbelasting van het circuit. Deze maximaal 12 dagen
kunnen daarmee niet tot overschrijding van de geluidsnormen uit de Wet
geluidhinder leiden, omdat het geluid dat op die dagen wordt
geproduceerd immers niet wordt betrokken bij de toetsing aan die normen.
Dit laat onverlet dat het bevoegd gezag in de vergunning voorschriften
kan stellen aan de geluidsproductie op deze 12 dagen.

Overigens valt niet te ontkennen dat dit wetsvoorstel ā€“ dat, het zij
nogmaals gesteld, in eerste instantie een verduidelijking beoogt ā€“
voor de twee betrokken inrichtingen een verruiming inhoudt van het
huidige normstellend kader dat mede is bepaald door de jurisprudentie.

Ik moge u verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden. 

De Minister van Volkshuisvesting, 

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,