[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32016 NR Wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)

Wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)

Nader rapport

Nummer: 2009D36980, datum: 2009-07-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z14255:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


						9 juli 2009

BJZ2009045522

Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken

Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling
voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en
interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 september 
2008, nr. 08.002620, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te
doen toekomen. Dit advies, gedateerd 8 december 2008, nr.
W08.08.0404/IV, bied ik U, mede namens mijn ambtgenote van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, hierbij aan.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet niet aldus
te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

1. De door de Raad gegeven korte inleiding over de inhoud en
achtergronden van de Wet op de architectentitel worden onderschreven. 

2. De bevoegdheid tot het stellen van gedragsregels en de
klachtenprocedure zijn op advies van de Raad heroverwogen. Die
heroverweging heeft geleid tot schrapping van de bevoegdheid tot het
stellen van gedragsregels en van de procedure inzake behandeling van
klachten over niet naleving van die gedragsregels. De artikelen 8a, en
hoofdstuk VA, inhoudende de artikelen 24a en 24b, die betrekking hadden
op bovengenoemde onderwerpen, zijn in het wetsvoorstel geschrapt. In het
wetsvoorstel is in artikel 27aa aan de architect, stedenbouwkundige,
tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect, die om een 

offerte wordt gevraagd, een informatieplicht opgelegd over de
onderwerpen, waarin de gedragsregels zouden voorzien. Die
informatieplicht bevordert dat de in artikel 27aa genoemde onderwerpen
privaatrechtelijk worden geregeld. Dat was ook het doel van de
gedragsregels. 

3. Ingeval de bevoegdheid tot het stellen van gedragsregels zou zijn
gehandhaafd, zou aandacht geschonken zijn aan het advies van de Raad om
die bevoegdheid nader te begrenzen. Die bevoegdheid is, zoals is
opgemerkt in punt 2 van dit nader rapport, evenwel geschrapt. 

4. In punt 2 van dit nader rapport is opgemerkt dat de klachtenprocedure
in het wetsvoorstel is geschrapt. Indien dat niet het geval zou zijn
geweest, zou aandacht zijn geschonken aan de opmerkingen van de Raad
over de taak van de klachtencommissie, de inrichting van en toegang tot
de klachtenprocedure, het griffierecht en het bezwaar tegen een
opgelegde maatregel.   

5. De omzetting van de Stichting Bureau Architectenregister (SBA) tot
een openbaar lichaam van beroep is op advies van de Raad achterwege
gelaten. Artikel II (oud) van het wetsvoorstel betreffende die omzetting
is geschrapt. In plaats van die omzetting wordt in het voorgestelde
artikel 2a van de Wet op de architectentitel (artikel I, onderdeel C,
van het wetsvoorstel) het zelfstandig bestuursorgaan SBA vervangen door
het bureau architectenregister, een zelfstandig bestuursorgaan op
publiekrechtelijke grondslag. In het tweede lid van artikel 2a wordt het
bureau architectenregister onder de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen gebracht. De vervanging van de SBA door het bureau
architectenregister en het van toepassing verklaren van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen op het bureau architectenregister hebben
voorts geleid tot het doen vervallen van artikel 3, eerste lid, van de
Wet op de architectentitel en tot vervanging van de artikelen 4 tot en
met 8 van de Wet op de architectentitel in artikel I, onderdeel E, van
het wetsvoorstel.      

6a. In punt 5 van dit nader rapport is opgemerkt dat de SBA niet wordt
omgezet in een openbaar lichaam. De opmerking van de Raad over het
lidmaatschapsgeld heeft betrekking op een situatie die zou zijn ontstaan
indien het advies van de Raad om die omzetting achterwege te laten niet
was opgevolgd.                                                          
                                               

6b. Het voorstel is in de memorie van toelichting alsnog van een
dragende motivering voorzien. 

6c. In punt 2 van dit nader rapport is opgemerkt dat in het wetsvoorstel
de klachtenprocedure is geschrapt door het doen vervallen van het
voorgestelde hoofdstuk VA betreffende de klachtencommisie. De door de
Raad gesignaleerde tegenstrijdigheid tussen het wetsvoorstel en de
memorie van toelichting op het punt van de klachtencommissies doet zich
door die schrapping niet meer voor. Er is geen gevolg gegeven aan de
opmerking van de Raad om in plaats van vier examencommissies één
examencommissie in te stellen. Het examen voor personen, die zonder de
vereiste opleidingstitel zeven jaar of langer werkzaam zijn op het
gebied van architectuur, stedenbouw, tuin- en landschapsarchitectuur en
interieurarchitectuur en die zich op grond van een voldoende
examenresultaat willen inschrijven in het architectenregister, is te
inhoudelijk toegesneden op de specifieke beroepsgroep om te kunnen
volstaan met één examencommissie. Het advies van de Raad om geen vier
examenreglementen vast te stellen is gevolgd door in het voorgestelde
artikel 12b, derde lid, van de Wet op de architectentitel de
regelgevende bevoegdheid van de vier examencommissies te schrappen.
Krachtens het voorgestelde artikel 12b, derde lid, regelt het bureau
architectenregister de onderwerpen uit die reglementen in de nadere
regels met betrekking tot dat examen. 

6d. De opmerking van de Raad om in het wetsvoorstel een grondslag op te
nemen voor het stellen van regels met betrekking tot de behandeling van
klachten is gemaakt voor het geval de door de Raad geadviseerde
heroverweging ter zake van de klachtenprocedure niet geleid zou hebben
tot schrapping van de klachtenprocedure in het wetsvoorstel. In punt 2
van dit nader rapport is opgemerkt dat door het doen vervallen van
hoofdstuk VA betreffende de klachtencommisie in het wetsvoorstel de
klachtenprocedure is geschrapt. 

6e. De opmerkingen van de Raad over beroep tegen verordeningen van de
ledenvergadering van het Architectenregister zijn gemaakt voor het geval
het advies van de Raad om de omzetting van de SBA in een openbaar
lichaam (het Architectenregister) achterwege te laten niet zou zijn
gevolgd. In punt 5 van dit nader rapport is opgemerkt dat de SBA niet
wordt omgezet in een openbaar lichaam. 

6f. Het advies van de Raad heeft geleid tot aanpassing van de
voorgestelde artikelen 29 en 30 (artikelen 28 en 29 oud) van de Wet op
de architectentitel en tot het opnemen van een voorziening in artikel
VII van het wetsvoorstel voor het geval niet tijdig in Nederland een
masteropleiding op het gebied van interieurarchitectuur kan worden
gevolgd in plaats van in het voorgestelde artikel 28, tweede lid (oud),
van de Wet op de architectentitel. In aansluiting op het voorgestelde
artikel 29, eerste lid, van de Wet op de architectentitel wordt in het
voorgestelde artikel 28 (nieuw) van de Wet op de architectentitel de
inschrijving in het architectenregister door de SBA gehandhaafd. Voorts
wordt in dat artikel de mogelijkheid geboden om het bureau
architectenregister te verzoeken een doorhaling door de SBA ongedaan te
maken. Het voorgestelde artikel 28 komt in de plaats van het aan de Raad
voorgelegde artikel VI van het wetsvoorstel.    

7. De twee redactionele kanttekeningen van de Raad met betrekking tot
artikel I zijn verwerkt. De Raad heeft drie redactionele kanttekeningen
geplaatst bij het artikel in het wetsvoorstel met betrekking tot de
omzetting van de SBA in een openbaar lichaam (artikel II oud) voor het
geval die omzetting in het wetsvoorstel zou zijn gehandhaafd. In punt 5
van dit nader rapport is opgemerkt dat de SBA in het wetsvoorstel niet
wordt omgezet in een openbaar lichaam.

8. Overige aanpassingen 

a. In het voorgestelde artikel 8 (artikel 7, vierde lid, oud) van de Wet
op de architectentitel is aan de diensten, waarvoor een vergoeding kan
worden gevraagd tegen een vastgesteld tarief, toegevoegd de behandeling
van een verzoek om gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het
doorlopen van de tweejarige beroepservaringperiode. 

b. Het derde en vierde lid (oud) van het voorgestelde artikel 12d van de
Wet op de architectentitel zijn samengevoegd en gewijzigd. Het
impliciete besluit in dat vierde lid, inhoudende dat aan het bezit van
een getuigschrift van een Academie van Bouwkunst onder bepaalde
voorwaarden een automatische vrijstelling is verbonden voor het volgen
van de tweejarige beroepservaringperiode is vervangen door een te nemen
besluit krachtens het derde lid van artikel 12d. De Algemene wet
bestuursrecht regelt de bekendmaking van besluiten. Om die reden wordt
de bekendmaking niet geregeld in het voorgestelde artikel 12d, derde
lid, van de Wet op de architectentitel. In dat derde lid zijn voorts de
voorwaarden waaronder een dergelijk besluit kan worden genomen opnieuw
geformuleerd. 

c. Naar aanleiding van bovengenoemde wijzigingen is de memorie van
toelichting aangepast. 

d. Tot slot is een aantal technische en redactionele wijzigingen
aangebracht in de wettekst en de memorie van toelichting.  

Ik moge U verzoeken, mede namens mijn ambtgenote van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet
en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Volkshuisvesting, 

Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

	

 PAGE    

 PAGE   2