[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Informeren over de ontwikkelingen van de uitvoering van het Actieplan jeugdwerkloosheid

Brief regering

Nummer: 2009D42979, datum: 2009-09-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z16467:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


  DOCPROPERTY  kRetouradres  \* MERGEFORMAT  > Retouradres   
DOCPROPERTY  iRetouradres  \* MERGEFORMAT  Postbus 90801 2509 LV  Den
Haag 

  DOCPROPERTY  iAdressering  \* MERGEFORMAT  De Voorzitter van de Tweede
Kamer

der Staten-Generaal 

  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT  Binnenhof    DOCPROPERTY  iNr 
\* MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT  A 

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT  2513 AA     DOCPROPERTY 
iPlaats  \* MERGEFORMAT  S GRAVENHAGE 



  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum  	14 september 2009 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Betreft 	  DOCPROPERTY 
iOnderwerp  \* MERGEFORMAT  Jeugdwerkloosheid 



In het algemeen overleg met uw Kamer van 25 juni jl. (TK 2008-2009, 29
544, nr. 201), heb ik toegezegd u in september te informeren over de
ontwikkelingen van de uitvoering van het Actieplan jeugdwerkloosheid.
Bij dezen kom ik, mede namens minister Rouvoet voor Jeugd & Gezin,
minister Van der Laan voor Wonen, Wijken en Integratie en
staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
deze toezegging na. Tevens berichten we u over de uitvoering van de
moties die door uw Kamer in het voortgezet algemeen overleg van 2 juli
jl. zijn ingebracht en vervolgens aangenomen.

Deze zomer zijn wij met alle betrokken mensen uit het veld aan de slag
gegaan met de acties uit het actieplan. Nu komt het aan op de uitvoering
van de plannen.

Om te voorkomen dat jongeren dit najaar langdurig langs de kant komen te
staan, is het van groot belang dat de regionale netwerkstructuur,
bedoeld om dat op te vangen, volledig operationeel is en dat de acties
zoals uitgezet in de vijf hoofdlijnen van het Actieplan, opgestart zijn.
In deze brief lichten we de voortgang van het Actieplan toe aan de hand
van de vijf hoofdlijnen:

Jongeren langer op school houden, School Ex Programma;

Convenanten met 30 regio’s;

Matching-offensief;

Leerwerkbanen/stages;

Kansen voor kwetsbare jongeren.

Economische crisis & jongeren- wat zien we nu?

De ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid blijft op dit moment achter bij
de verwachtingen. Hoewel dit positief is, blijft de verwachting nog
steeds dat de jeugdwerkloosheid substantieel zal oplopen. De komende
maanden komen veel jongeren terug van vakantie, gaan afgestudeerden op
zoek naar werk en lopen veel tijdelijke en flexcontracten af. Daarom zet
het kabinet juist nu met kracht in op de uitvoering van het Actieplan
jeugdwerkloosheid. 

Jongeren langer op school houden (School Ex programma)

Het belangrijkste doel van het School Ex programma is om 10.000
MBO-leerlingen die dit jaar vóór de zomervakantie hun diploma haalden,
een jaar langer op school te houden. Aan hen is een enquête gestuurd
waarin gevraagd is naar hun toekomstplannen: doorleren, werken, of het
nog niet weten. Uit voorlopige gegevens blijkt dat 77.000
examenkandidaten (bijna tweederde van de totale doelgroep) de enquête
heeft ingevuld. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn:

24% van de respondenten geeft aan door te gaan leren aan het HBO;

33% geeft aan door te leren aan het MBO;

22% geeft aan te gaan werken en heeft al een baan;

12% gaat werk zoeken;

6% geeft aan het nog niet te weten; en 

3% geeft aan iets anders te gaan doen.

Op basis van de uitkomsten van de enquête wordt verwacht dat het doel
(10.000 MBO gediplomeerden een jaar langer op school) gerealiseerd
wordt. Dit kan echter pas met zekerheid aan het eind van dit jaar
vastgesteld worden aan de hand van het aantal inschrijvingen per 1
oktober 2009 in het basisregister onderwijs.

Het School Ex programma richt zich in samenwerking tussen het MBO en
UWV-Werkbedrijf tevens op de schoolverlaters. Van hen heeft ca. 22%
gemeld al een baan gevonden te hebben. In totaal hebben 7100
schoolverlaters aangegeven ondersteuning te willen van het UWV
Werkbedrijf bij het zoeken naar een baan/opleiding. Van deze 7100 waren
er 1100 al bekend bij het UWV en zij ontvangen reeds dienstverlening. De
overige 6000 jongeren hebben op 17 augustus jl. een E-card ontvangen
voor het maken van een afspraak. Gegevens van deze 6000 jongeren zijn
tevens uitgezet bij de betrokken vestigingen van het UWV-Werkbedrijf, om
deze jongeren vóór 15 september actief voor een afspraak te benaderen.
De wijze waarop dit gebeurt, staat de vestiging vrij. Op sommige
plaatsen gaat het om enkele jongeren en volgt een individuele afspraak;
op andere locaties gaat het om honderden jongeren en worden
groepsbijeenkomsten georganiseerd. Dit najaar komen de definitieve
gegevens over het School Ex programma 2009 beschikbaar en vindt een
evaluatie plaats met het oog op de aanpak in 2010. 

Convenanten met 24 regio’s gesloten 

De partners in de regio hebben in het Actieplan jeugdwerkloosheid een
centrale rol in het bestrijden en voorkomen van jeugdwerkloosheid. Op 29
juni j.l. heb ik met de 30 wethouders van de regiogemeenten de
intentieverklaring ondertekend om mij binnen twee maanden, vóór 1
september 2009, te voorzien van een regionaal plan van aanpak
jeugdwerkloosheid. Alle partners in de regio’s zijn direct aan de slag
gegaan en bleken in staat voor de afgesproken datum een plan van aanpak
te leveren. Van de ingediende plannen voldeden 24 zodanig aan de door
mij vastgestelde eisen, dat ik op 9 september 2009 met ieder van hen een
convenant heb ondertekend. De overige regio’s werken door aan
aanpassing van hun voorstellen. Dat leidt er naar verwachting toe dat ik
nog deze maand ook met hen een convenant kan tekenen. Dat de regio’s
in korte tijd in staat bleken tot plannen te komen, is veelbelovend voor
de algemene ontwikkeling van het regionale arbeidsmarktbeleid. De wijze
waarop dit door het kabinet wordt gestimuleerd wordt uitgebreider
beschreven in een brief aan uw Kamer die een dezer dagen aan u wordt
gezonden, in antwoord op de motie Vermeij c.s. (31514, nr. 24) over het
regionale arbeidsmarktbeleid. 

Regionale infrastructuur operationeel. Door deze convenanten is voorzien
in een regionale infrastructuur waarin partners die elkaar nodig hebben
om de verwachte oploop in de jeugdwerkloosheid te beperken, elkaar
kunnen vinden en weten waar zij elkaar op kunnen aanspreken. Daarmee is
voorzien in een infrastructuur om alle jongeren die zich melden bij de
werkpleinen een plek aan te bieden. Hoe deze plek er uit ziet hangt af
van de individuele wensen en mogelijkheden van de jongeren en de
specifieke plekken die in de regio voorhanden zijn. De plannen
weerspiegelen het belang van goede regionale samenwerking. Uit de
actieplannen blijkt voorts dat de regio’s creatieve ideeën hebben
voor het bestrijden van jeugdwerkloosheid. 

Ruimte voor verbetering. Ondanks dat de regionale plannen voldoende
basis vormen voor een goede aanpak van de jeugdwerkloosheid, is er op
een aantal onderdelen ruimte voor verbetering. Het is vooral van belang
dat de betrokkenheid van werkgevers op regionaal niveau concreter
ingevuld wordt. Met name de implementatie van de afspraak in het sociaal
akkoord om werkloze jongeren binnen drie maanden een stageplaats aan te
bieden, moet beter worden aangesloten op de regionale actieplannen.
Hiervoor is het noodzakelijk dat sociale partners deze afspraken op
korte termijn van een meer concrete invulling voorzien. In de
actieplannen gaat aandacht uit naar kwetsbare groepen (waaronder
allochtone jongeren). De concrete resultaten die men voor deze groepen
wil bereiken zijn echter niet altijd voldoende uitgewerkt. Daarnaast
moet de gevraagde samenwerking en aansluiting met jeugdzorg in de meeste
plannen beter verankerd worden. 

Deze bevindingen zijn voor mij aanleiding geweest waar nodig de partners
in de regio’s te vragen hun plannen op de genoemde punten aan te
scherpen en daarover half november a.s. te rapporteren. 

Ambitie actieplannen. In de regionale plannen staan concrete
inspanningsdoelstellingen voor het realiseren van plekken voor jongeren.
Daarnaast hebben partners in sommige regio’s ook ambities opgenomen
met betrekking tot het beperken van de oploop in jeugdwerkloosheid. Het
is vooraf moeilijk in te schatten hoeveel jongeren precies zullen moeten
worden geholpen omdat dit afhangt van de ontwikkeling van de
jeugdwerkloosheid, die nu nog niet goed te voorspellen is. Doel is in
ieder geval dat alle jongeren die zich voor hulp op het werkplein
melden, geholpen worden aan de best mogelijke plek. 

Toedeling middelen en monitoring. Aan de 24 regio’s met wie ik een
convenant heb ondertekend, zijn de middelen voor 2009 via het
Gemeentefonds vanaf september beschikbaar gesteld. De middelen voor de
overige regio’s worden in oktober beschikbaar gesteld, mits het
convenant in september wordt ondertekend. Aan de regio’s is voor 2010
circa de helft van het budget 2009 toegezegd. De rest van het budget
2010 wordt voor de regio’s beschikbaar gesteld afhankelijk van de
bereikte resultaten. Hierover wordt u nader geïnformeerd. 

Voor het monitoren van de uitvoering van de actieplannen zal zowel
gekeken worden naar de ontwikkeling van de omvang van de
jeugdwerkloosheid als naar het effect van de inspanningen ter
bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Wat betreft het eerste zal gebruik
gemaakt worden van de cijfers van het CBS. Wat betreft de inspanningen
zal de beleidsinformatie die wordt uitgevraagd in het kader van de
regio-convenanten als basis dienen. Over vormgeving van het
monitoringsraamwerk in het kader van de regio-convenanten informeer ik
u later dit jaar. Deze monitoring zal in ieder geval aansluiten op de
aangekondigde monitoring van de Wet Investeren in Jongeren (WIJ).

Matching-offensief

In het kader van het matching-offensief selecteert het UWV nog deze week
100 trainees die als jongerenbemiddelaars worden ingezet om de aanpak
van de jeugdwerkloosheid te kunnen intensiveren. Om voor jongeren tot
een goede match te komen, wordt intensief gebruik gemaakt van
competentietesten. Tevens wordt gezorgd voor nazorg om daar waar de
match toch niet goed uitpakt, een nieuwe oplossing te vinden opdat
arbeidsplaatsen voor jongeren niet verloren gaan. Er wordt nadrukkelijk
op gestuurd, dat vestigingen geen enkele jongere uit het oog verliezen.
Colo zorgt voor het aanbod van stageplekken en het UWV zorgt voor het
aanbod van jongeren.

Allochtone jongeren. In het eerder genoemde Algemeen Overleg over het
Actieplan jeugdwerkloosheid, is benadrukt dat allochtone jongeren
evenredig moeten kunnen profiteren van de genomen maatregelen. Dit is
zondermeer het uitgangspunt voor de ondersteuning die onder
verantwoordelijkheid van de minister voor WWI aan de regio’s wordt
geboden bij de uitvoering van de plannen. Op 25 september a.s. wordt een
Integratieraad gehouden. Daar zal worden bezien welke afspraken mogelijk
zijn tussen de betrokken landelijke partijen en de regio’s waar veel
allochtone jongeren wonen, om de verschillen in werkloosheid tussen
allochtone en autochtone jongeren (in ieder geval) niet verder op te
laten lopen. Tevens wordt aansluiting gezocht bij de Wijkenaanpak.

Inzet op het realiseren van plekken (leerwerkbanen/stages)

Om jongeren die zich op de werkpleinen melden ook daadwerkelijk uit
werkloosheid te kunnen houden, is het van cruciaal belang dat er plekken
beschikbaar zijn.

Stageoffensief Colo. Over de stand van zaken met betrekking tot de
beschikbaarheid van beroepspraktijkvormings-plaatsen (BPV), in relatie
tot de effectiviteit van het Stage- en leerbanenoffensief van Colo,
heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt u op 7 september jl.
schriftelijk geïnformeerd. Daarin wordt in de eerste plaats aangegeven
dat het landelijke totaalaanbod aan bpv-plaatsen (400.000) bij erkende
leerbedrijven (200.000) weliswaar goed op peil oogt, maar dat zich in de
regio’s onderling grote verschillen aftekenen. Vanwege de grote
regionale verschillen wordt in de brief toegelicht op welke wijze de
activiteiten van de kenniscentra ter realisatie van voldoende
bpv-plaatsen effectief en efficiënt worden vervlochten met de regionale
aanpak om voldoende bpv-plaatsen voor het nieuwe schooljaar te
realiseren. Volledig inzicht in de mate van beschikbaarheid van
bpv-plaatsen en de verhouding tussen vraag en aanbod wordt eerst
mogelijk met het uitkomen van de zogeheten Colo Barometer in oktober
a.s. 

Sectorarrangementen. In het kader van het Actieplan zijn gemeenten en
sociale partners met elkaar in gesprek om te komen tot zogeheten
sectorarrangementen: afspraken over hoeveelheid en vorm van de te
realiseren werk-, stage- en traineeplaatsen binnen de sector. Hiermee
zullen de sectoren, naast de afspraken in het sociaal akkoord, een
bijdrage leveren aan bestrijding van de jeugdwerkloosheid. De
verantwoordelijkheid hiervoor ligt in zijn geheel bij de sectoren, maar
het Rijk en gemeenten zijn als aanjagers nauw betrokken om te zorgen dat
regionale actieplannen verder kunnen aansluiten bij de sectorale
afspraken. Binnen een aantal sectoren wordt inmiddels intensief en
constructief overleg gevoerd. Naast de reeds benaderde sectoren worden
met meerdere sectoren gesprekken gevoerd om hen te bewegen snel werk te
maken van een sectorarrangement. Resultaten op dit gebied zijn op korte
termijn te verwachten. 

Creëren van kansen voor kwetsbare jongeren 

Jongeren met problemen moeten, als alle jongeren, kunnen profiteren van
de ingezette maatregelen. Daarnaast heeft het kabinet via het Actieplan
middelen beschikbaar gesteld voor extra voorzieningen voor deze groep
jongeren.

Plusvoorzieningen. Plusvoorzieningen zijn bedoeld voor jongeren die
problemen ervaren op verschillende leefgebieden en daardoor geen
uitzicht hebben op het halen van een diploma of startkwalificatie. Met
de plusvoorzieningen wordt de jongeren een programma van onderwijs,
zorg- en hulpverlening en arbeidstoeleiding aangeboden om ze te helpen
hun problemen op te lossen en het halen van een diploma of
startkwalificatie mogelijk te maken. Op dit moment kunnen de
contactscholen namens de RMC-regio’s intekenen op de middelen die
beschikbaar zijn gesteld voor het opzetten of verder ontwikkelen van een
plusvoorziening. 

Internaat voor Veiligheid en Vakmanschap. Het initiatief om een
opleiding met 24-uurs opvang te realiseren is bedoeld om leerlingen die
“dreigen uit het schoolproces en daarmee - in de toekomst - uit de
maatschappij te vallen”, de mogelijkheid te bieden in een
internaatsvorm en een stabiele en gedisciplineerde omgeving, hun school
af te maken en hun leven weer op orde te brengen. Bij het
succesvol afronden van de opleiding is er een baangarantie om bij
Defensie of een andere werkgever in de veiligheidskolom aan het werk te
gaan. Samen met defensie en de gemeente Eindhoven verkent het ministerie
van J&G op dit moment de mogelijkheden voor een opleiding met 24-uurs
opvang. 

Pilot MO-Groep en MKB-NL. De MO-Groep en MKB-NL verkennen via een pilot
hoe zij jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt met elkaar kunnen verbinden
om de groep jongeren die de jeugdzorg verlaten of gaan verlaten een
beter toekomstperspectief te bieden. Op dit moment vindt de verkenning
plaats in de regio Amsterdam. Dit najaar wordt deze verkenning
uitgebreid naar een aantal andere regio’s. 

Versterken uitvoeringsstructuur

Naast de ondersteuning die ambtelijk voortdurend vanuit de departementen
wordt geboden aan de regio’s – bijvoorbeeld in de vorm van
bijeenkomsten voor uitwisseling van ervaringen en oplossingen – wordt
een aantal gerichte activiteiten ondernomen om de regionale uitvoering
te versterken.

Communicatiecampagne Jeugdwerkloosheid. De kern van de campagne bestaat
uit de boodschap: “Ga naar het Werkplein”, daar is alle informatie
te vinden over doorleren of werken. Die boodschap is in augustus al
uitgezonden via spotjes op radiozenders en websites die veel door
jongeren worden bezocht, ter ondersteuning van het School Ex programma.
Half september worden ouders via flyers, posters en huis-aan-huis bladen
aangesproken en doorverwezen naar het Werkplein voor informatie over
doorleren of werken van hun kinderen. Vervolgens richt de campagne zich
in oktober weer rechtstreeks tot de jongeren via radiospotjes, banners,
websites en posters. De regio’s zullen een zogenaamde toolkit
ontvangen om de landelijke campagne regionaal te vertalen en te
ondersteunen. Ook werkgevers worden aangespoord zich met hun vraag of
aanbod te melden op het Werkplein.  Dit zal onder andere gebeuren door
de inzet van radiospotjes en het presenteren van good practices.
Daarnaast volgt een communicatiecampagne gericht op werkgevers over de
crisisaanpak.

Karavaan Jeugdwerkloosheid. Eind oktober zal ik, waar mogelijk vergezeld
van de betrokken collega-bewindslieden, een week lang met een
‘Karavaan’ het land in gaan om de urgentie van de bestrijding van
jeugdwerkloosheid in de regio’s te onderstrepen en een stimulans te
geven aan de uitvoering van de actieplannen. De Karavaan bezoekt een
groot deel van de regio’s in Nederland.

Sponsorteam. Het kabinet heeft de landelijke vertegenwoordigers van de
sociale partners, Colo, het UWV, ROC’s, ABU/MO Jeugdzorg en de VNG,
gevraagd het kabinet blijvend te ondersteunen bij de uitvoering van het
Actieplan. Daartoe hebben we een zogenaamd sponsorteam in het leven
geroepen, dat op 2 september jl. voor het eerst bij elkaar is gekomen.
De elf leden van het sponsorteam willen actief bij de uitvoering van het
Actieplan jeugdwerkloosheid worden betrokken. Afgesproken is dat zij de
collega-bewindslieden van J&G, OCW, WWI en mij gevraagd en ongevraagd
van advies dienen en zonodig hun achterbannen aanspreken. Naast
bilaterale contacten en kleinere samenwerkingsverbanden, komt het
volledige sponsorteam elke drie maanden bijeen. 

ESF. Aan de door het kabinet beschikbaar gestelde middelen kunnen nog
extra middelen worden toegevoegd ter bestrijding van de
jeugdwerkloosheid doordat per 1 september 2009 ook middelen vanuit het
Europees Sociaal Fonds (ESF) kunnen worden ingezet voor dit doel. Tot en
met 2011 is hiervoor 75 miljoen euro beschikbaar. De Subsidieregeling
ESF 2007-2013 is hiertoe, conform de aankondiging in het Actieplan
Jeugdwerkloosheid, herzien. De subsidiabele activiteiten zijn ruim
geformuleerd, zodat goed kan worden aangesloten bij de regionale
actieplannen jeugdwerkloosheid. Aanvragen van subsidie is mogelijk voor
gemeenten met een werkpleinplusvestiging en scholingsfondsen van de
sectoren (O&O-fondsen) die met de VNG een sectorarrangement hebben
gesloten. In 2009 is voor gemeenten in totaal 25 miljoen euro
opengesteld en voor de O&O- fondsen in totaal 15 miljoen euro. In
vrijwel alle regionale actieplannen is aangegeven dat aanvragen van
ESF-subsidie zal worden overwogen. Op korte termijn worden de regio’s
rechtstreeks benaderd  en opnieuw gewezen op deze aanvullende
financieringsmogelijkheden en de wijze waarop het Agentschap SZW het
aanvragen actief ondersteunt. Het kabinet gaat er vanuit dat gemeenten
en de O&O-fondsen de beschikbare ESF-subsidie op grote schaal zullen
aanspreken. 

Moties Actieplan jeugdwerkloosheid

In vervolg op het Algemeen overleg met uw Kamer over het Actieplan
jeugdwerkloosheid is een aantal moties aangenomen (TK, 2008-2009, 29544,
nr. 193 tot en met 198). Onderstaand geef ik u de stand van zaken van de
uitvoering van deze moties. 

Motie 193, Koser Kaya c.s. vraagt om de uitzendbureau’s te betrekken
bij de uitvoering van het actieplan.

Op de werkpleinen zijn in de meeste gevallen uitzendbureau’s gevestigd
om vanaf die plek werkloze werkzoekenden direct te bemiddelen. Zij
zullen hun bemiddelingsdiensten ook voor werkloze jongeren inzetten en
zijn op die wijze direct betrokken bij de uitvoering van het Actieplan.
Tevens kan ik berichten dat op hoofdlijnen binnen de sector van
uitzendbureaus een akkoord is bereikt over een extra jonge medewerkers
per uitzendbureauvestiging, zowel op opleidingsplekken als op
arbeidsfitstages, vooralsnog voor Amsterdam en Rotterdam, waarna uitrol
naar andere regio’s zal volgen. 

Motie 194, Van Hijum c.s. vraagt om de toedeling van de middelen aan de
gemeenten te relateren aan in de regionale plannen opgenomen afstemming
met sectorale inzet en de hoeveelheid gerealiseerde werkplekken, vooral
voor kwetsbare groepen. 

Bovenstaand is aangegeven dat de toedeling van de middelen voor 2010 (en
2011), deels gebaseerd zal zijn op de door de regio’s behaalde
resultaten in 2009. 

Goede resultaten zijn sterk afhankelijk van regionale overeenstemming
met sectoren over het beschikbaar komen van werkplekken. Over de exacte
vormgeving van het monitoringsraamwerk worden de Tweede Kamer en de
partners in de regio later dit jaar geïnformeerd. 

Motie 195, Van Hijum c.s. verzoekt om tijdens deeltijd WW, meester-gezel
relaties te faciliteren. 

In het kader van deeltijd WW is het bij het heropeningsbesluit mogelijk
gemaakt dat werknemers die gebruik maken van de deeltijd- WW regeling
(meesters), scholing kunnen geven aan stagiairs of werknemers binnen het
eigen bedrijf indien deze werknemers minder dan een jaar bij de
werkgever in dienst zijn (gezellen). 

Motie 196, Spekman c.s. verzoekt de regering zoveel als mogelijk te
bevorderen dat sociale partners het door hen toegezegde aandeel in de
bestrijding van de jeugdwerkloosheid leveren en de Kamer daarover
periodiek te informeren. 

Zoals eerder in deze brief genoemd, ben ik zeer actief bezig de sectoren
en te ondersteunen bij het invullen van de afspraken in het sociaal
akkoord en het opstellen van de genoemde sectorarrangementen. In een
aantal belangwekkende sectoren worden nieuwe afspraken gemaakt tussen de
VNG en sociale partners. Dat moet er toe leiden dat waarschijnlijk deze
maand de eerste afspraken rondkomen. Het is van belang dat over de volle
breedte van alle sectoren tot dergelijke afspraken gekomen wordt. De nu
lopende cao-onderhandelingen in een aantal sectoren geeft een goed
aanknopingspunt om tot deze afspraken te komen. 

Motie 197, Spekman c.s. verzoekt om extra inspanningen van de
rijksoverheid en andere overheidsorganisaties om voorbeeldstellend
stage- en traineeplaatsen aan jongeren aan te bieden. 

De motie is overgenomen door de minister van BZK, die u schriftelijk zal
informeren. In de regionale plannen is er behoorlijke aandacht voor het
realiseren van stage- en werkervaringsplaatsen binnen de
overheidsorganisaties. 

Motie 198, Van Gent vraagt het kabinet om jeugdwerkloosheid ook te
bestrijden door ondernemerschap bij jongeren te stimuleren, eventueel
met behoud van uitkering. 

Het kabinet heeft zich tot doel gesteld de arbeidsparticipatie
substantieel te verhogen. Eén van de speerpunten van dit kabinet is
daarbij het stimuleren van ondernemerschap. Mensen, die het
'ondernemerschap' in zich hebben en een goed en haalbaar
ondernemingsplan hebben, moeten de kans krijgen om een eigen onderneming
te starten. Deze ambitie is ook vertaald in het bestuurlijk akkoord,
onderdeel Participatie. In nauwe samenwerking met het departement van EZ
wordt momenteel een tweetal pilots uitgevoerd, te weten de
SZW-borgstellingsregeling en een onafhankelijke stichting voor
microkredieten in Nederland. Mede op basis van deze pilots zal eind 2010
worden bezien hoe ondernemerschap in zijn algemeenheid én vanuit de
uitkeringssituatie zo goed mogelijk kan worden gestimuleerd. Het
bestaande instrumentarium, waaronder begrepen de lopende pilots, zijn
naar mijn mening toereikend als kader. Met de indieners van de motie ben
ik van mening dat het starten van een eigen onderneming ook voor
jongeren een goed alternatief kan zijn. Het is nu aan de 30 regio's om
in hun planvorming en uitvoering alert te zijn op de kansen die
ondernemerschap jongeren kan bieden. Ik zeg toe de 30 wethouders van de
regiogemeenten en de werkpleinplusvestigingen hierover in november
actief te informeren.

Tot slot

Zoals aangegeven, zijn de collega-bewindslieden en ik verheugd over de
nu ontwikkelde regionale infrastructuur voor het bestrijden en voorkomen
van jeugdwerkloosheid. Gelijktijdig zijn we ons er terdege van bewust
dat er nog een aanzienlijke weg te gaan is voordat de plannen zijn
omgezet in daden die tot de gewenste resultaten kunnen leiden. De mate
van inzet van de regio’s om in het gevraagde korte tijdbestek tot de
plannen te komen, is echter bemoedigend voor de verwachtingen over de
uitvoering. Ik zal u er mede namens de betrokken collega-bewindslieden
met regelmaat over informeren. 



De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

 PAGE   8 

		  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \*
MERGEFORMAT  2    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  8 

		  DOCPROPERTY  kPagina  \* MERGEFORMAT  Pagina    PAGE   \*
MERGEFORMAT  1    DOCPROPERTY  kPaginaVan  \* MERGEFORMAT  van   
NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  8 

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

Postbus 90801

2509 LV  Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

T	070 333 44 44

F	070 333 40 33

www.szw.nl

  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 

  DOCPROPERTY  iCP1  \* MERGEFORMAT  mw. M.I. Roelofs 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDoorkies  \* MERGEFORMAT  -1  = "0" "" " 
DOCPROPERTY  kDoorkies  \* MERGEFORMAT  T 	  DOCPROPERTY  iDoorkies1  \*
MERGEFORMAT  070 333 63 65 

"   T	070 333 63 65

   IF   DOCPROPERTY  iFaxM  \* MERGEFORMAT    = "" "" "  DOCPROPERTY 
kFaxM  \* MERGEFORMAT  F 	  DOCPROPERTY  iFaxM  \* MERGEFORMAT  iFaxM 

"      IF   DOCPROPERTY  iChkEmail  \* MERGEFORMAT  -1  = "0" "" " 
DOCPROPERTY  iEmail1  \* MERGEFORMAT  MRoelofs@minszw.nl 

"   MRoelofs@minszw.nl

   IF   DOCPROPERTY  iCP2  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  iCP2  \* MERGEFORMAT  iCP2 

  IF   DOCPROPERTY  iChkDoorkies  \* MERGEFORMAT  Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap.  = "0" "" "  DOCPROPERTY  kDoorkies  \*
MERGEFORMAT  T 	  DOCPROPERTY  iDoorkies2  \* MERGEFORMAT  iDoorkies2 

"   T	iDoorkies2

   IF   DOCPROPERTY  iChkEmail  \* MERGEFORMAT  Fout! Onbekende naam
voor documenteigenschap.  = "0" "" "  DOCPROPERTY  iEmail2  \*
MERGEFORMAT  iEmail2 

"   iEmail2

 "    

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  R&P/2009 /20402

  IF   DOCPROPERTY iUwBrief \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kUwBrief  \* MERGEFORMAT  Uw referentie 

  DOCPROPERTY  iUwbrief  \* MERGEFORMAT  iUwBrief 

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kCC  \* MERGEFORMAT  Kopie aan 

  DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT  iCC 

"     IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT    = "" "" "

  DOCPROPERTY  kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlagen 

  DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  iBijlagen "   

  IF   DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i2eGeledingTxt       IF  
DOCPROPERTY  i2eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" "" "

"     IF   DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT    = "" ""  
DOCPROPERTY  i3eGeledingTxt  \* MERGEFORMAT  i3eGeledingtxt     

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 

  DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Onze referentie 

  DOCPROPERTY  iOnskenmerk  \* MERGEFORMAT  R&P/2009