31161 NR Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet bescherming persoonsgegevens BES)
Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet bescherming persoonsgegevens BES)
Nader rapport
Nummer: 2009D48023, datum: 2009-10-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie ()
- Mede ondertekenaar: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Mede ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z18151:
- Indiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Medeindiener: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-10-08 12:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-11-04 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2009-12-17 12:00: Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet bescherming persoonsgegevens BES) (32161) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-01-27 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-02 16:00: Extra procedurevergadering commissie NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
- 2010-03-04 10:15: Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 954) + Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 958) + Wijziging van de Kieswet i.v.m. de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (31 956) + Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 957) + Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (31 959) + Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging van verdragen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (32 047) + Wet bescherming persoonsgegevens BES) (32 161) (plenaire afronding) maart) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-03-09 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2010-03-10 13:00: Procedurevergadering NAAZ (Procedurevergadering), vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Datum 28 september 2009 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet bescherming persoonsgegevens BES Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 december 2008, nr. 09.001451, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovengenoemde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 juli 2009, nr. W03.09.0162/II, bied ik U hierbij aan. De Raad geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat met het advies van de Raad rekening is gehouden. De opmerkingen van de Raad van State worden hieronder besproken. Daarbij worden de volgorde en nummer van het advies van de Raad aangehouden. 1. De keuze voor het stelsel van de Wbp als zodanig a. De Raad merkt op dat door het ontbreken van informatie over de lokale situatie op de eilanden, bezien uit oogpunt van de invoering van een voor de eilanden nieuw wettelijk regime voor de verwerking van persoonsgegevens, het moeilijk is om te beoordelen of de invoering van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) als zodanig op dit moment mogelijk en verantwoord is, alsook of de voorgestelde afwijkingen ten opzichte van de Wbp geboden en toereikend zijn. Zoals de Raad terecht heeft opgemerkt, verplicht artikel 10 van de Grondwet tot het stellen van regels voor de bescherming van persoonsgegevens: het is juridisch noodzakelijk om een regeling te treffen. Met het onderhavige wetsvoorstel wordt aan deze opdracht uitvoering gegeven. Het wetsvoorstel bevat algemeen aanvaarde, fundamentele beginselen op het terrein van de bescherming van persoonsgegevens, zoals het recht op kennisneming en verbetering. Gelet op het algemene karakter van de regeling menen wij dat invoering daarvan verantwoord is. Op dit moment bestaat er geen algemene regeling voor de verwerking van persoonsgegevens in de Nederlandse Antillen. Zoals de Raad ook heeft opgemerkt, ligt de keuze voor het stelsel van de Wbp als uitgangspunt in de rede. Gelet op de verschillen tussen de eilanden en het Europese deel van Nederland zijn afwijkingen nodig, zoals de Raad ook naar voren heeft gebracht. Om vast te stellen of de thans voorgestelde afwijkingen geboden en toereikend zijn, achten wij evaluatie noodzakelijk. In het wetsvoorstel is daarom ook voorzien in die evaluatie. Wat de invoering betreft, zijn wij thans aan het bezien welke mogelijkheden er zijn om deze te begeleiden. In overleg met het College bescherming persoonsgegevens en het toekomstig toezichthoudend orgaan zullen wij bezien welke rol zij kunnen spelen bij de invoering van deze wet. Daarnaast was en wordt een geleidelijke invoering van de Wbp BES voorgesteld (artikel 56 van het wetsvoorstel). Zoals destijds bij de invoering van de Wbp krijgen betrokkenen een jaar de gelegenheid om de bestaande gegevensverwerkingen in overeenstemming te brengen met de vereisten van de Wbp BES. Voor de bijzondere gegevens is er een termijn van drie jaar. Nieuwe gegevensverwerkingen moeten echter wel onmiddellijk voldoen aan de vereisten. b. Door de nabijheid van en verwevenheid met de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten zal gegevensuitwisseling tussen de eilanden en de nieuwe landen inderdaad onvermijdelijk zijn. Zoals het momenteel ernaar uitziet, zullen de regelingen die voor de nieuwe landen worden opgesteld op bepaalde punten afwijken van de Wbp BES en ook van elkaar. Dit hoeft echter gegevensuitwisseling niet in de weg te staan. Ook in de huidige praktijk van de Wbp worden immers persoonsgegevens uitgewisseld met landen waarvan de regelingen niet identiek zijn aan de Wbp. Van doorslaggevend belang is dat de regelingen een passend beschermingsniveau bieden als bedoeld in artikel 42 van het wetsvoorstel, zodat er wordt voldaan aan de minimale vereisten voor gegevensuitwisseling. Er wordt met de Nederlandse Antillen overleg gevoerd over de regelingen voor de nieuwe landen. De inzet daarbij is dat gegevensuitwisseling mogelijk moet zijn tussen de nieuwe landen en de BES, dus de regelingen een passend beschermingsniveau bieden. 2. Toezicht a. Toezichthouder en b. Delegatie Aan het advies van de Raad, zowel wat betreft het in de wet opnemen van de onafhankelijke toezichthouder als het in de wet vastleggen het toezicht in hoofdlijnen, is gevolg gegeven. In de wet wordt een onafhankelijke Commissie toezicht bescherming persoonsgegevens BES ingesteld die toegerust is met toezichtbevoegdheden en de bevoegdheid om klachten in behandeling te nemen. Ook is de bevoegdheid om ontheffing te verlenen voor de verwerking van bijzondere gegevens, die in het oorspronkelijke wetsvoorstel was toegekend aan de Minister van Justitie, opgedragen aan deze commissie. Voor de goede orde merken wij overigens op dat het steeds de bedoeling is geweest een onafhankelijke toezichthouder in te stellen opdat ook kan worden voldaan aan hetgeen is overeengekomen in het Aanvullend protocol bij het Raad van Europa Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens van 28 januari 1981 (Trb. 1988, 7 respectievelijk Trb. 2003, 122). 3. Invoering; evaluatie a. Overgang; invoering De Raad wijst op de overgangstermijnen in artikel 46 van het wetsvoorstel en het ontbreken van een toelichting daarover in de memorie van toelichting. Deze overgangstermijn is gebaseerd op de overgangstermijnen die destijds bij de invoering van de Wbp zijn gehanteerd (artikel 79 van de Wbp). Wij menen dat de genoemde termijnen ook voor de eilanden toereikend zullen zijn, vooral omdat de kenmerkende kleinschaligheid van de eilanden in dit geval een voordeel is. Invoering zal daardoor in beginsel sneller kunnen worden gerealiseerd dan destijds in het Europese deel van Nederland. Zoals wij al eerder hebben opgemerkt, zullen wij het proces zoveel mogelijk begeleiden. b. Evaluatie Aan het advies van de Raad om de evaluatietermijn van drie jaar te wijzigen in vijf jaar is gevolg gegeven. 4. Redactionele kanttekeningen De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn verwerkt, met dien verstande dat de zesde kanttekening over artikel 22 van het wetsvoorstel niet is overgenomen omdat het desbetreffende artikel zodanig is aangepast waardoor een verwijzing naar het Nederlandse Burgerlijk Wetboek niet meer noodzakelijk is. Van de gelegenheid is voorts gebruikgemaakt om een aantal redactionele en technische verbeteringen aan te brengen in het wetsvoorstel. Ook is van de gelegenheid gebruikgemaakt om de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als medeondertekenaar van het wetsvoorstel op te nemen in verband met haar verantwoordelijkheid voor de Grondwet. Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Justitie, IF REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT = " " " " " REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Test " Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving sector Staats- en bestuursrecht Datum 28 september 2009 Ons kenmerk REF dvRefGegevensOnsKenmerk \* MERGEFORMAT 5620812/09/6 REF dvRubriceringMerkingRefBasis \* MERGEFORMAT Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving sector Staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Contactpersoon mw. mr. L.J.M. Ling Ket On raadadviseur T 070 370 6276 F 070 370 79 10 Projectnaam DW A Ons kenmerk 5620812/09/6 Bijlagen 1 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. IF SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 > 1"Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* MERGEFORMAT 3 " " " Pagina 1 van 3 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Koningin