Reactie op brief van dhr. M. te A. over "gratis" schoolboeken
Brief regering
Nummer: 2009D38798, datum: 2009-08-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z14955:
- Indiener: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-09-02 14:30: Aanvang middagvergadering: regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-09-10 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2010-09-08 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 20 augustus 2009 DOCPROPERTY aanhef *\MERGEFORMAT Op 30 juni 2009 ontving ik van u bovengenoemde brief met daarin het verzoek om naar u toe te reageren op de brief die de heer M. u stuurde over de āgratisā schoolboeken. Hierbij voldoe ik gaarne aan uw verzoek. De brief van de heer M. is een reactie op de handelwijze van schoolboekleverancier Iddink BV. Na de inwerkingtreding van de wet āgratisā schoolboeken zijn het echter de scholen voor voortgezet onderwijs die verantwoordelijk zijn voor de voorziening van schoolboeken aan hun leerlingen. De manier waarop de scholen de boekvoorziening regelen is aan de school. Er wordt in de praktijk gekozen tussen eigen (zgn. interne) boekenfondsen, externe boekenfondsen of een mengvorm, de gefaciliteerde boekenfondsen. De scholen sluiten hiertoe een contract met boekleveranciers. In deze contracten kunnen afspraken worden gemaakt over zaken als borg. De school neemt hierover de beslissingen. De oudergeleding in de medezeggenschapsraad dient met de beslissingen van de school in te stemmen. In de medezeggenschapsraad dient de discussie plaats te vinden over bijvoorbeeld de hoogte van de borg, het moment van teruggave en alle andere zaken die voor ouders belangrijk zijn. Overigens is er niet bij alle scholen sprake van een borg, omdat scholen ook zonder borgstelling schade op ouders kunnen verhalen. Het gevolg van dit systeem van āgratisā schoolboeken is dat de ouders die problemen hebben met de wijze waarop de organisatie van de boekenvoorziening zich met hun klachten tot de school van hun kinderen moeten wenden. De school heeft immers de boekvoorziening op grond van haar eigen wensen vastgelegd in het contract met de boekleverancier en die voert dit in opdracht van de school uit. De heer M. dient dus met zijn klachten naar de school en de oudergeleding in de medezeggenschapsraad te gaan en zijn zorgen over de uitvoering daar neer te leggen. Wat betreft de opmerking van de heer M. over het eenoudergezin op bijstandniveau geldt dat het betalen van de borg niet voorwaardelijk mag zijn voor het ontvangen van de boeken. Deze mevrouw kan dus, net zoals ieder andere ouder, als het er op aankomt, weigeren de borg te betalen. Dit kan wel betekenen dat in geval van schade aan de boeken er eventueel achteraf een schadeclaim van de school volgt. Als haar kinderen netjes met de boeken omgaan, is er geen enkele reden voor de school om een bedrag te claimen voor aangebrachte schade. Dat geldt overigens ook voor het terugkrijgen van de borg in het geval dat deze betaald wordt. Ik merk hierbij nog op dat er ook ouders zijn die liever vooraf een borg betalen dan achteraf met een schadevergoeding geconfronteerd te worden. Ik verwijs voor meer informatie naar de beantwoording van de vragen van de leden DezentjĆ© Hamming-Bluemink (VVD) en Jasper van Dijk (SP) over dit onderwerp (kenmerk 2009Z14195, ingezonden 22 juli 2009) De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart