De druk die leden van de Pinkstergemeente binnen diverse instellingen uitoefenen om mensen via healings te genezen van HIV en homoseksualiteit
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D36462, datum: 2009-07-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K. Arib, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A.M.C. Eijsink, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z14032:
- Gericht aan: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: E. van Middelkoop, minister van Defensie
- Indiener: K. Arib, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.M.C. Eijsink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
2009Z14032 Vragen van de leden Arib en Eijsink (beiden PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Defensie over de druk die leden van de Pinkstergemeente binnen diverse instellingen uitoefenen om mensen via healings te âgenezen van HIV en homoseksualiteitâ. (Ingezonden 16 juli 2009) 1 Bent u op de hoogte van het bericht dat leden van de Pinkstergemeente in diverse instellingen, ook binnen het ministerie van Defensie, druk uitoefenen om mensen via healings te âgenezenâvan HIV en homoseksualiteit? 1) 2 Wat is uw mening over het feit dat cliĂ«nten in een jeugdinrichting of in een medisch centrum op deze wijze benaderd worden? Welke mogelijkheden heeft u op dit moment om dit tegen te gaan? Welke mogelijkheden zijn er om dit tegen te gaan? 3 Klopt het dat Pinkstergeestelijken die voor het ministerie van Defensie werken aan handoplegging doen om militairen van hun homoseksualiteit af te helpen? Deelt u de mening dat het niet acceptabel is dat mensen in dienst van de overheid op deze wijze benaderd worden? Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat dit binnen Defensie absoluut niet meer gebeurt? Hoeveel geestelijken in dienst van Defensie zijn lid van de Pinkstergemeente en hoeveel van hen maken zich hieraan schuldig? Als niet duidelijk is in hoeveel gevallen hiervan sprake is, op welke wijze kunt en gaat u ervoor zorgen dat dit wel duidelijk wordt, dit binnen Defensie bespreekbaar wordt en wordt voorkomen? 4 Bent u van mening dat er nog steeds geen âredelijk vermoedenâ ( in de zin van artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering) bestaat dat de in artikel 96 Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) gestelde norm wordt overtreden in de beschreven gevallen? Zo ja, waarom? 5 Wanneer wordt het resultaat van het onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) verwacht? Wat wordt precies onderzocht door de IGZ? Denkt u dat een bronnenonderzoek c.q. bureauonderzoek voldoende is om dergelijke praktijken op te sporen, en op basis daarvan maatregelen te kunnen nemen om deze praktijken voortaan te voorkomen? Bent u bereid dit onderzoek uit te breiden naar jeugdinrichtingen, medische instellingen en Defensie? Op welke wijze kunt u garanderen dat een volledig beeld ontstaat over de wijze waarop en de mate waarin kwetsbare mensen onder druk gezet worden om via healings te âgenezenâvan HIV of homoseksualiteit? 6 Waar kunnen mensen die op deze wijze zijn benaderd door leden van de Pinkstergemeente of andere religieuze groeperingen terecht? Is er een mogelijkheid klachten in te dienen? 7 Deelt u de mening dat het feit dat kwetsbare mensen onder druk gezet worden om via healings te âgenezenâ van HIV of homoseksualiteit voldoende aanleiding is om artikel 96 Wet BIG toe te passen, omdat sprake is van het verrichten van handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, waarbij buiten noodzaak een aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid wordt veroorzaakt? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat, wanneer artikel 96 Wet BIG onvoldoende grond biedt om deze praktijken te verbieden en strafbaar te stellen, artikel 96 Wet BIG aangepast dient te worden en er een bevelsmogelijkheid jegens alternatieve behandelaren ingevoerd dient te worden? Zo nee, waarom niet? 1) Trouw, 14 juli 2009 Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Karabulut (SP), ingezonden 16 juli 2009, (vraagnummer 2009Z14027)