Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z13512

Vragen van de leden Van Velzen (SP) en Kuiken (PvdA) aan de minister van
Justitie over de gang van zaken rond de overlevering van een Nederlander
aan Polen. (Ingezonden 3 juli 2009)

1

Wat is uw reactie op het artikel over de gang van zaken rond de
overlevering van de heer H. aan Polen? 1) 

2

Is het waar dat een belangrijk bewijsmiddel (het huurcontract met daarin
de naam H. als ondertekenaar) niet aan de Nederlandse rechter is
overlegd en dat genoegen is genomen met een verklaring van de Poolse
autoriteiten dat de naam in het huurcontract voorkwam? Zo ja, acht u dat
afdoende nu de naam niet in het huurcontract bleek voor te komen? Zo
nee, wat was dan de feitelijke situatie?

3

Is het waar dat bij behandeling van de zaak in Polen bleek dat het feit
op grond waarvan H. was overgeleverd geen misdrijf betrof, maar een
overtreding? Zo ja, waarom is dit niet beter onderzocht door de
Nederlandse rechter? Zo nee, wat was dan de feitelijke tenlastelegging?

4

Heeft H. voorafgaand en tijdens het strafproces in Polen in een voor hem
begrijpelijke taal kennis kunnen nemen van het strafdossier? Zo ja,
wanneer is hem dit ter hand gesteld? Zo nee, waarom niet en is dit in
lijn met enige wet of verdrag?

5

Heeft H. tijdens het proces in Polen beschikking gehad over een tolk? Zo
nee, waarom niet? Acht u dit juist?

6

Heeft er gedurende de detentie van H. medisch onderzoek plaatsgevonden
naar zijn toestand? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer en door wie?

7

Deelt u de mening dat het wenselijk is om aanvullende afspraken te maken
bij overlevering aan EU-staten waar detentieomstandigheden en / of de
voortgang van strafzaken afwijken van wat naar Nederlandse maatstaven
wenselijk is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke initiatieven gaat u
nemen om dit mogelijk te maken?

1) De Telegraaf, 20 juni 2009