32018 (R1885) NR Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de samenwerking daartussen (Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de samenwerking daartussen (Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
Nader rapport
Nummer: 2009D37054, datum: 2009-07-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
- Mede ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z14261:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Medeindiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-09-01 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-09-30 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-11-16 14:00: Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-01-27 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-02 16:00: Extra procedurevergadering commissie NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-10 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-31 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-03-31 14:00: Rondetafelgesprek Politie/Justitie/Openbaar Ministerie Nederlandse Antillen (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-04-09 11:00: Staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-04-12 10:00: Staatkundige vernieuwing van het koninkrijk (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-04-14 10:15: Wetsvoorstellen staatkundige vernieuwing (32 017 t/m 32 020, 32 026, 32 041, 32 178, 32 179, 32 186, 32 213) (plenaire afronding) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-04-15 15:15: Stemmingen (over de wetsvoorstellen inzake de staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Datum 6 juli 2009 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van rijkswet houdende regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de samenwerking daartussen (Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba) Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 december 2008, nr. 08.003695, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 11 maart 2009, nr. W03.08.0566/II/K, bied ik U hierbij aan. De Raad geeft U in overweging het voorstel van rijkswet niet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen dan nadat met het advies van de Raad rekening is gehouden. De opmerkingen van de Raad van State van het Koninkrijk worden hieronder besproken. Daarbij worden de volgorde en nummering van het advies van de Raad aangehouden. 1 tot en met 6. De kritische kanttekeningen die de Raad plaatst bij de aanwijzingsbevoegdheid van de Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van lid van de raad van ministers van het Koninkrijk zijn aanleiding geweest deze aanwijzingsbevoegdheid te heroverwegen en te bezien of het doel dat met deze bevoegdheid werd nagestreefd ook op andere wijze kan worden bereikt. De aanwijzingsbevoegdheid was in de eerste plaats bedoeld als extra waarborg voor voldoende afstand tussen lokale politiek en openbaar ministerie, hiertoe diende vooral de bevoegdheid bijzondere aanwijzingen te geven. Daarnaast werd met de aanwijzingsbevoegdheid beoogd voldoende afstemming tussen het opsporings- en vervolgingsbeleid in Curaçao, Sint Maarten en op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te garanderen, hiertoe diende de bevoegdheid algemene aanwijzingen te geven. De heroverweging heeft ertoe geleid dat de aanwijzingsbevoegdheid is vervangen door enkele bepalingen die in onderling verband en in het licht van het voorstel als geheel bezien, een evenwichtige regeling bieden. De heroverweging heeft ertoe geleid dat in het voorstel de volgende wijzigingen zijn aangebracht. De aanwijzingsbevoegdheid van de Minister van Justitie als lid van de rijksministerraad is geschrapt. De regeling voor de aanwijzingsbevoegdheid van de Ministers van Justitie van elk van de landen om aanwijzingen te geven over het opsporings- en vervolgingsbeleid in het eigen land (artikel 13 van het voorstel) is aangepast. Bepaald is dat de Minister van Justitie het voornemen om een bijzondere aanwijzing te geven aan de procureur-generaal over de opsporing en vervolging van strafbare feiten in zijn land voorlegt aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie ter toetsing aan het recht. Indien het Hof oordeelt dat de voorgenomen aanwijzing in overeenstemming is met het recht, kan de minister de aanwijzing geven. De regeling dat de procureur-generaal een gegeven aanwijzing kan voorleggen aan het Hof en dat tegen de beslissing van het Hof beroep openstaat bij de Hoge Raad, is daarmee komen te vervallen. Door deze aanpassing kunnen de Ministers van Justitie in individuele gevallen dus uitsluitend nog na een positief oordeel van de rechter over de rechtmatigheid een aanwijzing in een concreet geval geven. Aan het voorstel is ter versterking van de samenwerking tussen de landen op het terrein van opsporing en vervolging de verplichting toegevoegd van een jaarlijks overleg van de Ministers van Justitie van de drie betrokken landen en de procureur-generaal waarin afspraken over het opsporings- en vervolgingsbeleid worden gemaakt. Verder is toegevoegd dat het beleid van de landen inzake de opsporing en vervolging van zware en georganiseerde criminaliteit onderling wordt afgestemd. De voorgestelde wijzigingen versterken de positie van de gezamenlijke procureur-generaal. De afstand tussen de procureur-generaal en de lokale politiek wordt vergroot. Daarnaast dienen de Ministers van Justitie van de betrokken landen verplicht samen te werken en ten behoeve van het functioneren van de PG hun beleid op elkaar af te stemmen. Zij bieden een voldoende alternatief voor de aanwijzingsbevoegdheid van de Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van lid van de rijksministerraad. Daarbij is overwogen dat artikel 43, tweede lid, juncto artikel 51 van het Statuut voldoende mogelijkheden biedt om in het kader van de waarborgfunctie van het Koninkrijk zo nodig maatregelen te treffen . 7. Redactionele kanttekeningen De redactionele kanttekening van de Raad is niet meer relevant door de in de artikelen 13 en 14 van het voorstel aangebrachte wijzigingen. Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba te zenden. De Minister van Justitie, IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Sector staats- en bestuursrecht Datum 6 juli 2009 Ons kenmerk 5604220/09/6 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Contactpersoon mr. drs. A.G. van Dijk coördinerend raadadviseur T 070 3706021 a.g.van.dijk@minjus.nl Ons kenmerk 5609835/09/6 Bijlagen 4 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 2 " " " Pagina 1 van 2 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag de Koningin