Reactie op een brief van AA-Accountantskantoor Van der M. in Z. inzake een klacht over het optreden van de Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2009D41005, datum: 2009-09-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiƫn (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z15797:
- Indiener: J.C. de Jager, staatssecretaris van Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2009-09-16 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-09-23 15:30: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2010-09-09 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 september 2009 Geachte mevrouw Verbeet, Bij brief van 26 mei jl. heeft de Vaste Commissie voor Financiƫn mijn reactie gevraagd op een brief van V. d. M. in Z. van 25 april 2009. Bijgaand vindt u mijn reactie op de inhoud van deze brief. In de brief van 25 april geeft de heer V.d. M. een relaas van de ervaringen met de Belastingdienst over een fiscale eenheid omzetbelasting voor een cliƫnt van zijn accountantskantoor. Uit zijn brief blijkt dat de contacten over dit onderwerp met de regioeenheid Rivierenland van de Belastingdienst sinds medio 2007 lopen. Gelet op de historie en het verzoek van de heer V.d. M. om uitleg, heeft de regioeenheid Rivierenland op mijn verzoek de gang van zaken nagegaan en zijn de medewerkers van deze regioeenheid met de heer V.d. M. in contact getreden. Uit informatie van de regioeenheid blijkt dat het in eerste instantie ging om de vraag onder welk BTW-nummer aangifte gedaan zou worden. Dit is van belang voor de correcte afhandeling door de Belastingdienst van de BTW-aangifte en afdracht van BTW voor de fiscale eenheid. Door miscommunicatie ontstond verwarring over het te gebruiken BTW-nummer, hetgeen in 2008 tot verschillende naheffingsaanslagen leidde. Uiteindelijk bleef in geschil of de genoemde naheffingsaanslagen en bijbehorende boete terecht waren opgelegd. Vanuit de regioeenheid heeft men op 23 juli jl. met de heer V.d. M. over deze zaak gesproken. In dit gesprek is van de zijde van de regioeenheid aangegeven dat, gelet op de historie en de inmiddels ontstane helderheid over de BTW-aangifte voor de fiscale eenheid, ervoor gekozen is om eventuele nog staande naheffingsaanslagen alsmede de bijbehorende boete te vernietigen. Ik ga er vanuit dat hiermee de brief van de heer V.d. M. is afgehandeld. De staatssecretaris van Financiƫn, J.C. de Jager