De geluids- en veiligheidsnormering voor windmolens
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D36854, datum: 2009-07-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Zijlstra, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: P.F.C. (Paulus) Jansen, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z14196:
- Gericht aan: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Indiener: H. Zijlstra, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.F.C. (Paulus) Jansen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z14196 Vragen van de leden Zijlstra (VVD) en Jansen (SP) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de geluids- en veiligheidsnormering voor windmolens. (Ingezonden 22 juli 2009) 1 Kunt u onderbouwen dat bij een geluidsnorm voor windmolens gebaseerd op de Lden- methodiek “… de berekende geluidhinder beter weergeeft wat omwonenden na plaatsing van de windmolens zullen ervaren”? 1) 2 Is het waar dat u een Lden- norm van 47dB wilt gaan hanteren? Zo nee, welke norm dan wel? Zo ja, hoe bent u tot deze norm gekomen en kunt u uiteenzetten hoe die zich verhoudt tot de huidige situatie? 3 Is het waar dat momenteel in landelijke gebieden een LA,RT-norm van 30 tot 35dB wordt gehanteerd voor de nachtelijke uren? Hoe verhoudt dit zich tot de voorgestelde Lden van 47dB? 4 Klopt het dat de Lden- methodiek uitgaat van de integratie van dag-, avond- en nachtwaarden, met een vaste middelingstijd van 1 jaar? Zo ja, is dit een impliciete verruiming van de geluidsruimte voor windturbines, omdat voortaan geluidsoverlast tijdens draaiuren gemiddeld wordt met windstille perioden? Kunt u het antwoord motiveren? 5 Is het u bekend dat onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen 2) heeft aangetoond dat windturbines juist tijdens de nachtelijke uren de meeste geluidsoverlast veroorzaken? Waarom hebt u desondanks gekozen voor de Lden- methodiek en niet voor de Lnight- methodiek, waarbij specifiek rekening gehouden wordt met geluidoverlast tijdens de nachtelijke uren? 6 Sluit de Lden- methodiek handhaving door middel van directe immissiemetingen uit? Zo nee, onder welke condities kunnen immissiemetingen straks worden ingezet voor handhaving? Zo ja, welke wettelijke middelen staan omwonenden in de nieuwe systematiek ter beschikking om overlast te kunnen onderbouwen? 7 Bent u bereid de Algemene maatregel van bestuur (AMvB) en ministeriële regeling waarin u de aanpassing van de methodiek en de geluidsnorm regelt, aan de Kamer voor te leggen en tot die tijd geen onomkeerbare stappen te zetten? 8 Klopt het dat er vaker onderdelen van windmolens afgebroken/neergestort zijn dan het recente geval nabij de A6 3)? Hoe vaak? Wordt er een registratie bijgehouden van dergelijke ongevallen? 9 Deelt u de mening dat (minstens) zes ongevallen binnen tien jaar tijd een opvallend hoog aantal is op een paar duizend geplaatste windmolens? 10 Zijn het Handboek Risicozonering Windturbines, het Activiteitenbesluit 2007 en de Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatwerken 2002 ooit aangepast op basis van de ervaringen met ongelukken en andere relevante incidenten? Zo nee, bent u bereid om lessen te trekken uit de ongelukken en incidenten en de relevante regelgeving waar nodig aan te passen? 1) Aanhangsel Handelingen, nr. 2723, vergaderjaar 2007-2008 2) “The sound of high winds: the effect of atmospheric stability on wind turbine sound and microphone noise, Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG, proefschrift G.P. van den Berg, 12 mei 2006 3) Aanhangsel Handelingen, nr. 3043, vergaderjaar 2008-2009, alsmede het Noord-Hollands Dagblad van 15 mei 2008 “Weer ongeval met windturbine”