Onderzoek naar seksueel geweld
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D35612, datum: 2009-07-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K. Arib, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z13695:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: K. Arib, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z13695 Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Justitie over onderzoek naar seksueel geweld. (Ingezonden 9 juli 2009) 1 Kent u het rapport “Seksuele gezondheid in Nederland 2009” van de Rutgers Nisso Groep? 2 Bent u verrast door het onderzoeksresultaat waaruit blijkt dat een derde van de vrouwen en één op de twintig mannen van 15 tot 70 jaar aangeven ooit seksueel geweld te hebben meegemaakt? Zo ja, deelt u de mening dat deze cijfers schrikbarend zijn? Wat gaat u doen om seksueel geweld terug te dringen? Zo nee, in hoeverre en uit welke bronnen waren dergelijke cijfers al bij u bekend? 3 Is er sprake van een stijging van het aantal seksuele misdrijven? Zo ja, met hoeveel? 4 Herinnert u zich de schriftelijke vragen over de lage aangiftebereidheid bij misdrijven 1)? Acht u de lage aangiftecijfers bij seksuele misdrijven nog steeds ernstig? Wat betekent dit voor uw beleid ten aanzien van seksuele misdrijven? 5 Hoe oordeelt u over het feit dat van de slachtoffers van seksueel geweld slechts één op de zes vrouwelijke en één op de zestien mannelijke slachtoffers heeft wel eens aangifte gedaan? 6 Zijn de vanuit de ministeries van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties reeds eerder opgezette initiatieven om tot een hogere aangiftebereidheid te komen ook effectief als het gaat om het vergroten van de aangiftebereidheid in geval van seksuele misdrijven? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, wat gaat u doen om de aangiftebereidheid bij deze misdrijven wel te vergroten? 1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2308