Het personeelstekort in de zorg
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D36932, datum: 2009-07-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.S. Uitslag, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.M. (Jan) de Vries, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z14234:
- Gericht aan: A. Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: A.S. Uitslag, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.M. (Jan) de Vries, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z14234 Vragen van de leden Uitslag en Jan de Vries (beiden CDA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het personeelstekort in de zorg. (Ingezonden 23 juli 2009) 1 Kent u het convenant van vijftien ziekenhuizen in Noord-Brabant, Zeeland en Limburg dat bedoeld is om het personeelstekort onder gespecialiseerde verpleegkundigen tegen te gaan? 2 Deelt u het oordeel dat het positief is dat zorgwerkgevers op deze wijze invulling geven aan hun verantwoordelijkheid voor het tegengaan van het personeelstekort in de zorg? Zo ja, verdient dit initiatief navolging en bent u bereid om het in het kader van het arbeidsmarktbeleid bekend te maken bij andere zorginstellingen? 3 Hoe beoordeelt u de terugbetalingsverplichting van de studiekosten wanneer een dienstverband na de opleiding binnen twee jaar wordt beëindigd? Is dit, ook in de zorg, naar uw oordeel een redelijke regeling of denkt u met de vakbond De Unie dat dit soort maatregelen contraproductief zal werken? 4 Zou een eventueel opleidingsfonds voor de studiekosten een oplossing kunnen bieden en het initiatief van de convenantpartijen kunnen ondersteunen? Hoe ver is het overleg met het veld hierover gevorderd en wanneer zal de Kamer daarvan de conclusies ontvangen? 5 Deelt u het oordeel dat er in principe niets mis is met zelfstandigen (zzp’ers) in de zorg, die zich via detacheringbureau laten inhuren? Herkent u wel de mogelijke nadelen waar de convenantpartijen op doelen, terwijl deze mensen voor de zorg hard nodig zijn? Verdient het daarom geen aanbeveling om, in het verlengde van de werkgroep die zich buigt over zelfstandigen in de thuiszorg en de door u op eerdere schriftelijke vragen 1) van het lid Uitslag toegezegde contractering van zelfstandige verpleegkundigen in de eerste lijn, voor de gehele zorg samen met de veldpartijen de kansen en mogelijkheden van zelfstandigen in de zorg nader te beschouwen? 6 Is er door de Nederlandse Vereniging van Anesthesiemedewerkers en/of de vakbond De Unie vanwege vermeende kartelvorming reeds bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een bezwaarschrift tegen het convenant ingediend? Valt een dergelijk convenant, dat gericht is op het tegengaan van personeelstekorten in de zorg, naar uw oordeel onder de beoordelingsbevoegdheid van de NMa? 7 Is er naar uw oordeel sprake van een ongeoorloofde beperking van de arbeidsmarkt voor al dan niet zelfstandig werkende anesthesiemedewerkers of andere gespecialiseerde verpleegkundigen en welke consequenties verbindt u daaraan? Hoe verhoudt zich uw oordeel of dat van de NMa tot de onderlinge regionale samenwerking tussen zorginstellingen die u in het kader van het arbeidsmarktbeleid bepleit? 1) 2009Z10142