Het opstappen van de directeur van Wereldkinderen, vergunning voor interlandelijke adopties
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D38734, datum: 2009-08-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C. Langkamp, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z14923:
- Gericht aan: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Indiener: M.C. Langkamp, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2009-10-06 19:30: Interlandelijke adoptie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
Preview document (🔗 origineel)
2009Z14923 Vragen van het lid Langkamp (SP) aan de minister van Justitie over het opstappen van de directeur van Wereldkinderen, vergunninghouder voor interlandelijke adopties. (Ingezonden 20 augustus 2009) 1 Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Netwerk? 1) 2 Wat is uw reactie op het opstappen van de directeur van Wereldkinderen? Is de gang van zaken zoals zij vertelt in de uitzending waar? 3 Is het waar dat uw ministerie Wereldkinderen dringend heeft ontraden verder te gaan met het onderzoek naar de juistheid en zorgvuldigheid van adopties van kinderen uit China? Zo nee, wat is uw visie op de gang van zaken? 4 Kunt u nauwkeurig omschrijven hoe ver de verantwoordelijkheid van een vergunninghouder strekt wat de controle in het land van herkomst betreft, waar deze ophoudt, en wat de verantwoordelijkheden van het ministerie van Justitie hierin zijn? In hoeverre heeft u een aanwijzingsbevoegdheid richting de vergunninghouder om wel of juist geen eigen aanvullend onderzoek te doen in het land van herkomst? 5 Hecht u veel waarde aan de informatie en signalen die u krijgt van vergunninghouders over mogelijke misstanden en onregelmatigheden bij interlandelijke adopties? Wat heeft u tot dusver met waarschuwingen van vergunninghouders gedaan? 6 Hoe verhoudt het waarschuwen of zelfs beletten van Wereldkinderen verder onderzoek te doen in China zich tot het Kwaliteitskader vergunninghouders interlandelijke adoptie? 2) Heeft de vergunninghouder op grond van dit Kwaliteitskader niet juist de plicht zelf onderzoek te doen naar de betrouwbaarheid van de contacten, de zorgvuldigheid en juistheid van informatie en procedures, en zo nodig zelfs te besluiten tot het (al dan niet tijdelijk) stopzetten van adopties uit een land? 3) 7 Waarom wordt er zoveel waarde gehecht aan het vertrouwen in de informatie die het land van herkomst geeft? Waarop is dat vertrouwen gebaseerd? Wat is uw reactie op de uitspraak dat je bij adoptie niet honderd procent kunt werken op basis van vertrouwen? 8 Vreest u de reacties van landen van herkomst indien er vanuit Nederland lastige vragen worden gesteld en onderzoek wordt verricht naar adopties uit dat land? Zo nee, wat verklaart dan deze terughoudendheid? Welke andere belangen spelen er? Wordt het belang van het kind daaraan ondergeschikt gemaakt? 9 Wat is er op tegen de vergunninghouder extra eigen aanvullend onderzoek te laten doen? Waarom bent u niet juist blij met kritische vergunninghouders die de gehele procedure kritisch bekijken en wel eigen onderzoek verrichten? 10 Is het niet vreemd dat u antwoordt dat ook de rol van de vergunninghouders wordt beoordeeld als het gaat om mogelijke misstanden bij adopties, maar dat u vergunninghouders belet of ervan weerhoudt extra onderzoek te doen? 4) Bent u bereid vergunninghouders juist aan te moedigen de zorgvuldigheid van adoptieprocedures zo goed mogelijk te onderzoeken? Zo ja, hoe gaat u dit aanpakken? 11 Wat is uw reactie op de uitspraak dat er meer aan de hand is rondom adopties uit China dan waar het ministerie van Justitie het Nederlandse publiek en de Kamer over informeert? 12 Wat is uw reactie op de uitspraak dat het systeem van adoptie wereldwijd verziekt is, omdat geld te veel een rol speelt en er aanbod wordt gecreëerd? 13 Deelt u de mening dat er internationaal onafhankelijk toezicht gehouden zou moeten worden op interlandelijke adoptie? Zo ja, welke initiatieven gaat u hiertoe nemen? 14 Bent u bereid deze Kamervragen uiterlijk maandag 31 augustus 2009 te beantwoorden, dat wil zeggen vóór het einde van het reces? 1) Netwerk, 18 augustus 2009 HYPERLINK "http://www.netwerk.tv/uitzending/2009-08-18/directeur-adoptieorganisati e-stapt-op-na-intimidatie#" http://www.netwerk.tv/uitzending/2009-08-18/directeur-adoptieorganisatie -stapt-op-na-intimidatie# 2) Kamerstuk 31265, nr. 8, bijlage 3) Citaten uit het Kwaliteitskader vergunninghouders interlandelijke adoptie: “De vergunninghouders verifiëren in het kader van de deelbemiddeling de betrouwbaarheid van de door de aspirant-adoptiefouders aangedragen buitenlandse contacten en de te volgen procedures waarbij dezelfde kwaliteitsstandaard geldt als waaraan adoptieprocedures via een volledige bemiddeling dienen te voldoen.” “Ook landen die partij zijn bij het Haags Adoptieverdrag verschaffen niet altijd alle gewenste informatie. Niettemin rust de verplichting op de vergunninghouder om bij voortduring van de relatie met een buitenlandse partnerorganisatie de vinger aan de pols te houden.” “De vergunninghouder heeft de verplichting om op basis van de hem ter beschikking staande mogelijkheden bij het aangaan en bij het voortduren van een buitenlandse partnerorganisatie de betrouwbaarheid van die partnerorganisatie zo goed mogelijk te controleren.” “De mate waarin de controle plaatsvindt, hangt bijvoorbeeld af van de urgentie, de intensiteit van samenwerking met de partnerorganisatie en verandering van wetgeving. Indien bij het aangaan van een relatie met een buitenlandse partnerorganisatie twijfel bestaat over de betrouwbaarheid van de buitenlandse partnerorganisatie gaat de vergunninghouder geen samenwerking aan met de betreffende organisatie.” “De Centrale autoriteit kan op basis van gedegen onderzoek het besluit nemen om adopties uit een land (al dan niet tijdelijk) te stoppen. Ook de vergunninghouder heeft die mogelijkheid.” 4) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 3398