[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32154 NR Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland)

Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland)

Nader rapport

Nummer: 2009D46597, datum: 2009-09-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z17583:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende wijziging van de
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating
zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor
aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van
deze aanspraken 

(Wet AWBZ-zorg buitenland)









	

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 2 juni 2009,
no. 09.001470, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 27 juli 2009, nr. W13.09.0170/I, bied ik
U hierbij aan.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel en de
doelstelling van de regering om te komen tot een inzichtelijke
kostenstroom en beheersing van de kosten van AWBZ-zorg in het
buitenland, maar maakt opmerkingen over de voorgenomen aanpassing van de
financieringsstructuur. De Raad van State wijst erop dat de door de
regering gekozen procedure tot beheersing van de kosten van AWBZ-zorg in
het buitenland, namelijk door een koppeling te leggen tussen de in het
buitenland verleende zorg en de contracteerruimte via de Aanwijzing
contracteerruimte AWBZ 2010, zoals voorgesteld door de NZa, zich
onttrekt aan de parlementaire betrokkenheid en verzoekt de regering aan
dat aspect aandacht te besteden in de toelichting.

De Raad van State wijst er voorts -terecht- op dat de voorgestelde
financieringsstructuur niet, in elk geval niet optimaal, bijdraagt aan
de door individuele zorgverzekeraars te dragen financiële
verantwoordelijkheid. Daardoor kan de doelstelling van beheersing van de
kosten van AWBZ-zorg in het buitenland niet ten volle worden
gerealiseerd.

Verder adviseert de Raad van State in de toelichting in te gaan op de
gevolgen voor de zorgkantoorregio’s bij een stijging van de kosten in
het buitenland.

Naar aanleiding van het advies van de Raad van State brengt de regering
onder de aandacht dat voor parlementaire betrokkenheid een wettelijke
regeling is vereist. Het toewijzen van een budget aan de zorgkantoren
voor de bekostiging van de AWBZ-zorg in het buitenland zou echter
slechts zin hebben indien in het verlengde daarvan wettelijk wordt
geregeld dat de zorgkantoren in plaats van de zorgverzekeraars,
verantwoordelijk zouden zijn voor de inkoop en verlening van
buitenlandse zorg aan verzekerden, waaronder in voorkomend geval,
verlening van toestemming. Daartoe zou wijziging van de AWBZ
noodzakelijk zijn. 

De regering acht wijziging van de AWBZ in die zin op dit moment niet
opportuun. 

Zoals vermeld in de memorie van toelichting vindt thans onderzoek plaats
naar de mogelijkheid van uitvoering van de AWBZ door de
zorgverzekeraars. Over de uitvoering van de AWBZ door verzekeraars voor
de eigen verzekerden heeft de Sociaal-Economische Raad op 18 april 2008
advies uitgebracht. In de brief van 13 juni 2008 geeft het kabinet aan
nog geen definitief besluit te willen nemen over een uitvoering van de
AWBZ door zorgverzekeraars vanaf 2012. Daarbij is aangegeven dat over
twee jaar bezien wordt of aan de voorwaarden is voldaan om een
verandering in de uitvoering van de AWBZ door te voeren. In het
verlengde daarvan is met de brief van 11 november 2008 met
Zorgverzekeraars Nederland afgesproken om uiterlijk 1 juli 2010 een
go/no go beslissing te nemen over de uitvoering van de AWBZ door
zorgverzekeraars voor eigen verzekerden. Zou nu wettelijk worden
geregeld dat zorgkantoren verantwoordelijk worden voor de uitvoering van
de AWBZ, dan zou dat haaks kunnen staan op mogelijke ontwikkelingen in
het kader van een modernisering van de AWBZ-verzekering. Indien namelijk
wordt besloten tot een dergelijke verandering in de uitvoering van de
AWBZ en tot invoering van een financiële verantwoordelijkheid voor
zorgverzekeraars daarbij, is een wetswijziging noodzakelijk waarbij de
eerdergenoemde wetswijziging weer zou moeten worden teruggedraaid, met
alle gevolgen voor de uitvoering vandien. 

Zoals aangegeven in de memorie van toelichting acht de regering het
noodzakelijk met spoed maatregelen te treffen ter beheersing van een
toekomstige kostenontwikkeling van AWBZ-zorg in het buitenland. De
regering vindt het echter onwenselijk binnen een relatief korte periode
met twee haaks op elkaar staande wettelijke regelingen te komen. Daarom
heeft de regering voor de periode tot de inwerkingtreding van het
voorgenomen wetsvoorstel, gekozen voor de door de NZa geadviseerde
praktische oplossing.

De Raad van State wijst er terecht op dat door de gekozen
financieringsstructuur de doelstelling van de regering van beheersing
van de kosten van AWBZ-zorg zowel binnen als buiten Nederland, niet
optimaal zal kunnen worden gerealiseerd. De regering is er van overtuigd
dat die doelstelling wel optimaal zou kunnen worden gerealiseerd bij
invoering van financiële verantwoordelijkheid van de individuele
zorgverzekeraars. Zoals hiervoor is aangegeven, wenst de regering echter
niet vooruit te lopen op mogelijke besluitvorming daaromtrent. 

De regering verwacht dat van deze praktische maatregel wel degelijk een
prikkel tot kostenbeheersing kan uitgaan. De gedachte achter de
voorgenomen maatregel is, dat wanneer bepaalde zorgverzekeraars
onevenredig veel geld uitgeven aan AWBZ-zorg in het buitenland die leidt
tot neerwaartse aanpassing van de ruimte voor binnenlandse uitgaven,
deze verzekeraars door de zorgkantoren zullen worden aangesproken om,
waar mogelijk, de nodige terughoudendheid in acht te nemen.

In de Memorie van toelichting is aan het bovenstaande aandacht
geschonken. 

Voorts zijn enkele juridisch-technische wijzigingen in het wetsvoorstel
en de memorie van toelichting aangebracht.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker

 SER-advies “Langdurige zorg verzekerd: Over de toekomst van de
AWBZ”.

 Kamerstukken II, 2008/09, 30 597, nr. 38. 

 

Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  3  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 

Pagina   PAGE   \* MERGEFORMAT  1  van   NUMPAGES   \* MERGEFORMAT  3 

Kenmerk

Z/VV-2955499

Den Haag

22 september 2009