Nader rapport
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen
Nader rapport
Nummer: 2009D50676, datum: 2009-10-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z19157:
- Indiener: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: G. Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-10-27 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-11-05 10:00: Procedurevergadering OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2009-11-26 10:00: Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2010-03-04 10:00: Extra procedurevergadering commissie OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2010-09-16 10:00: Procedurevergadering commissie OCW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2010-09-22 14:35: Wijz. van o.a. de Wet op het primair onderwijs in verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen (32176) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-09-28 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2010-10-07 12:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 27 februari 2009, nr. 09.000565, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 29 april 2009, nr. W05.09.0053/I, bied ik U hierbij aan. In dit nader rapport wordt de indeling van het advies van de Raad gevolgd. 1 De Raad constateert terecht dat er vanaf 2002 sprake is van uitbreiding van het gebruik van het persoonsgebonden nummer in het onderwijs en de daaraan gekoppelde gegevens. De noodzaak van uitbreiding van het gebruik van het persoonsgebonden nummer wordt van geval tot geval bezien. Uitbreiding van het gebruik van het persoonsgebonden nummer in het onderwijs is dus geen doel op zich, maar dient steeds een of meer specifieke (beleids)doeleinden. Steeds wanneer de keuze wordt gemaakt om het gebruik van het persoonsgebonden nummer op een nieuw terrein binnen het onderwijs mogelijk te maken, wordt deze keuze in wetgeving vastgelegd. Artikel 24, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens vereist dat ook. In de wetsprocedure wordt de noodzaak van de voorgestelde uitbreiding van het gebruik van het persoonsgebonden nummer vastgesteld en komen privacy-aspecten aan de orde. De betrokkenheid bij de wetsprocedure van in het bijzonder het College bescherming persoonsgegevens, de Raad van State en de Staten-Generaal, leidt daarbij tot een zorgvuldige afweging. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad is de toelichting aangepast. 2a Bekend is dat in de huidige praktijk leer- en begeleidingsgegevens worden uitgewisseld (warme overdracht). Dit gebeurt op verschillende manieren (telefonisch, per e-mail, post of anders) en voor zover bekend wordt het persoonsgebonden nummer daarbij slechts incidenteel gebruikt. Van een structureel gebruik van het persoonsgebonden nummer bij de (digitale) gegevensuitwisseling is momenteel geen sprake. Het wetsvoorstel beoogt (digitale) uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens te ondersteunen, door de vereiste juridische grondslag te leggen voor het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij deze gegevensuitwisseling. 2b De regering onderschrijft de opvatting van de Raad dat het van belang is te concretiseren op welke wijze de WVO-school of WEB-instelling de toestemming van de ouders of van de leerling dient vast te leggen. Met dit doel is aan het wetsvoorstel een voorschrift toegevoegd dat inhoudt dat scholen en instellingen als bedoeld in de WVO en de WEB een verklaring van instemming dienen te bewaren in de administratie van de school of instelling. Dit voorschrift stelt de toezichthouder in staat te controleren of de toestemming is verleend door de ouders of de leerling (van zestien jaar of ouder). Bij het onderwijskundig rapport verstrekt door WPO- en WEC-scholen is geen toestemmingsrecht van ouders of leerlingen aan de orde, omdat het om een wettelijk verplichte verstrekking gaat. Dit neemt niet weg dat ouders en (meerderjarige) leerlingen ook hier actief dienen te worden betrokken. Aan hen dient een afschrift van het onderwijskundig rapport te worden verstrekt en voorts geldt een informatieplicht op grond van de Wbp. Over dit onderwerp heeft het College bescherming persoonsgegevens in juni 2009 een Richtsnoer uitgebracht, met als titel “Informatieplicht basisscholen met betrekking tot het onderwijskundig rapport”. Anders dan de Raad is de regering van mening dat het toestemmingsvereiste zelf niet in dit wetsvoorstel dient te worden neergelegd, omdat dit vereiste al rechtstreeks voortvloeit uit de Wbp (artikel 8, onderdeel a, Wbp). Het neerleggen van dezelfde verplichting in zowel de Wbp als de onderwijswetten (WVO en WEB), wordt vanuit wetssystematisch oogpunt niet wenselijk geacht. Daar komt bij dat, zoals de Raad terecht opmerkt in onderdeel 2c van het advies, de Wbp nog andere regels geeft waaraan de gegevensuitwisseling dient te voldoen. Het neerleggen van alleen het toestemmingsvereiste in de WVO en WEB kan onbedoeld de indruk wekken dat deze andere regels niet, of niet langer, van toepassing zijn op de gegevensuitwisseling. De regering wil voorkomen dat deze indruk ontstaat. 2c De Raad wijst er terecht op dat naast het toestemmingsvereiste de Wbp ook andere regels geeft waaraan de gegevensuitwisseling dient te voldoen. Zo bepaalt artikel 10 Wbp dat de gegevens niet langer bewaard mogen worden dan noodzakelijk is voor de verwerkingsdoeleinden. Daarnaast heeft de betrokkene het recht op inzage in, correctie van, afscherming van en verzet tegen verwerking van persoonsgegevens. De toelichting is hierop aangepast. Daarbij vermeldt de toelichting het “Convenant bescherming leerling-, deelnemer- en studentgegevens op de scholen en instellingen”, dat in 2003 is gesloten door de minister van OCW en de sectororganisaties (Gele Katern 2003, nr. 22, d.d.10 december 2003). Dit convenant voorziet in modelreglementen per onderwijssector, die door scholen en instellingen kunnen worden gebruikt voor de wijze van omgang met leerlinggegevens. Deze modelreglementen zijn in 2005 (PO en VO) en 2006 (BVE) tot stand gekomen. In de modelreglementen komen onder meer de door de Raad aangehaalde voorbeelden van andere vereisten (bewaartermijnen, inzage- en correctierecht, afscherming van en verzet tegen verwerking van persoonsgegevens) aan de orde. 3 Met de Raad is de regering van oordeel dat onder begeleidingsgegevens ook gegevens kunnen zijn begrepen met een evident privacygevoelig karakter. Juist om die reden is ook de mogelijkheid vastgelegd om deze gegevens bij algemene maatregel van bestuur te specificeren. De regering heeft in het advies aanleiding gezien het wetsvoorstel als volgt aan te passen. De term “begeleidingsgegevens” in de WVO en WEB is vervangen door “direct met het leren samenhangende begeleidingsgegevens”, om te verduidelijken dat alleen gegevens over begeleiding die een onderwijskundig doel dient, gekoppeld mogen worden aan het persoonsgebonden nummer. Wanneer de school beschikt over gegevens over andere vormen van begeleiding die de leerling ontvangt (bijvoorbeeld medische begeleiding of begeleiding door de jeugdzorg), mogen deze derhalve niet worden gekoppeld aan het persoonsgebonden nummer. Aan deze wijziging is de memorie van toelichting aangepast. De redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft is niet overgenomen. De voorgestelde verruiming van artikel 43 WEC houdt in dat een onderwijskundig rapport niet alleen wordt opgesteld wanneer een leerling naar een andere WEC-school gaat, maar ook wanneer een leerling naar een school in de zin van de WPO, WVO of WEB gaat. Deze verruiming is wenselijk omdat in toenemende mate sprake is van doorstroming van leerlingen uit het (voortgezet) speciaal onderwijs naar het regulier onderwijs. Ook bij deze doorstroming is het voor de ontvangende school van belang te kunnen beschikken over onderwijskundige gegevens over de leerling. Aan het wetsvoorstel is, tot slot, een samenloopbepaling toegevoegd, in verband met de de intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank. Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sharon A.M. Dijksma, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart Op grond van artikel 51, tweede lid, Wbp, wordt het College om advies gevraagd over wetsvoorstellen en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur die geheel of voor een belangrijk deel betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens. Artikel 42 WPO en artikel 43 WEC. Artikelen 33 en 34 Wbp. PAGE W3814.K-2 PAGE 4 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr WJZ/ 157953 (3814) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen Den Haag, 13 oktober 2009 AAN DE KONINGIN OCW 10938