Preview document (🔗 origineel)

---

2009Z13986

Vragen van het lid Pechtold aan de staatssecretaris van Defensie over
het ontslag van Sergeant Van Gelder bij de Koninklijke Landmacht.
(Ingezonden 15 juli 2009)

1

Is het waar, zoals de coördinator van de Defensie Topsport Selectie
overste Kees Meijl aangeeft 1), dat het sinds april 2005 bij Defensie
bekend was dat sergeant Van Gelder betrokken was bij het (privé)
gebruik van deze verdovende middelen? Welke actie heeft Defensie toen
ondernomen? 

2

Is het waar dat Defensie in 2006 op de hoogte was van aantijgingen over
drugsgebruik van sergeant Van Gelder door diens oud -trainer Remi Lens?
Waarom heeft Defensie, ondanks het strikte anti-drugsbeleid, geen actie
ondernomen zoals ‘bij verdenking’ testen op drugs? 

3

Welke begeleiding biedt Defensie aan medewerkers die met dergelijke
problematiek kampen of die daarvoor kwetsbaar zijn? Is deze begeleiding
aangeboden aan sergeant Van Gelder? 

4

Hoe gaat Defensie om met het publieke karakter van deze zaak? Waarom
kent Defensie geen individuele  begeleiding, juist voor die medewerkers
die vanwege een publiek profiel minder toegang hebben tot reguliere
hulpverlening? 

5

Op welke wijze zijn de richtlijnen voor de toepassing van sancties bij
overtreding van het drugsbeleid toegepast op sergeant Van Gelder? Waarom
verklaart Defensie dat sergeant Van Gelder ontslagen wordt nog voordat
onderzoek naar zijn ontslag is afgerond? 

6

Geldt bij het vrijwillig melden van dergelijk gebruik automatisch
ontslag of is er bij vrijwillige melding (zoals in onderhavig geval) ook
mogelijkheid tot begeleiding en (eventueel) schorsing? Zo neen, waarom
niet? 

7

Hoeveel militairen zijn de afgelopen vijf jaar ontslagen naar aanleiding
van drugsbezit of –gebruik? 

8

Op welke wijze past de betreffende maatregel binnen de kaders van het
EVRM? 

1) BN de stem, 14-7-2009, “ Wel het lichaam, niet de hersenen”