[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Casus Diamantbuurt

Brief lid / fractie

Nummer: 2009D39755, datum: 2009-08-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.rtf), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z15313:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Van: Nispen van M.

Verzonden: donderdag 27 augustus 2009 9:34

Aan: Commissie Justitie

CC: 'Roemer E.G.M.'

Onderwerp: Toezegging - casus Diamantbuurt

Geachte griffier,

Bij de eerstvolgende procedurevergadering zou Emile Roemer graag het volgende punt willen agenderen.

Tijdens het mondelinge vragenuur van 12 mei 2009 heeft de minister van Justitie toegezegd de Kamer te informeren over een van de negatieve hoofdrolspelers in de Diamantbuurt. De casus van deze jongen zou geanonimiseerd naar de Kamer worden gestuurd, met een antwoord op de vragen wanneer hij in aanraking kwam met de politie, welke hulpverleners betrokken waren, welke straffen zijn opgelegd, welke opvang daarna is geboden en of zijn familie is betrokken. Hieronder is de letterlijke weergave van deze toezegging opgenomen (Handelingen, TK vergaderjaar 2008-2009, nr. 82).

De brief van de minister van 29 juli 2009 (28684, nr. 235, inclusief bijlage) voldoet niet aan deze toezegging, maar geeft een algemene beschrijving van de gehele groep jongeren die problemen veroorzaakt. Graag zou Emile Roemer alsnog de casusbeschrijving ontvangen die is toegezegd, graag uiterlijk 23 september 2009, zodat aan de hand van dit ene voorbeeld nauwkeurig bezien kan worden wat de persoonsgerichte aanpak nu precies inhoudt.

Daarnaast zou Emile Roemer het aanbod van de minister graag aanvaarden om een bijeenkomst te organiseren voor de vaste commissie voor Justitie waar dieper op individuele gevallen kan worden ingegaan, waar verdere verbeteringen mogelijk zijn en op welke grenzen wordt gestuit.

Bij voorbaat veel dank.

met vriendelijke groet,

Michiel van niSPen

SP-fractiemedewerker Justitie

kijk ook eens op:

De heer Roemer (SP): Voorzitter. Het is goed om

onderscheid te maken tussen enerzijds overlast en het

daarmee gerelateerde buurtverhaal en anderzijds zware

criminaliteit. In het onderhavige geval is van dat laatste

ook sprake. Een van de negatieve hoofdrolspelers in de

Diamantbuurt is een jongen die zeventien maanden

eerder een drugsdealer in beide benen schoot. Je kunt je

afvragen wat zo’ jongen vandaag de dag überhaupt op

straat doet.

Om hier nu eens de vage verhalen te voorkomen over

“n zijn algemeenheid doen wij zus en doen wij zo”vraag

ik of de minister bereid is om de casus van bovengenoemde

jongen geanonimiseerd naar de Kamer te

sturen, met daarop een uitvoerig antwoord op de vragen:

wanneer kwam hij voor het eerst in aanraking met de

politie, wie waren de hulpverleners, welke straffen heeft

hij gekregen bij de diverse gepleegde delicten, wat is

gedaan met de zorg tijdens de straf, hoe was de opvang

daarna en in hoeverre werd zijn familie daadwerkelijk

betrokken bij de hulpverlening? Als de minister daartoe

bereid is, dan kan de Kamer aan de hand van dit

voorbeeld bezien wat er vandaag de dag precies wordt

gedaan.

Minister Hirsch Ballin: Voorzitter. Deze aanpak spreekt

mij zeer aan. Bij onze bezoeken aan de Veiligheidshuizen

praten collega Albayrak en ik op precies zo’ concrete

manier over het werk in de regio’. Wij bezoeken alle

bestaande Veiligheidshuizen en openen alle nog

niet-bestaande huizen. Aan het eind van dit jaar is er een

landelijk dekkend netwerk van Veiligheidshuizen, een van

de kernelementen van het project Veiligheid begint bij

Voorkomen. In die huizen wordt gesproken over jonge en

oude(re) criminelen en overlastplegers. Per geval wordt

gekeken naar de voorgeschiedenis en naar de vraag wat

moet worden gedaan om in het specifieke geval de

situatie te verbeteren.

Wij spreken dus al over concrete gevallen op de

manier die de heer Roemer suggereert. Ik informeer de

Kamer graag over een aantal gevallen –ik doe dat op

vertrouwelijke basis indien dat met het oog op persoonsgegevens

is vereist –die laten zien op welke manier het

probleem wordt aangepakt, waar wij hebben geleerd van

tekortkomingen in het verleden en hoe ons beleid ertoe

leidt dat er nu wel wordt gekeken naar oorzaken en naar

tekortkomingen in de opleiding en naar verslavingsproblemen

en andere problemen.

De heer Roemer (SP): Ik heb een vraag gesteld over een

concrete situatie.

De voorzitter: Die informatie is u ook toegezegd, zo

nodig vertrouwelijk.

De heer Roemer (SP): Heeft de minister deze informatie

toegezegd?

Minister Hirsch Ballin: Ik zeg u zelfs meer toe dan u

vroeg, namelijk dit soort gevallen.