Mededeling van de voorzitter van de TGSC m.b.t. de reactie van de Vice-voorzitter van de Europese Commissie n.a.v. de opmerkingen van beide Kamers bij het voorstel tot wijziging van het kaderbesluit 2004/68/JB betreffende seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen en kinderpornografie
Voorstel tot wijziging van het kaderbesluit 2004/68/JB betreffende seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen en kinderpornografie (COM(2009)135)
Brief commissie
Nummer: 2009D48418, datum: 2009-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J. (Jan Jacob) van Dijk, voorzitter van de tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z18293:
- Indiener: M. Wallström, vice-voorzitter van de Europese Commissie
- Volgcommissie: tijdelijke gemengde commissie subsidiariteitstoets
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie (2008-2010)
Preview document (🔗 origineel)
ADVANCE \y 172 Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets Den Haag, 8 oktober 2009 TGCS/79 Aan: De Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie van de Eerste Kamer De Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie van de Tweede Kamer Onderwerp: Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een Kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en tot intrekking van Kaderbesluit 2004/68/JBZ - COM(2009)135 Geachte voorzitters, Bijgaand treft u aan de brief d.d. 6 oktober 2009 die de vicevoorzitter van de Europese Commissie, mevrouw M. Wallström, heeft gezonden aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer. De brief is een reactie op de brief van de voorzitters van beide Kamers der Staten-Generaal d.d. 29 mei 2009 inzake de parlementaire subsidiariteitstoets van het bovengenoemde voorstel. De brief bevat de reactie van de Europese Commissie op de vragen en opmerkingen van beide Kamers. Het voorstel ligt nu ter besluitvorming voor in de Raad. Het ligt daarom voor de hand om in het vervolg van het besluitvormingstraject desgewenst in overleg met de Nederlandse regering te treden. Om die reden breng ik de brief graag onder uw aandacht. Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd. De voorzitter van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets, J. J. van Dijk