32016 NR Wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)
Wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)
Nader rapport
Nummer: 2009D36980, datum: 2009-07-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Mede ondertekenaar: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van zaak 2009Z14255:
- Indiener: J.M. Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Medeindiener: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2009-09-01 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-09-02 11:30: Procedurevergadering VROM (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2009-09-23 12:00: Wijziging van de Wet op de architectentitel (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2009-12-16 14:00: Procedurevergadering VROM (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (2008-2010)
- 2010-01-28 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-02-04 14:05: Wijz. Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten) (32 016) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-02-09 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
9 juli 2009 BJZ2009045522 Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen) Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 september 2008, nr. 08.002620, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 8 december 2008, nr. W08.08.0404/IV, bied ik U, mede namens mijn ambtgenote van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hierbij aan. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet niet aldus te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 1. De door de Raad gegeven korte inleiding over de inhoud en achtergronden van de Wet op de architectentitel worden onderschreven. 2. De bevoegdheid tot het stellen van gedragsregels en de klachtenprocedure zijn op advies van de Raad heroverwogen. Die heroverweging heeft geleid tot schrapping van de bevoegdheid tot het stellen van gedragsregels en van de procedure inzake behandeling van klachten over niet naleving van die gedragsregels. De artikelen 8a, en hoofdstuk VA, inhoudende de artikelen 24a en 24b, die betrekking hadden op bovengenoemde onderwerpen, zijn in het wetsvoorstel geschrapt. In het wetsvoorstel is in artikel 27aa aan de architect, stedenbouwkundige, tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect, die om een offerte wordt gevraagd, een informatieplicht opgelegd over de onderwerpen, waarin de gedragsregels zouden voorzien. Die informatieplicht bevordert dat de in artikel 27aa genoemde onderwerpen privaatrechtelijk worden geregeld. Dat was ook het doel van de gedragsregels. 3. Ingeval de bevoegdheid tot het stellen van gedragsregels zou zijn gehandhaafd, zou aandacht geschonken zijn aan het advies van de Raad om die bevoegdheid nader te begrenzen. Die bevoegdheid is, zoals is opgemerkt in punt 2 van dit nader rapport, evenwel geschrapt. 4. In punt 2 van dit nader rapport is opgemerkt dat de klachtenprocedure in het wetsvoorstel is geschrapt. Indien dat niet het geval zou zijn geweest, zou aandacht zijn geschonken aan de opmerkingen van de Raad over de taak van de klachtencommissie, de inrichting van en toegang tot de klachtenprocedure, het griffierecht en het bezwaar tegen een opgelegde maatregel. 5. De omzetting van de Stichting Bureau Architectenregister (SBA) tot een openbaar lichaam van beroep is op advies van de Raad achterwege gelaten. Artikel II (oud) van het wetsvoorstel betreffende die omzetting is geschrapt. In plaats van die omzetting wordt in het voorgestelde artikel 2a van de Wet op de architectentitel (artikel I, onderdeel C, van het wetsvoorstel) het zelfstandig bestuursorgaan SBA vervangen door het bureau architectenregister, een zelfstandig bestuursorgaan op publiekrechtelijke grondslag. In het tweede lid van artikel 2a wordt het bureau architectenregister onder de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen gebracht. De vervanging van de SBA door het bureau architectenregister en het van toepassing verklaren van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen op het bureau architectenregister hebben voorts geleid tot het doen vervallen van artikel 3, eerste lid, van de Wet op de architectentitel en tot vervanging van de artikelen 4 tot en met 8 van de Wet op de architectentitel in artikel I, onderdeel E, van het wetsvoorstel. 6a. In punt 5 van dit nader rapport is opgemerkt dat de SBA niet wordt omgezet in een openbaar lichaam. De opmerking van de Raad over het lidmaatschapsgeld heeft betrekking op een situatie die zou zijn ontstaan indien het advies van de Raad om die omzetting achterwege te laten niet was opgevolgd. 6b. Het voorstel is in de memorie van toelichting alsnog van een dragende motivering voorzien. 6c. In punt 2 van dit nader rapport is opgemerkt dat in het wetsvoorstel de klachtenprocedure is geschrapt door het doen vervallen van het voorgestelde hoofdstuk VA betreffende de klachtencommisie. De door de Raad gesignaleerde tegenstrijdigheid tussen het wetsvoorstel en de memorie van toelichting op het punt van de klachtencommissies doet zich door die schrapping niet meer voor. Er is geen gevolg gegeven aan de opmerking van de Raad om in plaats van vier examencommissies één examencommissie in te stellen. Het examen voor personen, die zonder de vereiste opleidingstitel zeven jaar of langer werkzaam zijn op het gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur en interieurarchitectuur en die zich op grond van een voldoende examenresultaat willen inschrijven in het architectenregister, is te inhoudelijk toegesneden op de specifieke beroepsgroep om te kunnen volstaan met één examencommissie. Het advies van de Raad om geen vier examenreglementen vast te stellen is gevolgd door in het voorgestelde artikel 12b, derde lid, van de Wet op de architectentitel de regelgevende bevoegdheid van de vier examencommissies te schrappen. Krachtens het voorgestelde artikel 12b, derde lid, regelt het bureau architectenregister de onderwerpen uit die reglementen in de nadere regels met betrekking tot dat examen. 6d. De opmerking van de Raad om in het wetsvoorstel een grondslag op te nemen voor het stellen van regels met betrekking tot de behandeling van klachten is gemaakt voor het geval de door de Raad geadviseerde heroverweging ter zake van de klachtenprocedure niet geleid zou hebben tot schrapping van de klachtenprocedure in het wetsvoorstel. In punt 2 van dit nader rapport is opgemerkt dat door het doen vervallen van hoofdstuk VA betreffende de klachtencommisie in het wetsvoorstel de klachtenprocedure is geschrapt. 6e. De opmerkingen van de Raad over beroep tegen verordeningen van de ledenvergadering van het Architectenregister zijn gemaakt voor het geval het advies van de Raad om de omzetting van de SBA in een openbaar lichaam (het Architectenregister) achterwege te laten niet zou zijn gevolgd. In punt 5 van dit nader rapport is opgemerkt dat de SBA niet wordt omgezet in een openbaar lichaam. 6f. Het advies van de Raad heeft geleid tot aanpassing van de voorgestelde artikelen 29 en 30 (artikelen 28 en 29 oud) van de Wet op de architectentitel en tot het opnemen van een voorziening in artikel VII van het wetsvoorstel voor het geval niet tijdig in Nederland een masteropleiding op het gebied van interieurarchitectuur kan worden gevolgd in plaats van in het voorgestelde artikel 28, tweede lid (oud), van de Wet op de architectentitel. In aansluiting op het voorgestelde artikel 29, eerste lid, van de Wet op de architectentitel wordt in het voorgestelde artikel 28 (nieuw) van de Wet op de architectentitel de inschrijving in het architectenregister door de SBA gehandhaafd. Voorts wordt in dat artikel de mogelijkheid geboden om het bureau architectenregister te verzoeken een doorhaling door de SBA ongedaan te maken. Het voorgestelde artikel 28 komt in de plaats van het aan de Raad voorgelegde artikel VI van het wetsvoorstel. 7. De twee redactionele kanttekeningen van de Raad met betrekking tot artikel I zijn verwerkt. De Raad heeft drie redactionele kanttekeningen geplaatst bij het artikel in het wetsvoorstel met betrekking tot de omzetting van de SBA in een openbaar lichaam (artikel II oud) voor het geval die omzetting in het wetsvoorstel zou zijn gehandhaafd. In punt 5 van dit nader rapport is opgemerkt dat de SBA in het wetsvoorstel niet wordt omgezet in een openbaar lichaam. 8. Overige aanpassingen a. In het voorgestelde artikel 8 (artikel 7, vierde lid, oud) van de Wet op de architectentitel is aan de diensten, waarvoor een vergoeding kan worden gevraagd tegen een vastgesteld tarief, toegevoegd de behandeling van een verzoek om gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het doorlopen van de tweejarige beroepservaringperiode. b. Het derde en vierde lid (oud) van het voorgestelde artikel 12d van de Wet op de architectentitel zijn samengevoegd en gewijzigd. Het impliciete besluit in dat vierde lid, inhoudende dat aan het bezit van een getuigschrift van een Academie van Bouwkunst onder bepaalde voorwaarden een automatische vrijstelling is verbonden voor het volgen van de tweejarige beroepservaringperiode is vervangen door een te nemen besluit krachtens het derde lid van artikel 12d. De Algemene wet bestuursrecht regelt de bekendmaking van besluiten. Om die reden wordt de bekendmaking niet geregeld in het voorgestelde artikel 12d, derde lid, van de Wet op de architectentitel. In dat derde lid zijn voorts de voorwaarden waaronder een dergelijk besluit kan worden genomen opnieuw geformuleerd. c. Naar aanleiding van bovengenoemde wijzigingen is de memorie van toelichting aangepast. d. Tot slot is een aantal technische en redactionele wijzigingen aangebracht in de wettekst en de memorie van toelichting. Ik moge U verzoeken, mede namens mijn ambtgenote van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, PAGE PAGE 2