Het topinkomen van de bestuursvoorzitter van Sanquin Bloedbanken
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D36141, datum: 2009-07-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K. Arib, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z13915:
- Gericht aan: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: K. Arib, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z13915 Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het topinkomen van de bestuursvoorzitter van Sanquin Bloedbanken. (Ingezonden 14 juli 2009) 1 Bent u op de hoogte van het bericht dat bestuursvoorzitter de heer dr. ir. T.J.F. B. van de Sanquin Bloedbanken door een cao-verhoging nu nog meer verdient dan voorheen? 1) 2 Wat vindt u van het feit dat deze bestuurder nu meer verdient dan drie van de vier hoogste bestuurders van de grootste academische ziekenhuizen in Nederland? 3 Herinnert u zich uw antwoorden op mijn eerdere schriftelijke vragen over de hogere vergoeding voor de raad van bestuur van de Stichting Sanquin die in schril contrast stond met de onkostenvergoeding voor bloeddonoren? Wat hebt u sindsdien ondernomen om dit probleem aan te pakken? 4 Wat is uw reactie op de kritiek van de Landelijke Vereniging van Bloed- en Plasmadonoren die stelt dat de top van Sanquin moet beseffen dat hij leiding geeft aan een organisatie die bestaat bij de gratie van donoren die belangeloos hun bloed en plasma schenken voor patiënten, en dat daarom zo’n excessief salaris niet aan de orde dient te zijn? 5 Wat vindt u van de kritiek van bestuurslid de heer P. O. van de vakbond CNV Publieke Zaak die spreekt van een “dode hoek in de zelfreflexie van dergelijke topbestuurders” en die stelt “Door een inkomen van deze omvang te accepteren ondergraven zij de legitimiteit van hun organisatie. Dat is levensgevaarlijk. Zeker bij een organisatie als de bloedbank, in zekere zin een goede-doelenorganisaties die afhankelijk is van giften - in dit geval bloed - van donoren”? 6 Wat vindt u van de (toon van de) interne brief die de heer B. heeft rondgestuurd? 7 Denkt u, gezien de (interne) reactie van de heer B., dat er een kans bestaat dat bestuurders uit zichzelf zullen besluiten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en genoegen te nemen met een lager salaris? 8 Kunt u aangeven hoe de salarissen van bestuurders liggen in andere maatschappelijke organisaties die afhankelijk zijn van vrijwilligers en vrijwillige bijdragen? 9 Deelt u de mening dat een dergelijke salariëring maatschappelijk niet-aanvaardbaar is en dat bij een organisatie als Sanquin een maximum salaris volgens de Balkenendenorm al een royale salariëring betekent? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen kunt c.q. gaat u treffen om in te grijpen op de salariëring? 1) De Telegraaf, 7 juli 2009